Terwijl ze onderzoek deed naar de wereldberoemde ontwerper, Christian Dior, ontdekt de journaliste, Justine Picardie, het heldhaftig verleden van zijn onbekende zus, Catherine. Die zus zat bij het verzet, overleefde Ravensbrück, ging rozen kweken en groeide uit tot de muze van het iconisch modehuis.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, als de nazivlaggen wapperden in Parijs, ging Catherine bij het verzet. Ze werd opgepakt door de Gestapo, gevangengezet, wekenlang gemarteld en daarna gedeporteerd naar Ravensbrück. Ondertussen deed haar bezorgde broer verwoede pogingen om haar te vinden.
Ginette Dior (1917-2008), beter bekend als Catherine Dior, was een Franse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze was vanaf november 1941 betrokken bij de Frans-Poolse inlichtingeneenheid F2 en werd in juli 1944, in Parijs gearresteerd door de Gestapo, daarna gemarteld en gedeporteerd naar het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück. Dior werd vervolgens gedwongen te werken in de militaire gevangenis van Torgau, in het buitenkamp van Buchenwald in Abberode en uiteindelijk in een fabriek in de buurt van Leipzig. Na haar vrijlating in april 1945, ontving ze verschillende eremedailles voor haar daden in het verzet, met name het Croix de Guerre, de King’s Medal for Courage in the Cause of Freedom en het Legioen van Eer.
Na het einde van de oorlog werkte ze de rest van haar leven met bloemen, eerst als bloemenhandelaar in Parijs, daarna als bloemenkweekster in de Provence voor de productie van geuren. Ze had een hechte band met haar broer, de bekende couturier Christian Dior. Gelanceerd in 1947, wordt vaak gezegd dat het parfum Miss Dior door Christian naar haar is vernoemd. Catherine Dior hielp na zijn dood in 1957 mee aan het behoud van de erfenis van haar broer, en ze werd erevoorzitter van het Christian-Dior Museum van 1999 tot haar overlijden in 2008, op 90-jarige leeftijd.
Ginette Dior (foto), die later de naam Catherine aannam, werd geboren in Granville, Normandië in augustus 1917, als jongste kind van Maurice Dior (1872-1946), een kunstmestindustrieel, en Madeleine Dior, geboren Martin (1879 – 1931). Ze had vier broers en zussen: Raymond – de vader van Françoise Dior, Jacqueline, Bernard en de couturier Christian Dior. Na het faillissement van de Dior-fabrieken in de nasleep van de financiële crash van 1929, en het overlijden van haar moeder in 1931, vestigde het gezin zich in 1932 in Callian, vlakbij Grasse in de Provence. Catherine hielp het gezin te overleven door sperziebonen en erwten te verbouwen.
In november 1941, ontmoette ze de oprichter van het verzet, Hervé des Charbonneries (foto), tijdens het winkelen in Cannes. Ze werd verliefd op hem, 36 jaar oud, des Charbonneries was een getrouwde man en had 3 kinderen. Dior voegde zich eind 1941 bij hem in het verzet, kort nadat haar broer Christian, naar Parijs was teruggekeerd. Ze gebruikte Christians appartement in Parijs, gelegen aan Rue Royale 10, om ondergrondse verzetsbijeenkomsten te organiseren. Ze was betrokken bij de sectie “Massif Central” van het F2-netwerk, een door de Britten gefinancierde inlichtingeneenheid van het verzet, die door de Poolse regering in ballingschap was opgezet om in Frankrijk te opereren. Des Charbonneries behoorde tot hetzelfde netwerk en opereerde in de Zone Sud onder leiding van admiraal Jacques Trolley de Prévaux. Dior was verantwoordelijk voor het verzenden van clandestiene rapporten naar Londen.
Op 6 juli 1944 werd Dior samen met 26 andere personen van de groep, gearresteerd en vervolgens gemarteld door de Gestapo. Christian Dior probeerde haar vrijlating te verkrijgen via de nazi-contacten die hij op zijn werk had gelegd en met de hulp van zijn vriend, de Zweedse consul-generaal Raoul Nordling. Op 18 augustus slaagde Nordling erin de nazi’s te overtuigen om Catherine onder de bescherming van de Zweedse staat te plaatsen, maar ze was al op 15 augustus gedeporteerd in één van de laatste gevangenistreinen die Parijs verlieten naar het vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück. Trolley de Prévaux werd in dezelfde maand gearresteerd in Marseilles.
Dior werd vervolgens vanuit Ravensbrück overgebracht naar de militaire gevangenis van Torgau en gedetacheerd bij de volledig vrouwelijke “Anton Kommando” om te werken aan de productie van explosieven in een niet meer gebruikte kaliummijn. Daarna werkte ze in Abberode, een van de buitenkampen van het concentratiekamp Buchenwald, en in een luchtvaartfabriek in Leipzig-Markkleeberg, die uiteindelijk in april 1945, door het Amerikaans leger werd veroverd. Dior werd in dezelfde maand bij Dresden bevrijd en keerde terug naar Parijs op 28 mei 1945. Toen ze terugkwam in Parijs, was ze zo uitgemergeld dat haar broer Christian haar niet herkende en ze was te ziek om het diner op te eten dat hij had bereid om haar terugkeer te vieren.
