Helaas, pas na zijn overlijden maakten de symfonieën van Franz Schubert indruk in de muziekgeschiedenis. Want, in feite vond de eerste openbare uitvoering van een van Schuberts symfonieën, pas plaats tijdens een herdenkingsconcert enkele weken na het overlijden van de componist, op 19 november 1828. Het werk dat bij die gelegenheid werd uitgevoerd was zijn Symfonie nr. 6, D589, de ‘Kleine C majeur’, terwijl zijn twee onbetwiste meesterwerken dienaangaande, de ‘Grote C majeur’ en de ‘Onvoltooide’, moesten wachten tot respectievelijk 1838 en 1865 voor ze werden uitgevoerd.
De zes symfonieën die deze voorafgingen in de lijst van voltooide werken werden alle gecomponeerd tussen 1813 en 1818, terwijl Schubert nog maar 21 jaar oud was. In een stijl die vooral gericht was op Haydn en Mozart, waren ze jeugdig in de beste zin van het woord en vertoonden ze een ontwapenende frisheid die deze uitvoeringen tot in de perfectie overbrengt. De vier hier verzamelde cd’s werden tussen 2010 en 2014, afzonderlijk uitgebracht en kregen lovende kritieken in de internationale muziekpers, de recensent in The Daily Telegraph (VK) beschreef de ervaring als ‘een vernislaag verwijderen van een geliefd schilderij’, terwijl zijn collega in Fanfare schreef dat de aanpak van Thomas Dausgaard en het Swedish Chamber Orchestra ‘het landschap verandert’, waarbij hij voorstelde dat de cyclus ‘een eerste keuze zou kunnen worden van alle beschikbare’. De box bevat overigens ook enkele van Schuberts kortere orkestwerken, waaronder de ouverture (“Die Zauberharfe”) tot en een selectie uit “Rosamunde” .Schitterend!
Naast zijn symfonieën, componeerde Schubert tussen ca. 1811 en 1819, in totaal 8 voltooide concertouvertures, waarvan twee in twee versies. De muzikale expressie in Schuberts ouvertures was verrassend luchtig en licht met een positief, vreugdevol gevoel, die met een sterk gevoel van hoop en ongebreidelde vitaliteit, de “Italiaanse stijl” van Schubert liet horen. Pijnlijk emotionele passages werden daarbij vermeden. Hoewel Schuberts droom om succes te hebben als componist voor het toneel hem grotendeels is ontglipt, werd een deel van zijn toneelmuziek tijdens zijn leven toch uitgevoerd. Zijn ouvertures voor Georg von Hofmanns “Die Zwillingsbrüder” en voor “Die Zauberharfe”, later overgenomen in “Rosamunde”, D. 644, oogstten helaas weinig lof, hoewel de Ouverture in Italiaanse stijl, D590, gewaardeerd werd om haar gedreven, jeugdig élan.
De Deense dirigent, Thomas Dausgaard (° 1963), geboren in Kopenhagen, studeerde orkestdirectie aan de Royal Academy of Music in Kopenhagen en bij Norman Del Mar aan het Royal College of Music in Londen, en volgde masterclasses bij Franco Ferrara, Leonard Bernstein en Hiroyuki Iwaki. In 1991 won hij een beurs voor het Los Angeles Philharmonic Institute. In Scandinavië is Dausgaard sinds 1997 chef-dirigent van het Swedish Chamber Orchestra. Van 2001 tot 2004 was hij vaste gastdirigent van het Danish National Symphony Orchestra (DNSO), en in 2004 werd hij daar als eerste Deen, chef-dirigent. Aan het einde van het seizoen 2010–2011 rondde hij zijn chef-dirigentschap van de DNSO af en werd vervolgens æresdirigent (eredirigent). In mei 2017 maakte het Zweeds kamerorkest bekend dat Dausgaard zijn ambtstermijn als chef-dirigent na het seizoen 2018–2019 zou afronden en vervolgens de titel van dirigentlaureaat zou overnemen.
Tot de historische voorlopers van het Zweeds Kamerorkest (Svenska kammarorkestern) behoorden de Harmonic Society (Harmoniska sällskapet), die actief was van 1831 tot 1837. In 1859 werd de Philharmoniska sällskapet (Philharmonic Society) opgericht onder leiding van Karl Johan Lewerth. Een concurrerende organisatie, de Örebro musikförening Philomele (Örebro Muziekvereniging Philomele), werd opgericht in 1868 en zette haar activiteiten voort tot 1916. In 1909, had de Örebro orkesterförening (Örebro Orkestvereniging), een eigen amateurorkest en het ensemble kreeg in 1912 steun van de gemeente Örebro. De componist Ingvar Lidholm bekleedde een leidinggevende functie bij het ensemble in 1947. In 1950 voegden vier fulltime bandmuzikanten zich bij het orkest. Vijf jaar later werd de organisatie omgevormd tot Örebro orkesterstiftelse (Örebro Orkeststichting). Extra musici, zowel professionals als militaire musici, werden daarvoor gerekruteerd. In 1962 werd het Örebro kammarorkester (Örebro Kamerorkest) formeel opgericht.
In 1977 vond een nieuwe reorganisatie plaats om het Örebro symfoniorkester (Örebro Symfonie Orkest) als professioneel ensemble te vormen. Tegelijkertijd hervatte de Örebro orkesterförening zijn activiteiten als amateurorkest. In mei 1995 volgde opnieuw een reorganisatie en werden het Örebro Symphony Orchestra en het Örebro Chamber Orchestra samengevoegd tot één ensemble, het Swedish Chamber Orchestra. Thomas Dausgaard werd in 1997 de eerste chef-dirigent van dit nieuw ensemble en van 2009 tot 2012, was Nikolaj Znaider drie jaar vaste gastdirigent. In mei 2017 kondigde het orkest de benoeming aan van Martin Fröst als de volgende chef-dirigent, met ingang van het seizoen 2019-2020, met een initieel contract van 3 seizoenen.
Karin Rehnqvist was van 2000 tot 2004, composer-in-residence en het orkest maakte opnamen voor labels als BIS Records, Simax, Naxos Records en Hyperion Records. Hun belangrijkste concertlocatie is de concertzaal, (ontworpen door Georg Arn (1886-1954), gebouwd tussen 1930 en 1932), van Örebro (foto), de geboorteplaats van Olof Daniel Westling Bernadotte (Daniel van Zweden) (°1973), de echtgenoot van kroonprinses Victoria van Zweden, en van Ola Brunkert (1946-2008), de drummer van…ABBA!
Schubert The Symphonies Swedish Chamber Orchestra Thomas Dausgaard 4 SACD BIS2514