Hoewel hij zelf viool en altviool speelde, bestaat Schuberts oeuvre voor viool en piano slechts uit zes opusnummers, nl. 4 Sonatinas, een Fantasie en een Rondo (“Rondeau brillant”). De Fantasie D 934 en het Rondo D 895 werden gecomponeerd voor de pianist Karl Maria von Bocklet en de jonge violist Josef Slavík. Drie Sonatinas dateren uit de lente van 1816. Schubert werd dat jaar negentien. Hun bescheiden afmetingen, “voor pianoforte met begeleiding van viool” leidden tot de publicatie ervan door Diabelli als ‘Sonatinas’.Er wordt al eens gezegd dat Schubert de Mozartiaanse sonate romantiseerde. De dialoog tussen de viool en de piano is eenvoudig, is minder uitgebreid dan bv. bij Beethoven, maar de vioolpartij is interessant gestoffeerd en is niet langer afhankelijk van de pianopartij. De Sonate D. 384, in D, opent met een beknopt allegro molto. Na een korte inleiding volgt een doorwerking waarin de viool en de rechterhand vaak unisono spelen. In het Andante hoort u een verfijnde, muzikale dialoog en het Vivace is als finale beweging, briljant en uitgesproken Schubertiaans. De Sonate D. 385, in la klein, is al uitgebreider. In de loop van de vier bewegingen wordt de vioolpartij met name meer en beter geprofileerd.
De Sonate in D. 408, in sol klein, duidelijk schatplichtig aan de door Schubert zo geliefde stijl van Mozart, heeft dan weer een meer assertieve balans tussen de viool- en de pianopartij. Na het gepassioneerd karakter van de openingsakkoorden in het Allegro giusto verschijnt het zangerig, liedachtig thema eerst in de piano en dan in de viool, dat vervolgens ritmisch wordt verwerkt. Het andante is van een prachtige eenvoud, expressief en lyrisch. Na een gracieuze doorwerking, fungeert het menuetto als een energiek scherzo. Het tweede, vloeiender thema in het trio, werd toevertrouwd aan de viool. Een allegro moderato eindigt in de populaire sfeer, opnieuw in een gestaag tempo. Een mooie fusie verenigt de twee instrumenten in een glorieuze coda.
De latere Vioolsonate in A, D574 (nu bekend als ‘Duo’), vraagt meer virtuositeit van de solo viool en in het Rondo wordt de piano soms bijna behandeld als een orkest. De uitgebreide Fantasie in C, D 934, werd in 1827 gecomponeerd, in het laatste jaar van Schuberts leven. Deze Fantasie is door zijn virtuoze pianopartij en de combinatie van ontroering met pure levensvreugde, een waar technisch en emotioneel meesterwerk.Naaman Sluchin, de kleinzoon van de violist Haïm Lipsky, en de zoon van een trombonist-vader en een altvioliste moeder, studeerde viool aan de Boulogne-Billancourt CNR bij Mme Le Dizès en piano bij PA Gaye en behaalde een 1e prijs in beide disciplines. Op de CNSM in Parijs behaalde hij in de klas van B. Garlitsky, de 1e prijs met felicitaties van de jury. In een geest van openheid perfectioneerde hij zijn vaardigheden gedurende drie jaar in de Verenigde Staten, in Bloomington bij M. Fried en aan de Juilliard School bij D. Weilerstein, waar hij in 2003, zijn Artist Diploma behaalde. Hij nam ook deel aan talrijke masterclasses (Z. Bron, S. Mintz, I. Perlman). Na verschillende beurzen van het Ministerie van Cultuur (Lavoisier-beurs) en stichtingen (Fulbright en Florence Gould), won hij in 2003, de 1e prijs op de Uralsk International Violin Competition in Kazachstan, waar hij zijn eerste cd opnam en een concerttournee ondernam, en hij ontving ook de Special Jury Prize op de International Szigeti Competition. Hij speelt samen met o.a. Anne Queffelec, Ivry Gitlis, Marielle Nordmann en R. Pidoux, in de Verenigde Staten, Europa en Israël, en werkte ook met het Ensemble InterContemporain onder leiding van P. Boulez en D. Robertson, en met het New Juilliard Ensemble, dat Amerikaanse muzikale creaties promoot.
Gedurende zeven jaar was hij lid van het Diotima-kwartet, speelde hij overal ter wereld in prestigieuze zalen en op festivals en nam bekroonde cd’s op, waaronder Musique Américaine (Reich, Crumb en Barber) en Quatuors de Janáček (Diapasons d’Or de l’année, Choc de Classica). Vijf jaar lang trad Naaman ook op in Haim, à la lumière d’un violon en deelde hij het podium met acteurs Anouk Grinberg, Natacha Régnier en Mélanie Doutey in de salle Gaveau, en tijdens Franse en Europese tours. Het repertoire van Naaman blijft evolueren dankzij zijn betrokkenheid bij verschillende kamermuziekgroepen, zoals het Ensemble Talisma met Piet Kuijken en Amy Norrington en het Kitgut Quartet, een oude muziek strijkkwartet waarin hij met Amandine Beyer speelt. Hij is ook solo-violist van het Emmanuel Krivine’s Chambre Philharmonique-orkest, treedt op met het Cairn-ensemble en speelt samen met het Rosas-dansgezelschap van Anne Teresa De Keersmaeker, in een programma getiteld “Achterland”, een choreografie rond de Vioolsonates van Ysaÿe.
Piet Kuijken (°1972) studeerde o.m. bij Jan Michiels, André De Groote en Menahem Pressler. Hij behaalde Hogere Diploma’s piano en kamermuziek met grootste onderscheiding aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel en het Performer Diploma aan Indiana University met een BAEF Fellowship, en is winnaar van de prijzen E.Ollin, M.Lefranck, M.Horlait-Dapsens, de “CERA-Jeugd en Muziekprijs 1994” en de Schumann Concerto competition te Bloomington. Hij is sinds 2002, docent piano en pianoforte aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel, gastprofessor pianoforte aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen en geeft kamermuziekseminaries aan het Orpheus Instituut in Gent. Sinds 2016 doceert hij ook pianoforte aan de Sorbonne te Parijs (Master Interprétation de Musiques Anciennes).
Als solist en kamermusicus speelde hij wereldwijd concerten die door radio en televisie werden uitgezonden en in 2016 en 2019, was hij jurylid in het Internationaal Pianoforte Concours Musiqua Antica in Brugge. Piet Kuijken vormt met Naaman Sluchin en Amy Norrington het Talisma pianotrio en speelde o.a. vaak samen met zijn vader Wieland Kuijken, Barthold Kuijken, Albrecht Breuninger, Boyan Vodenitcharov, Oxalys, het Collectief, Roel Dieltiens, Olsi Leka, Dietrich Henschel. Zijn gelauwerde discografie (Choc du monde de la musique, Diapason d’or, Luister “10”, “Outstanding” IRR) omvat kamermuziek, gaande van Bach tot Gubaidulina voor verschillende platenlabels, en solo pianoforte opnames met werk van Schumann, Beethoven (Fuga Libera), Mozart (Denon), Brahms (Passacaille) en Dussek (Brilliant Classics). Op deze opname bespeelt Naaman Sluchin een viool van Carlo Atonio Tononi uit 1725, en bespeelt Piet Kuijken, een Weens pianoforte van Joseph Schantz uit ca. 1828, gerestaureerd door Edwin Beunk in Enschede.
Schubert Complete Works for Violin & Pianoforte Naaman Sluchin Piet Kuijken 2 cd passacaille PAS 1087