In 1952 getuigde ze in een proces tegen 14 beschuldigden, die verantwoordelijk waren voor het Gestapo-kantoor in Parijs. Dior ontving verschillende eremedailles voor haar verzetsdaden: het Croix de Guerre, een onderscheiding die gewoonlijk wordt voorbehouden aan reguliere strijdkrachten, het Combatant Volunteer Cross of the Resistance, het Combatant’s Cross, de King’s Medal for Courage in the Cause of Freedom, en werd benoemd tot Chevalière van het Legioen van Eer.
Na de oorlog werd Dior een “vertegenwoordiger in snijbloemen” (mandataire en fleurs coupées). Gedurende 12 jaar werkte ze met des Charbonneries op de Halles-markt in Parijs, waar ze bloemen uit Zuid-Frankrijk en de Franse koloniën verhandelde. Daarna verhuisde ze naar Callian, Provence, waar ze een rozenkwekerij kocht voor de productie van geuren, die ze tot haar dood bleef exploiteren. In het testament van Christian Dior, gedateerd 30 augustus 1957, wordt zijn bezit nagelaten om gelijkelijk te worden verdeeld tussen zijn zus Catherine en Raymonde Zehnacker, zijn rechterhand. Hij overleed aan een hartaanval op 23 oktober van hetzelfde jaar, 52 jaar oud.
De geur “Miss Dior”, gepresenteerd op 12 februari 1947, tijdens de eerste modeshow van het bedrijf, zou naar haar vernoemd zijn. Hoewel de relatie niet wordt bevestigd door de officiële website van Dior wordt het verhaal vaak genoemd door journalisten. Volgens de legende kwam Catherine Dior plotseling de kamer binnen terwijl haar broer Christian met zijn muze Mitzah Bricard, over namen voor de geur aan het brainstormen was. “Ah, hier is Miss Dior!”, zei Bricard, en Christian antwoordde naar verluidt, “Miss Dior: nu heb ik een naam voor mijn parfum!”
Ze bleef de erfenis van haar broer bewaren tot aan haar overlijden en opende in 1999, het Christian-Dior Museum (foto) in Granville. Naast het schenken van een jurk die toebehoorde aan haar moeder, Madeleine, werd ze erevoorzitter van het museum. Catherine Dior overleed in juni 2008, in Callian, 91 jaar oud. Ze werd begraven in de buurt van haar wereldberoemde broer, Christian. In september 2019 wijdde Maria Grazia Chiuri, toen creatief directeur bij Christian Dior Italië, de ready-to-wear-collectie lente-zomer 2020, aan Catherine Dior, geïnspireerd door haar passie voor bloemen.
Voor dit prachtig geschreven boek met honderden, prachtige kleurenfoto’s, kreeg Justine Picardie, volledige medewerking van de familie Dior. Ze laat zien dat Christian zonder Catherine, waarschijnlijk nooit zo succesvol was geworden. Haar lijdensweg inspireerde hem nl. tot de New Look die hem wereldberoemd zou maken en haar liefde voor het kweken van rozen, bracht haar broer op het spoor van zijn grootste parfum, dat hij naar haar vernoemde. Miss Dior laat zien hoe achter het gepolijst uiterlijk van de modewereld, verborgen dieptes kunnen schuilgaan. Een onvergetelijk en indrukwekkend verhaal, dat je ademloos achterlaat. Een prachtig, indrukwekkend eerbetoon aan moed, dapperheid en hartstocht, en aan hoe uit de verschrikkelijkste gebeurtenissen, schoonheid kan voortkomen. Zeker lezen! “Miss Dior. A Story of Courage and Couture” werd vertaald door Ineke Lenting.
Justine Picardie (°1961) is een Britse romanschrijver, modeschrijver en biograaf. Ze is voormalig hoofdredacteur van Harper’s Bazaar UK en Town & Country UK en schreef voor Vogue, Daily Telegraph, Harper’s Bazaar en voor het Magazine van de Sunday Telegraph. Haar biografie van Coco Chanel (“Coco Chanel: The Legend and the Life”) uit 2010, stond op de shortlist voor de Galaxy National Book Awards. Verder schreef ze “If the Spirit Moves You: Life and Love After Death”, “Truth or Dare: A Book of Secrets Shared”, “Wish I May”, “My Mother’s Wedding Dress: The Life and Afterlife of Clothes”, en “Daphne: A Novel”.
Justine Picardie Miss Dior geïllustreerd 375 bladz. uitg. Nieuw Amsterdam ISBN 978 90 486 2593 8