Isaac Albéniz (1860-1909) ontwikkelde zich van wonderkind tot virtuoos. Op het hoogtepunt van zijn carrière als pianist maakte hij de gestage transformatie door van een briljant vertolker naar een componist met charme en diepgang.
De tijd die Isaac Albéniz tussen 1885 en 1889 in Madrid doorbracht, bleek doorslaggevend. In die tijd verliet hij nl. de trivialiteit van de soirées van de burgerlijke middenklasse, om de vrijere en hogere artistieke regionen van “Iberia” op te zoeken. Dit zou leiden tot één van de grootste prestaties in de geschiedenis van de pianoliteratuur.“Iberia”, gecomponeerd tussen december 1905 en januari 1908, slechts een jaar voor het overlijden van Albéniz, is de bekroning van het genie van de componist. Deze verzameling van ’12 nouvelles impressions’ markeerde een hoogtepunt van de postromantische pianoliteratuur en zou in de 20ste eeuw dienen als een eindeloze bron van inspiratie voor andere componisten, bewonderd door Debussy en Messiaen.
Albéniz componeerde de suite, eigenl. vier boeken met twaalf (4 x 3) muzikale impressies, “Iberia”, in Parijs tussen 1905 en 1908, ten tijde van het muzikaal impressionisme. Hij vertaalde Spaanse volksmuziek in Liszts transcendentale techniek, verweven met idiomen van Ravel. Ravels stijl bevatte nl. o.a. Spaanse ritmen, vaak met een typisch Spaanse sfeer en Albéniz werd beïnvloed door het Frans impressionisme. Albéniz en Ravel kruisten de Pyreneeën in tegengestelde richtingen, ademden wederzijds de buitenlandse invloeden en gebruikten ze om hun werk te verrijken.
“Iberia” bestaat uit vier boeken met ‘impressies’ van Spanje, met de nadruk op Andalusië. Alleen “El Corpus Christi en Sevilla” is een programmatische representatie, de religieuze processie komt dichterbij en neemt toe in opwinding, voor de avond valt over de viering en een deel van de hymne, Tantum ergo weerklinkt. De eerste twee boeken zijn het meest impressionistisch. Albéniz verklankte in “El puerto”, het vissersdorp Santa María aan de baai van Cádiz, en liet zich inspireren door Rondeña en Triana, beide vernoemd naar plaatsen in en buiten Sevilla.
Albéniz demonstreerde, vergrootte en overtrof met indrukwekkende en uiterst verfijnde techniek van een muzikaal genie, de ziel en de gevoeligheid van de Spaanse muziek, door populaire thema’s te stileren tot hun virtuele abstractie, waarbij alleen het ritme als structureel element behouden bleef. Volgens Manuel de Falla lag de schoonheid van de Suite “Iberia” en de onvergelijkbare waarde voor Spanje daarenboven in het feit dat het voor de Spanjaarden een sfeer en een tijdperk vertegenwoordigde dat voor altijd voorbij was. Het verklankte zowel heftigheid als melancholie. Het biedt een laatste blik op een verdwijnende wereld, de zwakke geur van een tijd die wordt opgeroepen in zijn vervagende lichtjes met het spookachtige ritme van de toekomst. In Iberia was de herfstromantiek van Albéniz uitgesproken. Hij bewoog zich daarna in de richting van het impressionisme en zou tenslotte een beslissende invloed moeten hebben op Debussy, die urenlang Iberia speelde met obsessief plezier, een paar jaar voor hij zijn eigen Iberia componeerde. ‘Je ogen sluiten, alsof je verblind bent door te veel beelden te hebben gezien’, schreef Debussy in 1905.
Nelson Goerner, geboren in 1969 in San Pedro, won de eerste prijs op de Liszt Wedstrijd in 1986 in Buenos Aires en ontmoette datzelfde jaar Martha Argerich (foto). Na zijn studie aan het conservatorium van Genève bij Maria Tipo, won hij in 1990 de 1ste prijs op de internationale muziekwedstrijd van Genève. Sindsdien trad hij op met orkesten zoals Philharmonia Orchestra, London Philharmonic Orchestra, Orchestre de la Suisse Romande, Deutscher Kammerphilharmonie, Hallé Orchestra, het NHK Symphony Orchestra van Tokio en onder leiding van dirigenten zoals Armin Jordan, Andrew Davis, Emmanuel Krivine, Neeme Järvi, Frans Brüggen, Esa-Pekka Salonen, Vladimir Ashkenazy, Philippe Herreweghe, Sir Mark Elder en Fabio Luisi. Hij speelde kamermuziek met Martha Argerich, Steven Isserlis, Sol Gabetta en Gary Hoffman en heeft ook opnames gemaakt van werken van Chopin, Schumann, Liszt, Debussy, Rachmaninov en Paderewski.
Ook voor Nelson Goerner is deze suite in vier boeken, die Andalusië en de arbeiderswijken van Madrid oproept, een werk van grote gestalte: ‘Ik ben van Argentijnse afkomst, deze muziek raakt me, het is als een pijl die me doorboort… Van de sublieme bezwering die Jerez is, een bezwering van de mysteries van de nacht, tot Lavapiès, beroemd om de pianistische moeilijkheden die zich voordoen door zijn polyfone kronkels en handkruisingen, straalt Albéniz’ muziek een zwier en levensvreugde uit die er naar mijn mening een mijlpaal van het allerhoogste belang van maken.’
Tracklist:
Iberia, T.105, Cahier 1
- Evocación
- El puerto
- El Corpus en Sevilla
Albéniz: Iberia, T.105, Cahier 2
- Rondeña
- Almeria
- Triana
Albéniz: Iberia, T.105, Cahier 3
- El Albaicín
- El Polo
- Lavapiés
Albéniz: Iberia, T.105, Cahier 4
- Málaga
- Jérez
- Eritaña
Iberia Albéniz Nelson Goerner cd Alpha 829