Ondanks het klein aantal werken dat Stravinsky expliciet voor het instrument naliet, was componeren voor piano, hét brandpunt van Stravinsky’s componeeractiviteit Dit programma getuigt hiervan door een dialoog te creëren tussen de stukken zelf, en het gesprek van de vertolker met de componist, via zijn muziek. Op de cd staan dansen, transcripties & arrangementen.
Op deze cd ontmoet de Russisch-Slavische ziel, de jazzy drukte van Parijs en New York, gaan neoklassieke en barokke herinneringen samen met Stravinsky’s ritmische en harmonische moderniteit, ontmoet het klassiek evenwicht van Apollon musagète, de brutaliteit van Le Sacre du Printemps, kortom, hier wisselt ruige kracht af met nostalgische speelsheid. Het ballet “Pulcinella”, georkestreerd voor een modern kamerorkest met sopraan-, tenor- en bariton, betekende het begin van Stravinsky’s neoklassieke periode. Stravinsky baseerde zich voor zijn compositie immers op 18de -eeuwse muziek van Domenico Gallo, Unico Wilhelm van Wassenaer, Carlo Ignazio Monza en Alessandro Parisotti, vroeger toegeschreven aan Pergolesi. Hun partituren werden door Diaghilev gevonden in bibliotheken in Napels en Londen. Het ballet ging in mei 1920 in première in de Parijse Opéra o.l.v. Ernest Ansermet. De danser Léonide Massine schreef zowel het libretto als de choreografie, en Pablo Picasso ontwierp de kostuums en decors. Het ballet werd geschreven in opdracht van Sergei Diaghilev.
Het ballet “Le Baiser de la fée” (“The Fairy’s Kiss”) in één bedrijf en vier scènes, werd gecomponeerd in 1928 en herzien in 1950 voor George Balanchine en het New York City Ballet. De 4 scènes zijn Prologue, Une fête au village, Au moulin : Pas de deux – Adagio – Variation – Coda – Scène, en Épilogue : Berceuse des demeures éternelles. Gebaseerd op het kortverhaal “Isjomfruen” (“The Ice-Maiden”) van Hans Christian Andersen, was het werk een eerbetoon aan Tsjaikofski, ter gelegenheid van de 35ste sterfdag van de componist. Stravinsky werkte in zijn partituur verschillende melodieën uit van vroege pianostukken en liederen van Tsjaikofski. Het ballet, in opdracht van Ida Rubinstein uit 1927, werd gechoreografeerd door Bronislava Nijinska en ging in 1928 in première in Parijs.
Reeds in 1913, in de ontstaansperiode van “Le Sacre du printemps”, realiseerde Stravinsky een transcriptie voor piano vierhandig van zijn “Sacre”, die hij zelf nog met Debussy heeft uitgevoerd. Stravinsky begon aan “Madrid” in 1917, als een studie voor de pianola (foto) alvorens het te transcriberen voor orkest als vierde van zijn “Vier studies” (1928), die een arrangement waren van zijn drie stukken voor strijkkwartet (1914) en zijn Étude voor pianola (1921). De drie stukken voor strijkkwartet “Danse”, “Eccentrique” en “Cantique”, werden de eerste drie bewegingen van zijn “Quatre études” of “Four Studies” voor orkest. De Tango, in 1940, gepland als een lied, werd uiteindelijk gepubliceerd als een compositie voor piano solo. “Souvenir d’une marche boche” (Herinnering aan een moffenmars) (W29) is een compositie voor piano solo uit 1915. Het manuscript van de compositie werd in facsimile afgedrukt in “Le Livre des Sans-Foyer”, uitgegeven in Londen in 1916, en verkocht ten behoeve van Belgische weeskinderen. Het manuscript is in de Library of Congress in Washington.
