De zwarte componiste, Florence Beatrice Price (1887-1953), begon haar muzikale carrière op de leeftijd van vier! in een tijd waarin het zelden voorkwam dat een jongere een muzikale carrière ambieerde, vooral een Afro-Amerikaanse vrouw uit het Amerikaanse Zuiden. Op het concert in 1933, waarin haar Symfonie nr. 1 in mi klein in première ging, was het de eerste keer dat een groot Amerikaans orkest, het (blank) Chicago Symphony Orchestra o.l.v. Frederick Stock, een compositie speelde van een Afro-Amerikaanse vrouw. De Naxos-release van Fort Smith Symphony bevat dit iconisch werk, naast de wereldpremière-opname van haar symfonie nr. 4 in re klein.
Florence Beatrice Price, de dochter van een tandarts, werd geboren in Little Rock, de hoofdstad van Arkansas (de stad van Bill Clinton), maar het was in Chicago dat haar componeercarrière op gang kwam. Beïnvloed door Dvorák (foto) en de zwarte componist, Samuel Coleridge-Taylor (“Black Mahler”) (foto), putte ze uit de bron van negro spirituals, de blues en volksdansen, vol lyriek en syncopen. Haar “Concert Overture on Negro Spirituals”, Symfonie in mi klein (1931-32) en “Negro Folksongs in Counterpoint” voor strijkkwartet waren daar voorbeelden van. Van 1892 tot 1895 onderbrak Dvořák nl. zijn docentschap aan het Praags conservatorium en werd hij directeur van het door Jeanette Thurber gesticht National Conservatory in New York.
De Symfonie nr. 4 toonde haar uitgesproken gevoel voor orkestrale kleur, haar ‘jungle-stijl’ à la Duke Ellington, en haar interesse in de ‘juba’-dans. De juba of hambone was oorspronkelijk een dans van West-Afrikaanse slaven tijdens een “walkaround”, waarbij een danser zichzelf stompte en op zijn armen, benen, borst en wangen sloeg, om een slaginstrument na te bootsen. Florence Price componeerde voor beide symfonieën, een aanstekelijke Jumba als derde beweging.
Florence Price kreeg als kind muziekles van haar moeder nadat ze voor muziekopleiding door de stad werd geweigerd. Price gaf haar eerste pianoconcert op 4-jarige leeftijd en haar eerste compositie werd gepubliceerd toen ze pas 11 jaar oud was. Daarna ging ze in 1903 naar het “New England Conservatory” in Boston, Massachusetts, om piano, orgel en compositie te studeren. De directeur was toen de componist George Whitefield Chadwick (foto), vooraanstaand lid van de “Second New England School” (“the Boston Six”). Ze keerde terug naar haar geboortestad in Arkansas met een onderwijscertificaat. Gedurende een korte periode gaf Price les in Arkansas maar in 1910 verhuisde ze naar Atlanta, waar ze de leiding had van het muziekdepartement van Clark Atlanta University. In 1912 trouwde ze met de advocaat Thomas J. Price, waarna ze terugkeerde naar Little Rock. Na een reeks gewelddadige, racistische incidenten in Little Rock, verhuisde Price in 1927 naar Chicago, waar haar muziekcarrière begon. Daar ging ze door met het componeren vanuit haar “Southern roots”, van tientallen orkestrale, vocale, instrumentale en kamermuziekwerken.
Financiële problemen leidden in 1931 echter tot een echtscheiding tussen Florence en Thomas J. Price. Florence bleef alleen achter met haar twee dochters en om de eindjes aan elkaar te knopen, werkte ze als organiste voor bioscopen die stille films speelden en componeerde ze liedjes voor radioreclame. Uiteindelijk trok ze in bij Margaret Bonds, eveneens een zwarte pianiste en componiste, en Price kwam in contact met de schrijver Langston Hughes, één van de voornaamste exponenten van de “Harlem Renaissance”, een literaire stroming onder zwarte Amerikaanse schrijvers in de jaren 1920, en de eveneens zwarte alt, Marian Anderson. Op 3 juni 1953 overleed Price in Chicago aan een beroerte.
