Tussen 2010 en 2014, bracht het Engels Emperor Quartet, de drie hier verzamelde cd’s uit, met alle gepubliceerde muziek voor strijkkwartet van Benjamin Britten, evenals zijn enige werk voor strijkkwintet, de Phantasy in fa klein
Benjamin Britten (1913-1976) componeerde zijn 3 Strijkkwartetten, respectievelijk in 1941, 1945 en 1975. Zijn natuurlijke aanleg voor het componeren voor strijkers was weliswaar al op zeer jonge leeftijd merkbaar. De box bevat daarom ook een aantal onbekende jeugdwerken, o.a. het Strijkkwartet in F van een veertienjarige schooljongen, tot het String Quartet in D uit 1931 en de heerlijke Simple Symphony, gecomponeerd in 1934, die als zijn doorbraak als componist mag worden beschouwd. De Simple Symphony werd trouwens gevolgd door zijn “Variations on a theme of Frank Bridge”, dat zijn première beleefde op de Salzburger Festspiele in 1937.
Het eerste strijkkwartet werd gecomponeerd in opdracht van de kunstmecenas Elizabeth Sprague Coolidge, terwijl Britten in Amerika woonde. In die tijd verbleven hij en Peter Pears nl. als gasten van het Engels pianoduo Ethel Bartlett en Rae Robertson in Escondido bij San Diego in Californië. Britten was nl. overtuigd pacifist en weigerde dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog op grond van gewetensbezwaren. Het eerste strijkkwartet was het laatste belangrijke werk van zijn Amerikaanse periode. De première vond plaats in september 1941, in Occidental College in Los Angeles, in aanwezigheid van de componist, door het Coolidge Quartet. Britten schreef na afloop aan mevrouw Coolidge dat hij “verrukt was over de manier waarop ze zijn kwartet hadden gespeeld – echt eersteklas, zowel qua muzikaliteit als qua techniek”. Het gespannen en rusteloos karakter van het kwartet verklankte Brittens emotionele beroering, gedeeltelijk voortgekomen uit de werkomstandigheden. Hij had zich nl. moeten afzonderen in een gereedschapsschuur en een ventilator moeten aanzetten om het geluid van de piano oefeningen van zijn gastheren te overstemmen. Hoe dan ook, op zevenentwintigjarige leeftijd toonde Britten zich met dit Kwartet reeds een meester in tonale architectuur met een lichtgevende harmonie van zachte diatonische dissonantie. Het was reeds een belangrijke mijlpaal in zijn componisten carrière.
Het Strijkkwartet nr. 2 in, op. 36, werd in 1945, gecomponeerd in Snape, Suffolk en Londen. Het eerste optreden was door het Zorian Quartet in de Wigmore Hall, Londen in november 1945, tijdens een concert ter gelegenheid van de 250ste verjaardag van het overlijden van Henry Purcell (1659-1695). Het werk werd gecomponeerd in opdracht van en opgedragen aan Mary (“Mrs J.L.”) Behrend, een beschermvrouw van de kunsten. Britten schonk trouwens het grootste deel van zijn honorarium aan de hongersnood in India. Het Zorian Quartet maakte de eerste opname van het werk, in oktober 1946. Het beslaat zeven zijden van een vier-disc 78-toeren album. Op de achtste zijde stond Purcells Fantasia upon One Note Z.745, opgenomen, met Britten die de aanhoudende middelste C-noot op de tweede altviool speelde, zijn favoriet snaarinstrument.
De eerste beweging is in een soort sonatevorm met 3 i.p.v. 2 thema’s. De tweede beweging is beschreven als “nachtmuziek”, waarbij de vier de instrumenten met dempers spelen. De derde beweging is langer dan de andere twee bewegingen samen. De titel “Chacony” van deze beweging, verwijst naar Purcell, die die naam gebruikte voor de muzikale vorm die ook chaconne of passacaglia werd genoemd. Het bestaat uit een thema (een eenheid van negen maten) en 21 variaties, verdeeld in vier secties, van elkaar gescheiden door solocadensen voor cello, altviool en eerste viool. In een programmanota voor de première schreef Britten: “Van die secties kan worden gezegd dat ze achtereenvolgens, de harmonische, ritmische, melodische en formele aspecten van het thema herzien”.
