In 1723 publiceerde Marain Marais (1656-1728) zijn laatste meesterwerk, “La Gamme et les autres morceaux de symphonie pour le violon, la viole et le clavecin”. Op 67-jarige leeftijd was hij gehuld in glorie en had hij niets meer te bewijzen, maar genoot hij van het genoegen om zich over te geven aan de compositie van 15 buitengewone stukken voor viool, basgamba en klavecimbel, die samen de stijgende en dalende toonladder van Do groot vormden.
De Franse gambaspeler, Marin Marais (foto) werkte het grootste deel van zijn leven aan het hof in Versailles en componeerde hoofdzakelijk voor zijn instrument, de viola da gamba (viole), en basso continuo. Hij begon zijn loopbaan als zanger in het koor van de Saint-Chapelle en leerde gamba spelen bij Nicolas Hotman en Monsieur de Sainte-Colombe. Hij bekwaamde zich verder bij Lully en speelde in het orkest van de Académie Royale de Musique, dat onder leiding stond van Lully. In 1676 kwam hij als musicus in dienst van het koninklijk hof, werd drie jaar later ‘Ordinaire de la chambre du roy pour la viole’, en in 1685 volgde zijn benoeming tot solist. Tot 1715 diende hij onder de Zonnekoning en tot 1725 onder Louis XV. Marin Marais componeerde tussen 1686 en 1725, vijf boeken, getiteld “Pièces de Violes”, een verzameling van wel meer dan 550 stukken, de meeste voor zijn eigen instrument. Tussen 1680 en 1728, bracht Marin Marais, het pièce de viole naar het toppunt van perfectie. Hij was een gedreven leraar, was ook de uitgever van zijn eigen muziek en bedacht speciale tekens om bepaalde ornamenten voor het spel op de gamba aan te duiden.
Marais componeerde bv. zijn “Pièces en trios pour les flûtes, violons et dessus de viole avec la basse continue” (1692) niet voor zichzelf en zijn eigen basgamba, maar eerder voor zijn collega’s, de musici van de “Chambre du Roi”. Marais baande met deze trio’s, de weg naar een nieuw instrumentaal genre in Frankrijk. Samen met Lully was Marin Marais één van de eersten in Frankrijk die stukken voor een trio van twee dessus en een bas heeft gecomponeerd. Als Ordinaire de la Chambre du Roy pour la viole sinds 1679, publiceerde hij in 1692 deze “Pièces en trio” voor fluiten, violen en dessus de viole,. De stukken die werden gegroepeerd naar aan elkaar gerelateerde toonaarden (C groot, g klein, D groot, Bes groot, e klein, c klein), waren niet echt typisch Franse suites (er zijn geen allemandes of courantes), maar waren eerder opeenvolgingen van dansen beoefend aan het hof, (sarabandes, gigues, gavottes en menuetten), die beginnen met een prélude en vaak eindigen met een vrijer en meer ontwikkelde vorm zoals chaconne, passacaille, simphonie of plainte. Het model van Marin Marais waren Lully’s balletten, die vaak passages in trio bevatten.
In de vorm van een kleine opera (“en forme de petit Opéra”) plaatste Marin Marais in “La Gamme”, gevolgd door de 7 stukken van de “Sonate à la Marésienne” en het betoverend “Sonnerie de Sainte Genevieve du Mont de Paris” (in totaal, 23 composities), drama en actie centraal in de muziek. Gevoelens en emoties werden met overdaad uitgedrukt en virtuositeit heerste tot aan de emblematische “Sonnerie de Sainte Genevieve du Mont”, een waar wonder, dat de tonen van de drie klokken van de oude abdij imiteerde om gehypnotiseerd van te worden. Yoko Kawakubo, Myriam Rignol en Julien Wolfs bieden met deze bijzondere muziek, een laatste, sonore glimp van de Grand Siècle.
Les Timbres is sedert 2007, een gerenommeerd, instrumentaal muziekensemble, gespecialiseerd in oud repertoire en kamermuziek, met name rond viool, viola da gamba en klavecimbeltrio. Het ensemble biedt zowel een muzikaal repertoire gekoppeld aan zijn trio-formatie als artistieke projecten met een groter aantal leden waar zang, dans en theater met elkaar vermengd worden Samengesteld uit Yoko Kawakubo (viool), Myriam Rignol (viola da gamba) en Julien Wolfs ( klavecimbel ), werd het ensemble opgeleid aan het Nationaal Conservatorium voor Muziek en Dans in Lyon, en had eerst de naam Estampes. Onder deze naam won het ensemble in 2008, de 10de Internationale Kamermuziekwedstrijd Premio Bonporti. Onder die naam won het in 2009, ook de eerste prijs op het Festival van Oude Muziek in Brugge en die van de beste hedendaagse creatie. Het ensemble veranderde vervolgens van naam om beter aan te sluiten bij haar muzikale bedoelingen.
De Franse viola da gambaspeler, Myriam Rignol (°1988), uit Perpignan, was zeven jaar toen ze in Perpignan viola da gamba leerde bij Christian Sala. Ze behaalde haar diploma in 2004. Toen ze zestien werd ging ze in Lyon studeren bij Marianne Muller, bij wie ze in 2010 haar masterdiploma behaalde. Met het Europese Erasmusprogramma studeerde ze een jaar bij Rainer Zipperling aan de Hochschule für Musik und Tanz Keulen. Ze volgde ook meestercursussen onder de leiding van Jordi Savall, Wieland Kuijken, Philippe Pierlot en Emmanuel Balssa. Myriam Rignol is lid van verschillende ensembles, onder meer Pygmalion (Raphaël Pichon), Correspondances (Sébastien Daucé) en Musicall Humors (Julien Léonard), met wie ze regelmatig musiceert en optreedt.
Ze trad ook al op met Les Inventions (Patrick Ayrton), Il Delirio Fantastico (Vincent Bernhardt), Le Concert Lorrain (Stephan Schultz), Harmonie Universelle (Florian Deuter), en The Consort Project. Ze speelt ook in consort met Marianne Muller, Pau Marcos Vicens en Christian Sala. In juni 2009 won ze Tweede prijs op het Internationaal Concours voor viola da gamba ‘Bach-Abel’ in Köthen en in mei 2010 de Eerste prijs op het Internationaal Concours voor Oude Muziek in Yamanashi. In 2011 won ze Tweede prijs alsook de Publieksprijs tijdens het Internationaal Concours van het Festival Musica Antiqua in Brugge.
Marin Marais La Gamme Les Timbres Yoko Kawakubo Myriam Rignol Julien Wolfs cd Château de Versailles Spectacles CVS074