“Boismortier, Don Quichotte Chez La Duchesse”, door Le Concert Spirituel o.l.v. Hervé Niquet, op het label Château de Versailles Spectacles. Sublieme komedie!

Joseph Bodin de Boismortier (1689-1755), een Franse barokcomponist van instrumentale muziek, cantates, operaballetten en vocale muziek, was een van de eerste componisten die geen mecenassen had. Nadat hij in 1724 een koninklijke licentie had verkregen voor het graveren van muziek, verdiende hij nl. enorme sommen geld door zijn muziek uit te geven voor verkoop aan het publiek.

In Parijs brak aan het einde van de barok, met de opkomende bourgeoisie, na het overlijden van koning Lodewijk XIV in 1715, een nieuw tijdperk aan voor componisten. Joseph Bodin de Boismortier (foto) was op het juiste moment op de juiste plaats en wist met zijn vlotte pen aan de groeiende vraag te voldoen. “Bienheureux Boismortier, dont la fertile plume peut tous les mois, sans peine, enfanter un volume”. Joseph Bodin de Boismortier (foto) leefde en werkte o.a. in Metz, Perpignan en Parijs. Zijn fluitsonaten combineerden de Franse en Italiaanse stijl. Hij componeerde o.a. airs, concerti en motetten, schreef een harmonisch woordenboek en publiceerde als theoreticus, een methode voor fluit. Boismortier componeerde voor bijna alle instrumenten. We herontdekken momenteel bv. zijn onlangs verschenen sonaten voor pardessus de viole (sopraan gamba) en zijn collecties voor doedelzak (musette) en vièle, twee pastorale instrumenten die in zijn tijd erg in de mode waren. De musette behoorde tot de hobo familie. Veel van Boismortiers werk was gewijd aan de fluit (flûte traversière).

Hij componeerde een enorme hoeveelheid makkelijk te spelen kamermuziek, die hij zelf publiceerde. Boismortier was nl. de eerste componist zonder beschermheer en gaf als uitgever zijn eigen composities uit. De familie Boismortier verhuisde van Thionville (in Moselle) naar Metz waar hij les kreeg van Joseph Valette de Montigny, een bekende componist van motetten. De familie Boismortier volgde Montigny en ze verhuisden naar Perpignan in 1713, waar Boismortier werk vond bij de Koninklijke Tabakscontrole. Boismortier trouwde met Marie Valette, de dochter van een rijke goudsmid en familie van zijn leraar Montigny. In 1724 verhuisden Boismortier en zijn vrouw naar Parijs waar hij zijn wonderbaarlijke carrière begon. Zijn eerste werken verschenen dat jaar in Parijs. Boismortier (foto)was de eerste Franse componist die de Italiaanse concerto-vorm gebruikte.

Hij componeerde in 1729 ook het eerste, Frans soloconcerto voor verschillende muziekinstrumenten (de cello, viool en bas). Veel van zijn muziek is voor de fluit, waar hij ook een boek met speeltechnieken voor schreef (hedendaags verloren gegaan). Een van zijn vooraanstaande stukken, Deuxieme Serenade ou Simphonie, wordt nog vaak gespeeld. De violist en componist Jean-Marie Leclair (1697-1764) verrijkte zowel solo- als triogenres met charme, maar desondanks met minder diepzinnigheid. Boismortier en de componist Rameau leefden tijdens de Rococo-periode van Louis XV, maar hielden beiden vast aan de Franse traditie van schoonheid en geraffineerdheid. Tegen 1736 was Joseph Bodin de Boismortier in Parijse muzikale kringen bekend geworden vanwege zijn vermakelijke instrumentale en vocale muziek.

Zijn opera-ballet in drie bedrijven Don Quichotte chez la Duchesse (1743), een komisch ballet dat hij uitvond met Charles-Simon Favart (1710-1792) (foto) een geniale librettist die het onderwerp Don Quichot transformeerde in een briljante en kleurrijke klucht van ’theater in het theater’. Charles-Simon Favart ensceneert de beroemde episode uit het werk van Cervantes (1547-1616) waarin Don Quichot en zijn trouwe dienaar Sancho Panza zich ondanks zichzelf in het middelpunt van een klucht bevinden, georkestreerd door de hertog en hertogin. Gedacht in zijn structuur als een opera-ballet met gedanste instrumentale intermezzo’s, bevrijdde Favarts bewerking zich van de ketenen van het genre door een waanzinnige komedie in het middelpunt van de actie te plaatsen.

Na zijn opera ballet “à la Watteau”, “Les Voyages de l’Amour” (1736), creëerde Boismortier twee jaar voor Rameau’s “Platée”, zijn buitengewoon modern en waanzinnig komisch ballet, “Don Quichotte chez la Duchesse”, voor het carnaval in Parijs. Terwijl de uitbundige plot zich ontvouwt, ontmoet Cervantes’ held monsters, tovenaars, prinsessen en mensen uit Japan, wat zorgt voor tal van ongebruikelijke en gedurfde dansen en koren. Muzikale schoonheid gaat hand in hand met satirische en oneerbiedige komedie.

In deze fantasie waarin de hertogin Don Quichot doet geloven dat hij Dulcinea en een galerij met personages, onder wie Merlijn of de Infanta van Congo, ontmoet, terwijl hij onbewust op het podium van het privétheater van het kasteel staat, schittert Boismortiers schriftuur in elke zin. Een uitgelezen werk voor Herve Niquet, die zijn Concert Spirituel met ongeëvenaarde energie leidt!

Rolverdeling:

Mathias Vidal: Don quichotte

Jean-Gabriel Saint-Martin: Sancho Panza

Chantal Santon-Jeffery: Altisidore

Nicolas Brooymans: Montesinos, Merlin, le Traducteur

Camille Poul: La Paysanne, Amante, Suivante

Charles Barbier: Amant

Boismortier Don Quichotte Chez La Duchesse Op. 97 Le Concert Spirituel Hervé Niquet cd Château de Versailles Spectacles CVS075