Het Strijkkwartet nr. 3 in G, op. 94, was Brittens laatste voltooide grote werk en zijn laatste voltooide instrumentale compositie. Het werd gecomponeerd in oktober–november 1975 tijdens zijn laatste ziekte, de eerste vier bewegingen in zijn huis, The Red House foto)in Aldeburgh, en de vijfde tijdens zijn laatste bezoek aan Venetië, in Hotel Danieli. Het werd opgedragen aan de in Wenen geboren, controversiële, joods-Oostenrijks-Britse, musicoloog, Hans Keller (1919-1985). In december 1975, voerden de broers Colin en David Matthews het privé uit voor de componist in een pianoduet arrangement.
In september 1976, werkte Britten eraan met het Amadeus Quartet, dat het in december 1976, in première speelde in The Maltings Concert Hall in Snape (foto), twee weken na Brittens overlijden. Het recitatief waarmee de laatste beweging opent, bevat vijf muzikale citaten uit zijn (laatste) opera “Death in Venice” uit 1973. De afsluitende Passacaglia bv. (een van Brittens favoriete muziekvormen) is gebaseerd op een muzikaal motief uit die opera. De titel van die beweging, “La Serenissima”, was afgeleid van de historische status van de voormalige Republiek Venetië als soevereine republiek.
Britten componeerde zijn Strijkkwartet in D (zonder officieel nummer of opusnummer) in 1931 geschreven. Hij herzag het in 1974, toen hij reeds ziek was, en het werd in dat jaar voor het eerst gepubliceerd. Het kwartet werd oorspronkelijk voltooid tijdens Brittens tweede studiejaar aan het Royal College of Music. Hij toonde de partituur aan zijn mentor Frank Bridge, die het contrapunt “te vocaal” noemde. John Ireland, zijn officiële leraar, was het daar weliswaar niet mee eens. Het Strijkkwartet werd in 1932, privé door het Stratton Quartet gespeeld en was een sterke voorafschaduwing van Brittens Sinfonietta, die in dat jaar werd gepubliceerd als zijn op. 1.
Het Emperor String Quartet werd opgericht in 1992 en werd al snel een van de toonaangevende ensembles in het Verenigd Koninkrijk. Het kwartet heeft in alle grote concertzalen en festivals in het Verenigd Koninkrijk gespeeld en werd bij zijn debuut op Edinburgh Festival in 1994, meteen opnieuw uitgenodigd. In 1995 werd een internationale carrière gelanceerd, toen het kwartet de Eerste Prijs, de Mozartprijs en de Prijs voor Hedendaagse Muziek won op de prestigieuze Evian/Bordeaux International String Quartet Competition, en uitnodigingen voor festivals zoals de Praagse Lente, Radio France/Montpellier, Evian, Martinů Festival (Tsjechië), Vlaanderen, Kuhmo (Finland) en Mostly Mozart (New York City) volgden. Het kwartet toerde door Europa en Noord-Amerika en voor de British Council door Nigeria en Ecuador. Met een breed repertoire heeft het Emperor Quartet deelgenomen aan Haydn- en Beethoven-cycli in Londen, Edinburgh en New York, maar ook Xenakis, Harrison Birtwistle en Ligeti uitgevoerd in grote hedendaagse concertreeksen en talrijke werken in première gebracht van getalenteerde componisten zoals als Ian Wilson, Rebecca Saunders, James MacMillan, John Woolrich en Philip Cashian
Hun gedreven en bezielde uitvoeringen van de drie genummerde kwartetten, onbetwiste meesterwerken van de 20e-eeuwse kamermuziek, werden door de critici afwisselend beschreven als ‘verbijsterend’ (Classic FM Magazine), ‘een prachtig eerbetoon’ (Ensemble) en ‘een complete kosmos van kleuren en nuances’ (Fono Forum). De cd’s ontvingen daarenboven de hoogste cijfers en onderscheidingen in tijdschriften zoals Fanfare en Diapason. De box bevat ook de originele boekjes, met inzichtelijke duiding en uitleg van de Britten-specialist, Arnold Whittall (°1935).
Benjamin Britten The Music for String Quartet Emperor Quartet 3 SACD BIS2640