In de roman “Juliette of De Voorspoed van de Ondeugd” (“L’Histoire de Juliette ou les Prospérités du vice”), van Markies de Sade, komt het personage voor van Sophia, “nièce du roi de Prusse”, vermoedelijk Wilhelmina van Pruisen, prinses van Oranje, die kort daarvoor getrouwd was met de stadhouder. Het mannelijk hoofdpersonage, Brisatesta, beleeft eerst een affaire met de 18-jarige Sophia en vervolgens met Catharina de Grote. Maar, de echte Wilhelmina van Pruisen (1751-1820), was politiek actief en droeg vanuit Duitsland bij aan het ontstaan van het nieuw koninkrijk. Gedetailleerd en met passie beschreef historicus Maarten-Jan Dongelmans in zijn boek het leven van deze mooie en opmerkelijke vrouw.
Prinses Wilhelmina, niet te verwarren met Frederica Louisa Wilhelmina, prinses van Pruisen (1774-1837), de echtgenote van koning Willem I en de eerste koningin der Nederlanden, was een dochter van prins August Willem van Pruisen en hertogin Louise Amalia van Brunswijk-Wolfenbüttel. Ze groeide op bij haar grootmoeder, Sophia Dorothea van Hannover, sinds 1740 de koningin-moeder, en werd verder opgevoed door haar tante, Elisabeth Christine van Brunswijk-Bevern, de echtgenote van Frederik de Grote, die gescheiden leefde van haar man. In 1767 trouwde de 16-jarige prinses in Berlijn met de 19-jarige, Willem V, prins van Oranje, vorst van Oranje-Nassau (foto), en de laatste erfstadhouder van de Republiek der Verenigde Nederlanden (1751-1795). Hun zoon Willem (1772-1843) (foto), werd in 1815 als Willem I, de zelf gekroonde eerste koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
Tegenstanders noemden haar Jezabel, aanhangers zagen haar als Moeder des Vaderlands. Als patriotten haar tegenhouden nabij Goejanverwellesluis roept Wilhelmina de hulp in van haar broer, de koning van Pruisen. De restauratie gaat gepaard met zuiveringen en Wilhelmina’s populariteit daalt. Na de Franse inval vluchtte het echtpaar in januari 1795 naar Engeland. Van 1802 tot 1806 woonde het gezin afwisselend in Diez, Nassau en in Brunswijk. Na het overlijden van haar echtgenoot en als gevolg van de Franse bezetting, verbleef ze in Schwerin, Denemarken, Weimar, Oranienburg en in het Niederländisches Palais in Berlijn. Op 10 januari 1814 keerde ze terug. Vanaf die tijd woonde ze in Haarlem in Paviljoen Welgelegen in de Haarlemmerhout, waar ze in 1815 tsaar Alexander I van Rusland ontving. Wilhelmina overleed in 1820 op Paleis Het Loo en werd begraven in Apeldoorn. Twee jaar later is zij in de nieuwe kelder van de grafkelder van de Oranjes te Delft bijgezet.
In deze nieuwe biografie is, naast alle aandacht voor de politieke netwerken en intriges, het hofleven en de belangrijke rol van cultuur bij de Oranjes, vooral volop ruimte voor Wilhelmina’s persoonlijk leven. Dit onder meer op basis van haar vele brieven (al dan niet in geheimschrift) en het onuitgegeven autobiografische “Mes Souvenirs” (Berlijn in 1812).
Maarten-Jan Dongelmans studeerde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Recentelijk verschenen van hem De dood van Hitler (2018) en Met de mantel der liefde (2019). Als historicus is hij zijn leven lang al gefascineerd door 18de-eeuwse vrouwelijke royalty. Zijn favoriete historische figuur, naast Marie-Antoinette en Catharina de Grote, is Wilhelmina van Pruisen.
Maarten-Jan Dongelmans Oranjeprinses op drift Wilhelmina van Pruisen en de Nederlanders 208 bladz. uitg. Walburg Pers ISBN 9789462499294