De grootste verzameling manuscripten van Florence Price bevindt zich in de bibliotheek van de Universiteit van Arkansas in Fayetteville, ten noorden van Fort Smith. Het bekijken van de handschriften, samen met Dr. James Greeson, professor emeritus of music composition aan de universiteit van Arkansas in Fayetteville, bleek een schat aan muziek te bezitten. Veel van de werken in de collectie van de Bibliotheek waren manuscripten die ontdekt waren in een verlaten huis (foto’s) in St.Anne in Kankakee, Illinois, een zomerhuisje van Price en een toevluchtsoord om te componeren. Naast twee Vioolconcerti, was één van de manuscripten, haar handgeschreven Vierde symfonie, een werk dat nog nooit was uitgevoerd.
Na de regeling van de rechten werd contact opgenomen met de componiste en kopiiste Miho Sasaki (foto), die een uitvoerende editie (dirigentenpartituur en orkestpartijen) van de muziek uit het handschrift van Price samenstelde. Price’s manuscript hield tal van uitdagingen in om de soms onduidelijke notatie te ontcijferen. Veel redactionele keuzes moesten worden gemaakt door de kopiiste (zelf een uitstekende componiste) en later door het orkest en de dirigent tijdens de repetities. Het eindresultaat is een prachtige realisatie van haar werk. De Fort Smith Symphony uitvoering en de opname van Price’s eerste Symfonie (op deze Naxos-release) bevat de meest recente performing edition. De muziek van Florence Price valt onder de licentie van G. Schirmer, Inc en werd opgenomen in het ArcBest Performing Arts Center, Fort Smith in Arkansas, USA. Niet te missen!
Het Fort Smith-orkest, opgericht in 1923, dat zich inzet voor de rijke muzikale nalatenschap van de 25ste staat, heeft ook reeds muziek uitgevoerd en opgenomen van William Grant Still (1895-1978), die geboren werd in Mississippi maar opgroeide in Little Rock. De driedelige serie van het orkest van de symfonieën van William Grant Still is beschikbaar op Naxos American Classics, 8.559174; 8.559603; 8.559676.
Vijf van haar vijftien orkestwerken werden tijdens haar leven uitgevoerd, en in bijna alle gevallen slechts één keer. Waarom ze bepaalde werken componeerde zonder uitvoeringsgarantie blijft een mysterie, maar het is mogelijk dat sommige in opdracht werden gecomponeerd en uitgevoerd. Tot op heden heeft geen enkel bewijs deze feiten onthuld. Van de stukken op deze release hoorde het publiek onbetwistbaar de Concert Ouverture No. 1 en selecties uit de Suite of Dances tijdens haar leven. De Ouverture tijdens een uitvoering in 1939 van Chicago’s kortstondig American Concert Orchestra onder leiding van Ralph Cissne en bewegingen van de Suite tijdens een op televisie uitgezonden Chicago Symphony Orchestra-concert onder leiding van assistent-dirigent George Schick. Bovendien bleef na Price’s dood in 1953, de locatie van de partituren voor alle stukken op deze uitgave op twee na (The Oak and Suite of Dances) vrijwel onbekend tot ze werden teruggevonden in Price’s voormalig zomerhuis in de buurt van St. Anne, Illinois in 2009. Hier zijn ze voor het eerst samen opgenomen.
De herontdekking van de muziek van Florence Price heeft een van de belangrijkste oeuvre onthuld van een Afro-Amerikaanse componist in de 20e eeuw. De verscheidenheid aan genres die op deze release vertegenwoordigd zijn, zet Price’s immense artistieke verbeeldingskracht volledig tot zijn recht. De twee Concert Ouvertures onderzoeken haar betrokkenheid bij spirituals, zowel episodisch als koloristisch, in muziek die het sombere, het aangrijpende en het uitbundige omarmt. Songs of the Oak is een hoogstandje van door Hollywood beïnvloede verhalen, terwijl The Oak een angstiger, uiteindelijk tragisch portret biedt. Het bekendste werk van Price, haar de Danssuite, oorspronkelijk voor piano is hier te horen in de volledige, weelderige orkestratie van de componiste. Een immense ontdekking!
Florence Beatrice Price Symphonies Nos. 1 & 4 Fort Smith Symphony John Jeter cd Naxos/American Classics 8559827
Florence Beatrice Price Songs of the Oak – Concert Overtures Nos. 1-2 Colonial Dance Suite of Dances Württembergische Philharmonie Reutlingen John Jeter cd Naxos 8.559920