“Bruckner componeert als een dronkaard”, tot deze conclusie kwam een muziekcriticus in 1886 na de Weense première van diens Zevende symfonie! Stemmen als deze zijn tegenwoordig niet meer voor te stellen, wanneer de grote werken van het klassiek repertoire, bewonderd, vereerd en los van elke discussie, uitgevoerd worden in de concertzalen en operahuizen, waar ook ter wereld. Bij het doorzoeken van de archieven komen echter oneerbiedige en ook grappige benaderingen van weleer aan het licht, negatieve kritieken (“Verrisse” in het Duits).
Thomas Leibnitz laat zien hoe hard de toenmalige kritiek omging met werken van componisten, die tegenwoordig tot de onbetwiste grootheden van de klassieke muziek behoren. Ludwig van Beethoven, Richard Wagner, Verdi, Anton Bruckner, Brahms, Richard Strauss, Mahler of Arnold Schönberg, ze ontsnapten er niet aan… In de tijd van Beethoven en Mahler maakte felle, negatieve kritiek, deel uit van het dagelijks leven. Irritante citaten van critici staan soms in programmaboekjes en roepen nu een hoofdschudden of een glimlach op. Als je er meer wil, krijg je er een soort van bloemlezing van in het boek “Verrisse” van de musicoloog Thomas Leibnitz. Hij heeft nl. fragmenten uit pittige recensies in beknopte vorm op een rijtje gezet. Bruckner (der sinfonische Schmutzfink) Beethoven (“Abschreckend, geschmacklos und entsetzlich”), Brahms, Verdi (“wahrhaft scheusslich”), Mahler, Wagner (“Er hat die Musik krank gemacht”), Richard Strauss en Schönberg (“Sammlung von Kakaphonien”) zijn de helden, of liever de antihelden, in het boek.
In de 19de – en het begin van de 20ste eeuw werd verbaal gal gespuugd, gekwetst en grof beledigd. De criticus zag zichzelf nl. als de bewaker van een autoriteit. Eduard Hanslick, bv. een geschoolde advocaat, was de koning van de krasborstels van critici. Hij en zijn navolgers zetten alles op alles zodat er uiteindelijk een grove formulering uitkwam. “Over verschillende verdiepingen scharrelen akkoorden en akkoorden, motieven, motiefdelen als ratten op zolder over elkaar heen”, “zieke geest”, “Helaas onthult het werk een onverwachte esthetische en artistieke afvalligheid van de kant van de componist”, enz. Het boek “Verrisse” is dan ook bijzonder onderhoudend en biedt een leerrijk beeld van een verouderde kijk op bekende klassiekers.
Thomas Leibniz, geboren in Wenen in 1955, studeerde musicologie en Duits aan de universiteit van Wenen. Sinds 1978 werkt hij bij het Instituut voor Oostenrijkse Muziekdocumentatie. Vanaf 1986 was hij academisch bibliothecaris bij de muziekcollectie van de Oostenrijkse Nationale Bibliotheek, en van 2002 tot 2020 directeur van de muziekcollectie. Voorzitter van de International Bruckner Society. Hij heeft talrijke publicaties over Oostenrijkse muziek van de late 19de – en vroege 20ste eeuw.
Thomas Leibnitz Verrisse, Respektloses zu großer Musik von Beethoven bis Schönberg 256 bladz. Duits uitg. Residenz Verlag ISBN 9783701735655