Beethovens composities voor pianoforte en cello zijn fascinerend omdat ze elke periode van zijn carrière omvatten in een bijzonder innovatieve en verbazingwekkend moderne, muzikale taal.
Naast 5 Cellosonaten (op. 5 nrs. 1 & 2, op. 69, uit 1796 en op. 102 nrs. 1 & 2 uit 1815), componeerde Beethoven voor cello nog 12 Variaties op “Ein Mädchen oder Weibchen”, op. 66 uit 1814, de 12 Variaties op “See the conquering hero comes”, WoO 45 uit 1796, en de 7 Variaties op “Bei Männern, welche Liebe fühlen”, WoO 46 uit 1801. De Cellosonates nrs. 1 en nr. 2, op. 5 werden gecomponeerd in 1796, terwijl Beethoven in Berlijn was.
Daar ontmoette hij de koning van Pruisen Friedrich Wilhelm II (foto), een fervent muziekliefhebber en een cellist. Hoewel de sonates opgedragen zijn aan Friedrich Wilhelm II, vertelt Ferdinand Ries dat Beethoven verschillende keren aan het hof speelde, waar hij ook de twee cellosonates speelde, op. 5, gecomponeerd voor Duport (de eerste cellist van de koning). Hoewel Jean-Pierre Duport een van de leraren van de koning was, wordt nu aangenomen dat het zijn broer, Jean-Louis Duport was, die deze sonates in première speelde.
De cellist, pedagoog en componist, Jean-Louis Duport (1749-1819) (foto), ook wel bekend als Duport de Jongere, om hem te onderscheiden van zijn oudere broer (en leraar) Jean-Pierre (1741-1818), is vandaag misschien het best bekend om zijn 21 études voor solo cello die het laatste deel vormen van de “Essai sur le doigté du violoncelle et sur la conduite de l’archet” uit 1806, een baanbrekend werk voor cello-techniek. Hij schreef ook zes celloconcerti en Études pour violoncello. In 1812 keerde Jean-Louis terug naar Parijs, waar hij Napoleon ontmoette, die erop stond Duports Stradivarius-cello uit te proberen. Hij vroeg, “Hoe houdt u zich aan dit ding, mijnheer Duport?” Duport was bang dat Napoleon het zou beschadigen, dat Napoleon het lachend teruggaf aan de meer voorzichtige cellist. Napoleon had eigenlijk een klein deukje in de ribben van de cello gemaakt, wat nog steeds te zien is op het instrument. Het werd later eigendom van de cellisten, Auguste Franchomme en Rostropovich.
In het begin van de 19de eeuw werden sonates voor piano en instrument meestal geadverteerd als pianosonates met instrumentale begeleiding. Beethovens eerste vioolsonates werden bijvoorbeeld gepubliceerd als ‘sonates voor piano met begeleiding van de viool’. De cellosonate was nl. uit sonates voor continuo voortgekomen. In het begin van de 19de eeuw was het nog steeds gebruikelijk dat de cello in cellosonates, de partij voor de linkerhand van de piano verdubbelde, terwijl de partij voor de rechterhand, uit versieringen en het spelen van de melodie bestond. Beethoven componeerde weliswaar één van de eerste cellosonates met een uitgeschreven, zelfstandige pianopartij. Beide sonates zijn in twee bewegingen, met een uitgebreide adagio-inleiding, telkens voorafgaand aan een allegro.
De Cellosonate nr. 3 in A, op. 69, werd gecomponeerd in 1808, in hetzelfde jaar als Beethovens Pianotrio’s op. 70 en de Koorfantasie. In datzelfde jaar gingen Beethovens vijfde en zesde symfonieën in première. De Sonate werd voor het eerst uitgevoerd in maart 1809 door cellist Nikolaus Kraft en de pianiste, Dorothea von Ertmann, en opgedragen aan baron Ignaz von Gleichenstein, die zelf cellist was. De Sonate op. 69 was de eerste sonate die Beethoven componeerde sinds zijn op. 5, meer dan 10 jaar eerder. Nikolaus Kraft (1778-1853) (foto) was een cellist en componist van zes celloconcerti uit Eszterháza, in Oostenrijk-Hongarije. Hij was de zoon van Antonín Kraft, bij wie hij eerst studeerde, voor hij leerling werd van Jean-Louis Duport. Hij beweerde de solist te zijn geweest op de première van Beethovens Triple Concerto en speelde samen met Mozart en Anton Teyber in april 1789 in Dresden, tijdens de Berlijnse reis van Mozart in 1789.
Dorothea von Ertmann (geb. Graumann), (1781-1849) werd geboren in Frankfurt en trouwde in 1798 met Stephan von Ertmann, een Oostenrijkse infanterieofficier. Het echtpaar verhuisde naar Wenen, waar Dorothea Ertmann les begon te volgen bij Beethoven. Hij noemde haar zijn “Dorothea-Cecilia”, droeg zijn pianosonate nr. 28 aan haar op, en zij was mogelijks ook de beoogde ontvanger van zijn brieven aan een onsterfelijke geliefde. Haar enig kind, Franz Carl, overleed op jonge leeftijd in maart 1804. Terwijl ze in de rouw was, nodigde Beethoven haar bij hem thuis uit en improviseerde een uur lang voor haar op de piano om haar te troosten en zei: “We zullen nu praten met elkaar in tonen”. Ertmann speelde in maart 1809 met Nikolaus Kraft, zijn Cellosonate nr. 3 in première. Zij en haar man verhuisden in 1820 naar Milaan, waar ze werd bezocht door Felix Mendelssohn. Na het overlijden van haar man in 1835, keerde ze terug naar Wenen, waar ze overleed.
Ertmann gaf een aantal openbare concerten en stond vooral bekend om haar uitvoering van Beethovens composities. Alexander Thayer zei dat, was zij zo niet de beste speler van deze werken, ze tenminste de beste van de vrouwen was. Alexander Wheelock Thayer (1817-1897) (foto), was een Amerikaanse bibliothecaris en journalist, die de auteur werd van de eerste wetenschappelijke biografie van Ludwig van Beethoven, “Thayer’s Life of Beethoven” (2 vols.), Princeton University Press (1866 en 1879). Anton Schindler suggereerde zelfs dat ze de meest verborgen subtiliteiten van Beethovens werken, intuïtief en met zoveel zekerheid, begreep, alsof ze voor haar ogen waren opgeschreven. Hij zei ook dat zonder Frau von Ertmann, de muziek van Beethoven uit het repertoire zou zijn verdwenen omdat ze een muzieksalon creëerde die erop gericht was zijn stijl te behouden tegen de opkomst van nieuwe, meer modieuze componisten.
Baron Ignaz von Gleichenstein (1778-1828) (foto) was een Duitse aristocraat en amateurcellist. Hij werd een goede vriend van Ludwig van Beethoven en was een van zijn meest fervente supporters. Naast gravin Marie Erdödy speelde Gleichenstein een rol bij het veiligstellen van een levenslange lijfrente voor Beethoven door leden van de Oostenrijkse adel.
Beethoven Sonatas for Fortepiano and Cello Vol. 1 Bruno Cocset Maude Gratton cd ALPHA835