“Rag-Time” (W42), een compositie voor elf instrumentalisten (fluit, klarinet, hoorn, cornet, trombone, cimbalom, eerste en tweede viool, altviool, contrabas en slagwerk) werd in 1918 in Morges in Zwitserland gecomponeerd en opgedragen aan Chileense kunstbeschermster Eugenia Errázuriz. Rag-Time werd in april 1920, voor het eerst uitgevoerd door de Philharmonic Quartet en klein orkest in de Aeolin Hall te Londen. Rag-Time behoort tot de categorie werken waarin Stravinsky experimenteerde met het jazz-idioom, zoals hij eerder had gedaan in de Ragtime in zijn Histoire du Soldat, en later nog zou doen in bijvoorbeeld het Ebony Concerto. Stravinsky maakte zelf een bewerking voor piano solo. Voor de kaft van de publicatie hiervan maakte Pablo Picasso op Stravinsky’s verzoek een lijntekening (foto).
Niemand minder dan de legendarische Coco Chanel, ontwierp de kostuums voor Stravinsky’s “Apollon musagète”. Het ballet was gecomponeerd in opdracht van de Amerikaanse mecenas Elizabeth Sprague Coolidge en ging in april 1928 in Washington in première, in een choreografie van Adolph Bolm (1884-1951). Vervolgens brachten de Ballets Russes het nieuw ballet in Parijs op 28 juni in een choreografie van George Balanchine. De voornaamste dansers waren Serge Lifar, (Chanel noemde hem “haar broer”), Alice Nikitina, Lubov Tchernitcheva en Felia Doubrovka. Serge Lifar en Alexandra Danilova dansten in 1928 ook “Apollon Musagète” met kostuums ontworpen door Coco Chanel en decors van de schilder André Bauchant (1873-1958) (“le peintre jardinier”).
De Italiaanse pianist Luigi Palombi studeerde piano en compositie aan het conservatorium van Milaan bij Mariagrazia Grauso en Sonia Bo. Hij trad op in prestigieuze zalen, zoals Teatro dal Verme (Milaan), Pinacoteca di Brera (Milaan), Teatro Filodrammatici (Milaan), Teatro dell’Elfo (Milaan), Castelvecchio (Verona), Scenario Pubblico (Catania) en trad op voor muziekfestivals en instellingen zoals, Società del Quartetto (Milaan), Società Umanitaria (Milaan), Festival MiTo Settembre Musica (Milaan), Festival Umberto Giordano (Baveno). Zijn intellectuele nieuwsgierigheid heeft hem ertoe gebracht om muziek in al zijn vormen te verkennen, van de kamerervaringen met het Secret Theatre Ensemble op de 24ste Fadjr International Music in Iran (2008), tot de orkestrale ervaringen met het Jazz Discovery Ensemble.
Tracklist:
Preludium
Smith, J S: The Star-Spangled Banner
Souvenir d’une marche boche
excerpt, Mussorgsky: Boris Godunov
Prologue (Excerpt Arr. I. Stravinsky for Piano)
The Firebird
No. 10, Ronde des princesses (Transcr. F. Willms for Piano)
Summer Moon
Fragment des Symphonies à pour instruments à vent la mémoire de Claude Achille Debussy
Ragtime, voor piano
Tango
excerpt: Three Easy Pieces for Piano Duet
No. 3, Polka (Versie voor piano)
Valse pour les enfants
4 Études voor piano, Op. 7
No. 3 in E Minor
Le Baiser de la Fée
Pas de deux. Entrée (Versie voor piano)
Scherzo voor piano
excerpt: Pulcinella
No. 3, Scherzino
No. 6, Allegro
Concertino
Apollon musagète, K048, Tableau 1 (Versie voor piano)
Naissance d’Apollon
Apollon musagète, K048, Tableau 2 (Versie voor piano)
Variation d’Apollon [1]
Pas d’action
Variation de Calliope [L’Alexandrin]
Variation de Polymnie
Variation de Terpsichore
Variation d’Apollon [2]
Pas de deux
Coda
Apothéose
Orpheus: Air de danse
Le Sacre du Printemps: Danse sacrale de l’Elue
Igor Stravinsky Piano Conversations Luigi Palombi cd Dynamic CDS7947