Voor deze originele cd in de reeks “Louis XV 300 ans 1722-2022”, bewerkten de 2 klavecinisten de suites uit Rameau’s “Les Boréades”, “Les Indes galantes”, “Zaïs” en “Zoroastre”, voor 2 klavecimbels.
Rameau zelf verrijkte de Franse klavierliteratuur in 1706, met zijn “Premier livre de pieces de clavecin”, in 1724 gevolgd door “Pieces de clavecin avec une methode pour la mechanique des doigts”. Na deze, componeerde hij in 1729-1730, “Nouvelles suites de pieces de clavecin […] avec des remarques sur les différens genres de musique”. Ten slotte componeerde hij nog in 1736, “Les Indes galantes, ballet, reduit à quatre grands concerts”, dat ook het origineel klavecimbelwerk “Les Sauvages” bevatte. In navolging van Couperins “Concerts royaux” (opgenomen in zijn Troisième livre de pièces de clavecin; 1722) en “Les goûts-réunis ou Nouveaux concerts”, en van de “Pièces de clavecin en sonates” op. 3, van Mondonville, richtte Rameau op zijn beurt, geïnspireerd door het nieuw potentieel aan kamermuziek, door het gebruik van het concertant klavier, opnieuw zijn aandacht op instrumentale muziek. De collectie uit 1741, gecomponeerd 15 jaar na zijn “Nouvelles Suites de Pièces de Clavecin”, was het enige nieuw werk dat hij componeerde tussen 1740 en 1744, voor hij terugkeerde naar het muziektheater, waaraan hij de rest van zijn leven zou wijden.
Rameau was wel organist en de componist van “Pièces de clavecin en concerts” en “Pièces de clavecin”, en een belangrijke theoreticus (o.a. “Traité de l’harmonie réduite à ses principes naturels”), maar hij was in de eerste plaats toch een operacomponist. Als meester van de 18de-eeuwse Franse opera, componeerde Rameau drie decennia lang (1733-1764), voor het toneel. Zijn ongeveer dertig operawerken gaven veel ruimte aan de haute-contre, de kwintessens van de meeste van zijn titelrollen, Platée, Dardanus, Hippolyte of Pygmalion. Hij speelde in de jaren 1752-1753, met zijn “Lettre sur la musique française”, zelfs een belangrijke rol in de buffonistenstrijd (“Querelle des Bouffons”), de discussie over het gebruik van het Italiaanse of het Frans in de opera. Zijn eerste operaballet (Ballet héroïque en un prologue et trois actes), “Les Indes galantes”, op een libretto van Louis Fuzelier (1672/1674-1752) (foto), ging in 1735, twee jaar na zijn eerste tragédie en musique, “Hippolyte en Aricie”, in de Académie royale de musique, in première.
Als Rameau pas in het tweede deel van zijn leven zijn talent voor het componeren van theatermuziek etaleerde, (zijn eerste opera ontstond toen hij al ouder was dan vijftig), dan tilde hij met zijn tweede compositie “Les Indes Galantes”, het opera-balletgenre naar ongekende hoogten. Campra introduceerde in 1697 het genre met zijn “L’Europe galante” op een libretto van Antoine Houdar de La Motte, Rameau componeerde een werk in vier entrées of divertimento’s, die de toeschouwer meenamen naar Perzië (“Les Fleurs”), Peruaanse Inca’s (“,Les Incas du Pérou”) naar Turkije (“Le Turc généreux”) en zelfs naar Amerikaanse inboorlingen (“Les Sauvages”), een spektakel met een overvloed aan decors en machines, maar bovenal met opmerkelijk aanstekelijke dansmuziek.
Rameau’s carrière liep ten einde toen in 1763, in de Académie Royale de Musique, de repetities begonnen van zijn laatste werk, “Les Boréades”, bedoeld voor de Fêtes Royales de Choisy, in juni van dat jaar, ter gelegenheid van het Verdrag of de Vrede van Parijs in 1763, het einde van de Zevenjarige Oorlog, de verzamelnaam van oorlogen gestreden tussen 1756 en 1763 in Europa en zijn koloniën. Op 27 april vonden de repetities plaats in Versailles, maar “Les Boréades” werd op het koninklijk festival niet opgevoerd. Het overlijden van de componist aan buiktyfus, in september 1764, verhinderde dat en deed zijn laatste lyrische tragedie twee eeuwen lang in de vergetelheid raken.
Het Oosten en zijn “Duizend-en-een-nacht” (gepubliceerd in Frankrijk in 1717) waren een belangrijke inspiratiebron van de Franse opera, en Rameau componeerde drie decennia lang rond dit thema. Hij verlegde niet alleen de actie naar de mysterieuze landen van “Perzië” met zijn wrede maar ook wellustige gebruiken, maar versterkte ook de persoonlijkheden van zijn personages en liet hen met zijn muziek meer dan ooit schitteren. De suites uit Rameau’s meesterwerken, van “Indes galantes” tot “Boréades”, werden hier met veel energie gearrangeerd voor 2 klavecimbels, door de twee virtuoze klavecinisten, Clément Geoffroy en Loris Barrucand. Op deze schitterende cd danst de eeuw van Lodewijk XV op het ritme van tamboerijnen, onweerstaanbaar sissende “wilden”, bloemen, genoegens en…helse geesten! Niet te missen!
Rameau Fêtes Persanes Loris Barrucand Clément Geoffroy Symphonies à deux clavecins cd Château de Versailles Spectacles CVS079