“Rameau, Zoroastre 1749”, met o.a. Jodie Devos, Véronique Gens en Reinoud Van Mechelen, het Chœur de Chambre de Namur, Les Ambassadeurs & La Grande Écurie o.l.v. Alexis Kossenko, op het label Alpha. Een “première Version, Inédite”. Magnifiek. Bravo !

 

“Zoroastre”, Rameau’s vierde, meesterlijke Tragédie lyrique op een libretto van Louis de Cahusac, ging in 1749 in première. Hij liet weliswaar twee zeer verschillende versies na. De eerste, uit 1749, werd uit het repertoire gehaald en in 1756 volgde een grondige herziening. De hier opgenomen, oorspronkelijke versie uit 1749, is in de moderne tijd nooit nieuw leven ingeblazen. Alexis Kossenko ging nu, samen met een uitmuntende cast met onder meer Véronique Gens, Jodie Devos, Reinoud Van Mechelen, Mathias Vidal en Tassis Christoyannis, de uitdaging aan. En hoe!

Zarathustra, Zarathoestra, Zoroaster of Zartosht was een Iraanse profeet en de grondlegger van het zoroastrisme, een godsdienst die tegenwoordig haar aanhangers vooral vindt onder de Parsi’s in India. Volgens de legenden was de profeet een herder en leefde hij op het platteland. Rond zijn twintigste levensjaar ervoer Zarathustra een crisis en ging hij ronddwalen. Na tien jaar kreeg hij, gezeten aan de oevers van de Oxus (de Amu Darja), een visioen van de god Ahura Mazda. Het gevolg, het zoroastrisme, de inheemse monotheïstische en dualistische religie van Iran, is dan ook een van de oudste levende religieuze tradities ter wereld, en was van de 6de  eeuw v. Chr. tot en met de 7de eeuw n. Chr. een belangrijke, door de staat gesteunde religie in Iran. Centraal stond en staat het dualistisch geloof dat de kosmos en de mens ingeklemd zitten tussen goed en kwaad. Door goede daden steunt de mens de goede schepper Ahura Mazdâ, zodat de wereld gezuiverd wordt. De zoroastrische filosofie heeft een fundamentele invloed gehad op de theologie en kosmologie van monotheïstische religies.

In de tijd van “Zoroastre” was Rameau op het toppunt van zijn kunnen. Melodie, harmonie, orkestratie en componeren voor koor kenden voor hem geen geheimen meer en in “Zoroastre” bracht hij nog meer innovatie. Voor het eerst zag Rameau nl. af van een proloog en maakte van de ouverture een filosofisch ‘programma’, nl. over de strijd tussen dag en nacht, tussen goed en kwaad. De versie uit 1749 werd volledig beheerst door avant-garde ideeën, waarbij “Zoroaster” op Tamino leek in Mozarts “Zauberflöte”, maar dan wel twee generaties eerder. Dit bracht een deel van het publiek van de wijs. “Zoroastre” was immers een morele, sociale en filosofische opera…

Louis de Cahusac (1706-1759) was een toneelschrijver en librettist en vrijmetselaar, het meest bekend om zijn werk met Rameau. Hij schreef nl. de libretti voor “Les fêtes de l’Hymen et de l’Amour” (1747), “Zaïs” (1748), “Naïs” (1749), “Zoroastre” (1749; herzien 1756), “La naissance d’Osiris” ( 1754), en “Anacréon” (de eerste van Rameau’s opera’s met die naam, 1754). Hij schreef ook het libretto van Rameau’s laatste meesterwerk, “Les Boréades” (ca. 1763). Cahusac droeg overigens ook bij aan de Encyclopédie en in 1754, publiceerde hij “La Danse ancienne et moderne ou Traité historique de la danse”.

Jean-Philippe Rameau (1683-1764) (foto) was een organist, de componist van “Pièces de clavecin en concerts” en “Pièces de clavecin”, en een belangrijke theoreticus (“Traité de l’harmonie réduite à ses principes naturels”), maar hij was in de eerste plaats toch een operacomponist. Als meester van de 18de-eeuwse Franse opera, componeerde Rameau drie decennia lang (1733-1764), voor het toneel. Zijn ongeveer dertig operawerken gaven veel ruimte aan de haute-contre, de kwintessens van de meeste van zijn titelrollen, Platée, Dardanus, Hippolyte of Pygmalion. Hij speelde in de jaren 1752-1753, met zijn “Lettre sur la musique française”, zelfs een belangrijke rol in de buffonistenstrijd (“Querelle des Bouffons”), de discussie over het gebruik van het Italiaans of het Frans in de opera. Zijn eerste operaballet (Ballet héroïque en un prologue et trois actes), “Les Indes galantes”, op een libretto van Louis Fuzelier (1672/1674-1752) (foto), ging in 1735, twee jaar na zijn eerste tragédie en musique, “Hippolyte en Aricie”, in de Académie royale de musique, in première. Rameau’s carrière liep ten einde toen in 1763, in de Académie Royale de Musique, de repetities begonnen van zijn laatste werk, “Les Boréades”, bedoeld voor de Fêtes Royales de Choisy, in juni van dat jaar, ter gelegenheid van het Verdrag of de Vrede van Parijs in 1763, het einde van de Zevenjarige Oorlog, de verzamelnaam van oorlogen gestreden tussen 1756 en 1763 in Europa en zijn koloniën. Op 27 april vonden de repetities plaats in Versailles, maar “Les Boréades” werd op het koninklijk festival niet opgevoerd. Het overlijden van de componist aan buiktyfus, in september 1764, verhinderde dat en deed zijn laatste lyrische tragedie twee eeuwen lang in de vergetelheid raken.

