Camille Saint-Saëns was nog maar 17 jaar oud toen hij zijn eerste gedrukt werk componeerde, de Trois Morceaux, die een charmante melodische creativiteit combineerden met een spiritueel karakter. De “24 Pièces en style libre” van Louis Vierne behoren onbetwistbaar tot de succesvolste en populairste werken van deze organist/componist. Louis Vierne (1870-1937) werd zo goed als blind geboren en werd van 1881 tot 1890, opgeleid aan het Institut National des Jeunes Aveugles. Deze leerling van César Franck en Charles-Marie Widor, staat o.a. door zijn “Carillon de Westminster” en “Les Cloches de Hinckley”, bekend als één van de briljantste onder alle Franse orgelcomponisten. Hij was de organist van de Église Saint-Sulpice en de organist-titularis aan de Notre-Dame van Parijs, vermaard om zijn improvisaties op het vijfmanualige Cavaillé-Coll-orgel in de kathedraal.
Zijn kamermuziek en pianowerken zijn daarentegen, ondanks hun inventiviteit en zijn kleurrijke, fantasierijke en inspirerende behandeling van het instrument, helaas nog weinig bekend. Verdeeld over twee bundels zijn deze stukken indrukwekkend door hun grote expressieve kwaliteit, het oproepen van plaatsen en mensen die Vierne kende, door het zinspelen op zowel antieke als impressionistische muzikale vormen, en door hun stemming die varieert van vurig tot sereen.
Het harmonium werd net als het accordeon, ontwikkeld door Gabriel-Joseph Grenié (1756/1757-1837). De naam harmonium werd ingevoerd door de Fransman Alexandre Débain (1809-1877) (foto), die in 1840, voor het eerst een dergelijk klavierinstrument maakte. Wat Aristide Cavaillé-Coll voor het orgel betekende, was Débain voor het harmonium. In 1831 bouwde hij ook het eerste complete accordeon, wat de uitvoering van muziek voor harmonium op accordeon, legitimeert. Een van de eerste modellen van Débian vond zijn weg naar Italië, waar in 1863 Paolo Soprani, een exacte kopie bouwde. Dit was het begin van de legendarische, Italiaanse accordeon-industrie, o.a. Brandoni & Sons, Mantovanelli, Scandalli en Mengascini, in Castelfidardo in de provincie Ancona (regio Marche).
César Franck bv. componeerde voor harmonium, in navolging van Hector Berlioz, 3 pièces pour orgue mélodium (1844), Camille Saint-Saëns componeerde 3 morceaux pour harmonium op.1 (1852) en 6 Duos pour harmonium et piano op. 8 (1857) en Georges Bizet, 3 esquisses musicales (1858), een Offertoire en mi bémol (1861), Cinq Pièces pour harmonium (1864), een Offertoire sur un Noël Breton (1867), Quasi Marcia opus 22 (1868), Petit Offertoire (1885), en “Prélude, Fugue, Variation” voor harmonium en piano (1873). Deze bijzondere dubbel cd met werk van Saint-Saëns en Vierne, werd opgenomen in het auditorium Stelio Molo RSI (cd I) en in de S. Lorenzo kathedraal in Lugano in Zwitserland (cd II).
Giulio Mercati, geboren in Saronno in Italië, begon op 6-jarige leeftijd muziek te studeren onder de voogdij van zijn grootvader, Lamberto Torrebruno, een lid van een belangrijke familie van musici. Hij voltooide vervolgens zijn muzikale studies in orgel, compositie en klavecimbel bij Luigi Toja, Jean Boyer, Olivier Latry, Massimo Berzolla, Bruno Bettinelli, Emilia Fadini en Danilo Costantini. Giulio Mercati, een musicus met een grote veelzijdigheid, is buitengewoon actief in Italië en in het buitenland, voornamelijk als orgel- en klavecimbelsolist, en als continuo speler in veel belangrijke ensembles. Zijn orgelrepertoire omvat muziek vanaf de Renaissance tot en met de virtuoze composities van de 19de – en 20ste eeuw, in het bijzonder de werken van César Franck, Max Reger en Julius Reubke. Hij is de leider van de vocale groep San Bernardo, is de vaste organist van de Basilica Prepositurale di San Vincenzo in Prato in Milaan, van de Chiesa di Santa Maria degli Angioli in Lugano, en van het Santuario della Beata Vergine dei Miracoli in Saronno. Hij speelt regelmatig in duo met de pianist, Vovka Ashkenazy, de oudste zoon van de beroemde Vladimir Ashkenazy.
In 1996 ontving Giulio Mercati een Honours Degree in Filosofie van de Università Cattolica del Sacro Cuore in Milaan, voor zijn proefschrift over muzikale esthetiek. Voor hij zich volledig aan muziek wijdde, was hij nl. leraar filosofie en geschiedenis. In 1998 bracht uitgeverij Rugginenti in het kader van de meest recente hermeneutische, filosofische ontwikkelingen, een uitgebreid essay van Mercati uit, getiteld “Bruno Bettinelli: il cammino di un musicista” (foto), gewijd aan het leven en werk van de Milanese componist, Bruno Bettinelli (1913-2004), Mercati is sinds 1999, vaste muziekrecensent voor “Lombardia oggi” en als musicoloog werkte hij ook voor het Teatro alla Scala, het Orkest “Verdi”, het Festival “Milano Musica” en vele andere muziekfestivals.
Tracklist:
CD 1 – Harmonium
(Débain, 1892)
Saint-Saëns:
3 Morceaux, op. 1 (1852)
No. 1. Meditation
No. 2. Barcarolle
No. 3. Prière
Louis Vierne:
24 Pieces en style libre, Op. 31 (versie voor harmonium) (Livre I – 1913)
No. 1. Préambule
No. 2. Cortège
No. 3. Complainte
No. 4. Épitaphe
No. 5. Prélude
No. 6. Canon
No. 7. Méditation
No. 8. Idylle melancolique
No. 9. Madrigal
No. 10. Rêverie
No. 11. Divertissement
No. 12. Canzona
CD 2 – Orgel
(Vincenzo Mascioni, 1910, Lugano kathedraal)
Louis Vierne:
24 Pieces en style libre, Op. 31 (versie voor orgel) (Livre II – 1914)
No. 13. Légende
No. 14. Scherzetto
No. 15. Arabesque
No. 16. Choral
No. 17. Lied
No. 18. Marche funèbre
No. 19. Berceuse
No. 20. Pastorale
No. 21. Carillon
No. 22. Élégie
No. 23. Épithalame
No. 24. Postlude
Vierne & Saint-Saëns Harmonium VS Organ Giulio Mercati 2 cd Dynamic CDS7924.02