Bachs tijdgenoot, de musicus en componist, Pantalon Hebenstreit (1668-1750), dankt zijn bekendheid nog voornamelijk aan de “pantalon”, een klavierinstrument dat hij uitvond, dat later werd aanzien als een voorloper van het Tafelklavier en de Pianoforte. Op de cd staan arrangementen van werken van J. S. Bach voor een hammered dulcimer of pantalon, en orgel, van Margit Übellacker en Jürgen Banholzer.
Hebenstreit, geboren in Eisleben, ging naar de universiteit van Wittenberg en was in 1697, werkzaam als violist, klaviermuzikant en dansleraar in Leipzig. Daar bouwde hij net als Cristofori in Firenze, een vergroot type klavier, een gehamerd hakkebord of hammered dulcimer. In 1697 moest Hebenstreit Leipzig echter verlaten om aan zijn schuldeisers te ontsnappen, en werd privéleraar in Merseburg, wat hem de kans gaf om zijn instrument verder te ontwikkelen. Kort daarna werd hij uitgenodigd om het instrument aan het hof in Dresden te demonstreren. Hebenstreit kon daarna terugkeren naar Leipzig.
Tussen 1698 en 1703, werd hij door de hertog Johann Georg von Sachsen-Weißenfels uitgenodigd aan het hof in Weissenfels. In 1705 reisde hij met zijn verbouwd hakkebord naar Frankrijk. Volgens Johann Mattheson, die in zijn “Critica musica”, wel degelijk een Franse bron citeerde, was het tijdens dit bezoek, dat de Franse koning Lodewijk XIV zo onder de indruk was van zowel het instrument als van Hebenstreits beheersing ervan, dat hij het omdoopte tot “Le Pantalon”.
Bij zijn terugkeer uit Frankrijk ging Hebenstreit op zoek naar een geschikte aanstelling in zijn thuisregio. In 1707 werd hij muzikaal leider en dansmeester in Eisenach aan het hof van Saksen-Eisenach, waar zijn virtuositeit als violist werd geprezen. In 1708 of 1709, kreeg Georg Philipp Telemann een functie aan hetzelfde hof en werd er in augustus 1709, benoemd tot kapelmeester. Pantaleon was gepasseerd voor die belangrijke functie en verliet kort daarna, waarschijnlijk nog in 1709, het hof van Eisenach.
In mei 1714 aanvaardde hij een positie aan het hof in Dresden. Hebestreits taken omvatten o.a. het bespelen van het orgel in de kapel. In 1733, nu hij achteraan in de 60 was en zijn gezichtsvermogen begon af te nemen, droeg hij de verantwoordelijkheid voor dit onderdeel van zijn werk, over aan zijn leerling, Johann Christoph Richter (1700-1785). Richter had trouwens al in 1729, een aantal van zijn taken, waaronder de kooropleiding, overgenomen. Een allemande en een courante van Richter werden door Johann Sebastian Bach opgenomen in het Klavierbüchlein für Wilhelm Friedemann Bach. Pantaleon Hebenstreit overleed in 1750 en werd drie dagen later begraven in de Johanniskirche in Dresden.
Zijn uitvinding, de Pantalon of “Tafelclavier mit Hammermechanik”, werd tot ver buiten de grenzen van het toenmalig Heilig Roomse Rijk bekend. In 1772 ontdekte bv. de Engelse musicoloog, Charles Burney, de “beroemde Pantalon” in het huis van de organist en klavecinist, Christlieb Sigmund Binder (1723-1788), die Richter in Dresden was opgevolgd als organist van de Hofkirche. Er werd verteld dat de hertog, “van het instrument niet kon afblijven”. Leerlingen van Hebenstreit waren o.a. de twee Weense Pantaleonisten, Johann Baptist Gumpenhuber (1710-?) en Maximilian Hellmann (1702-1763).
Margit Übellacker bespeelt een tenor dulcimer van Alfred Pichlmaier en Jürgen Banholzer bespeelt het vernieuwd Bach orgel uit 1908, (foto) van Wilhelm Sauer (1831-1916), in de Erlöserkirche in Bad Homburg, dat in 1990, verbouwd werd door Gerald Woehl (°1940), naar aanwijzingen (dispositie) van Bach voor het orgel (foto) in de evangelische Kirche St. Marien in Bad Berka in 1742.
Tracklist:
Violin Sonata in G Major, BWV 1019
Violin Sonata in E Minor, BWV 1023
Cello Suite No. 3 in C Major, BWV 1009: IV. Sarabande (arr. voor Dulcimer door Margit Übellacker)
Violin Partita No.3 in E Major, BWV 1006: I. Preludio (arr. voor Dulcimer door Margit Übellacker)
Violin Sonata in A Major, BWV 1015
Cello Suite No. 1 in G Major, BWV 1007: I. Prelude
Violin Sonata in G Major, BWV 1021
Hebenstreit’s Bach La Gioia Armonica Margit Übellacker Jürgen Banholzer cd Ramée RAM 2101