Na een aanstekelijk rock/metal-album, opgenomen met zijn band ORBI (BIS-2297), keert Bram van Sambeek hier terug met alweer een origineel “dansalbum”. Daarvoor selecteerde hij vier werken van Johann Sebastian Bach die voornamelijk uit typische barokdansen bestaan, maar die net zoals het metal album van Van Sambeek, niet gemaakt werden om op te dansen, maar om naar te luisteren. Ontdek nu 2 Partita’s en 2 Suites van Bach, gespeeld op… fagot!
Net als de hobo heeft de fagot zijn wortels in Frankrijk. Geen wonder dus dat het al vroeg een eigen repertoire ontwikkelde, niet zelden gecomponeerd door virtuozen op het instrument. Tegen het einde van de 17de eeuw, kon de fagot zich vestigen als een belangrijk solo-instrument. De eerste virtuozen, de gevierde Francois Devienne (de ‘Franse Mozart’) en Etienne Ozi, fagotleraar en 1ste fagottist van La Chapelle et la Chambre du Roy, kwamen uit Frankrijk, waar de fagot als basinstrument werd gebruikt in militaire orkesten en de uitmuntende fagottisten zich ook in concert konden vestigen. Ook Michel Corrette en Joseph Bodin de Boismortier componeerden sonaten voor fagot. Tijdens zijn periode in Weimar (1708-1717) verkende Bach de suite als vorm in zes Franse suites en in de grote suites met de titel Partita’s en een Ouverture. De verkenning van Bach van de structurele en expressieve mogelijkheden van de suite als vorm, was zeer uitgebreid. De suites bleken opmerkelijk veelzijdige muzikale creaties te zijn die een breed scala aan stemmingen en stijlen omvatten in allemandes, courantes, bourrée’s en gigues, tot de quasi-improviserende préludes en de beschouwende intensiteit van de langzame en statige sarabande met zijn hymne-achtige waardigheid.
De cd opent met Van Sambeeks eigen arrangement van de gevierde Partita nr. 2 in do klein met zijn technisch veeleisend capriccio, voor klavier, die hij in het bijbehorend boekje beschrijft als een van zijn favoriete werken. Het arrangement omvat elke noot van de originele klavierpartij maar is voor niet minder dan acht fagotten gearrangeerd, alle partijen gespeeld door van Sambeek met behulp van multitrack-opnametechniek! Het idee hiervoor kwam voort uit een door de pandemie maandenlange lockdown. Hoewel muzikanten niet samen konden spelen, bleef de drang om echte harmonieën te spelen bestaan. Vier bewegingen uit een ander klavierwerk van Bach, de Franse Suite nr. 5, dit keer gearrangeerd door Thiemo Wind (°1961) (foto), staan ook op het programma. Omdat deze eerder melodisch dan contrapuntisch zijn, lenen ze zich voor een arrangement voor één enkele stem.
De overige twee werken zijn de Partita in la klein BWV 1013 voor fluit solo, getranscribeerd door de Engelse fagottist, William Waterhouse (1931-2007) (foto), die professor was aan het Royal Northern College of Music, en de vrolijke, jeugdige Cello Suite nr. 1, wat bijdraagt aan een totaalresultaat dat een nieuwe kijk biedt op de vertrouwde schriftuur van eerder bekende werken, maar met nieuwe nuances en kleuren. De zes Cellosuites vertegenwoordigen trouwens het genie van Bach betreffende het componeren van contrapunt voor een eenstemmig melodie instrument. Hij zou de Cellosuites hebben gecomponeerd in Cöthen, waar hij tussen 1717 en 1723 kapelmeester was van prins Leopold van Anhalt-Cöthen. De originele manuscripten zijn echter verloren gegaan en de vroegste bron is het handschrift van Bachs vrouw, Anna Magdalena. De suites bevatten enkele van de meest fascinerende en mooiste onderdelen van Bachs oeuvre en blijven één van de belangrijkste werken in de geschiedenis van de westerse muziek.
De Nederlandse fagottist, Bram Van Sambeek (°1980) begon met fagotspelen toen hij 10 jaar oud was. Hij had aanvankelijk les van Fred Gaasterland en later aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Joep Terwey en Johan Steinmann. Na zijn studie kreeg hij nog les van Gustavo Núñez en volgde hij masterclasses bij Klaus Thunemann en Sergio Azzolini. Het instrument dat van Sambeek bespeelt, de Heckel nr. #11174, werd eerder bespeeld door Thunemann en Sergio Azzolini. Toen hij nog op de middelbare school zat behaalde Van Sambeek eerste prijzen op het Prinses Christina Concours en de nationale finale van de Stichting Jong Muziektalent Nederland (SJMN). In 1999 werd hij door de SJMN uitgeroepen tot Muziektalent van het jaar. In 2009 werd hem de Nederlandse Muziekprijs toegekend, de belangrijkste staatsprijs voor muziek. In 2008 ontving hij de tweede prijs op de internationale Gillet-Fox Competition, en in 2011 won hij een Borletti-Buitoni Prijs. Van 2002-2011 was hij solofagottist van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, en hij is regelmatig te gast als solo fagottist bij het London Symphony Orchestra en het Mahler Chamber Orchestra. In 2012 werd hij toegelaten tot het programma “Chamber Music Society Two” van het Lincoln Center in New York. Sinds 2011 besloot Bram zich te focussen op kamermuziek en solospel, en hij doceert aan het Conservatorium van Den Haag.
Bram van Sambeek Bach on the Bassoon SACD BIS-2637