Rameau had al tien jaar geen tragedie in de muziek gecomponeerd, de vorige was “Dardanus” uit 1739. Deze opera werd in 1749 in Parijs gecreëerd, onder leiding van André Chéron, en de decors werden ontworpen door Piero Bonifazio Algieri. “Dardanus” werd wel 25 keer uitgevoerd, wat een gemiddeld aantal voor de periode vertegenwoordigde. De creatie van “Zoroastre” in zijn originele versie had slechts wisselend succes, ondanks de populariteit die Rameau toen genoot, een briljante cast en een van de weelderigste ensceneringen in de geschiedenis van de opera. Het werk werd zelfs in februari 1751 in Dresden opgenomen in een Italiaanse versie, vertaald door Giacomo Casanova. In 1756 vonden acht uitvoeringen plaats van de door de componist herziene versie.

De vele vernieuwende aspecten van het werk schokte echter het operapubliek, wiens smaak destijds notoir conservatief was. Veel aspecten van het werk braken effectief met de regels die toen specifiek waren voor de lyrische tragedie, zoals ze waren opgesteld door de oprichter, Jean-Baptiste Lully, en die streng werden nageleefd door zijn opvolgers. Rameau’s “Zoroastre” onderscheidde zich met name door de vervanging van de Franse ouverture door een Italiaanse en het ontbreken van een proloog, het onderwerp dat ontleend was aan oude Perzische religieuze bronnen en niet aan Griekse legendes, oude geschiedenis of ridderromans uit de Middeleeuwen, de afwezigheid van een leidende vrouwelijke rol, de plot met een machtsstrijd tussen een hervormer en een ambitieuze tovenaar, de quasi-afwezigheid van romantisch avontuur en de de strenge, didactische toon van het libretto, gericht op de strijd tussen goed en kwaad, de onderliggende ideologische boodschap van de Vrijmetselarij en het gebruik van… klarinetten in het orkest.

Vanwege de slechte ontvangst voerden Rameau en Louis de Cahusac dan ook een grondige herziening uit. Van de vijf oorspronkelijke aktes zijn alleen de aktes I en IV relatief intact gebleven. De aktes II, III en V werden daarentegen grotendeels herwerkt. De plot en de muziek verschilden daarom grondig van de originele versie. “Zoroastre” werd bijna een nieuwe opera. De recensie op deze versie bleek zeer positief en bezorgde Rameau een van zijn grootste successen. Het werk werd trouwens ook opgevoerd in 1770, om het nieuw theater van de Académie Royale in te huldigen. De personages zijn Zoroaster, leraar van de Wijzen, Abramane, Hogepriester van Ariman, Amélite, vermoedelijke erfgename van de koningen van Bactrië, Erinice, een prinses van Bactrië, Céphie, een jonge Bactriër van het hof van Amélite, Zopir en Narbanor, priesters van Ahriman, Oromases, koning van Genii, en Wraak.

Rolverdeling:

Jodie Devos: Amélite

Véronique Gens: Erinice

Reinoud Van Mechelen: Zoroastre

Tassis Christoyannis: Abramane

Matthias Vidal: Abénis / Orosmade / Une Furie

David Witczak: Ahriman / Zopire / Un Génie / La Vengeance

Gwendoline Blondeel: Céphie / Cénide

Marine Lafdal-Franc: Zélise / Une Fée / Une Furie

Thibaut Lenaerts: Une Furie

Rameau Zoroastre 1749 Jodie Devos Véronique Gens Reinoud Van Mechelen Tassis Christoyannis Matthias Vidal David Witczak Gwendoline Blondeel Marine Lafdal-Franc Thibaut Lenaerts Chœur de Chambre de Namur Les Ambassadeurs La Grande Écurie Alexis Kossenko 3 cd Alpha ALPHA891