Op deze nieuwe opname presenteert Aurelia Visovan, Carl Czerny’s Grande Sonate nr. 6 in re klein, op. 124 uit 1827, voor het eerst aan het publiek op pianoforte, naast Schuberts dramatische Sonate nr. 19 in do klein, D 958, gecomponeerd in hetzelfde jaar.
Franz Schubert en Carl Czerny, twee tijdgenoten, woonachtig in dezelfde stad, waren beiden elk op hun eigen manier nauw verbonden met Beethoven. Schubert steeg op naar glorie en wordt tegenwoordig beschouwd als een van de leidende componisten van de westerse muziekgeschiedenis, Czerny, hoewel een zeer productief componist en zeer gekoesterde leerling van Beethoven, bleef vooral in de herinnering als leraar en schepper van talrijke studiewerken.
De in Wenen geboren Carl Czerny (1791-1857) wordt het meest herinnerd voor zijn honderden en honderden pedagogische studies. Maar in zijn verbluffend oeuvre, zijn opus nummers gaan tot 861!, is er veel meer muziek dan louter techniek, wat onthult dat Czerny een belangrijke componist was. Zijn werken vormden nl. een schakel tussen Beethoven (zijn leraar) en Liszt (zijn leerling), tussen het klassiek en het romantisch tijdperk. De stukken die hier zijn opgenomen, alle voor de eerste keer, weerspiegelen de schittering van zijn eigen spel en waren bedoeld voor de Biedermeyer salons in Wenen. Czerny’s pianowerk is gigantisch. Hij componeerde in alle genres, gevarieerde melodieën, dansen, allegro’s, caprices, fantasieën, impromptu’s, sonates, nocturnes, polonaises, preludes, duo’s voor vier handen (verenigd onder de titel ‘Chiron musical’), scherzi gewijd aan Chopin, vierhandige fantasieën geïnspireerd op de romans van Walter Scott, studies, en drie collecties getiteld ‘Décameron musical’. De meeste van deze werken zijn over het algemeen niet origineel, maar ze zijn briljant en gevarieerd en vertegenwoordigen de vruchten van een wonderbaarlijke natuurlijke faciliteit.
Czerny’s hier opgenomen Grande Sonate , bestaande uit wel 7 bewegingen, verreweg de langste van zijn elf sonates, werd direct na het overlijden van Beethoven gecomponeerd en kan worden beschouwd als een poging om het rijk van Beethovens Hammerklaviersonate te bereiken. Met zijn zeven bewegingen (Introduzione, Adagio sostenuto ed espressivo – Capriccio appassionato, Allegro energico – All(egret)to con moto, vivace –Presto, Scherzo – Cantique de la Bohême, Varié, Non troppo adagio – Presto scherzando – Finale. Allegro con fuoco) en spectaculaire technische uitdagingen, verdient dit lang vergeten meesterwerk zijn plaats tussen de grote klavierwerken van de 19de eeuw.
Schuberts laatste 3 pianosonates, D 958, 959 en 960, waren zijn laatste grote composities voor piano solo. Ze werden gecomponeerd tijdens de laatste maanden van zijn leven, tussen de lente en de herfst van 1828, maar werden niet gepubliceerd tot ongeveer tien jaar na zijn overlijden, in 1838-1839. Net als de rest van Schuberts pianosonates werden ze in de 19e eeuw grotendeels verwaarloosd. Tegen het einde van de 20ste eeuw was de publieke en kritische mening weliswaar veranderd, en deze sonates worden nu beschouwd als een van de belangrijkste van de volwassen meesterwerken van de componist. Ze maken deel uit van het kernrepertoire voor piano en verschijnen regelmatig op concertprogramma’s en opnames.
Eén van de redenen voor de lange periode van verwaarlozing van Schuberts pianosonates lijkt hun afwijzing als structureel en dramatisch inferieur aan de sonates van Beethoven. In feite bevatten de laatste sonates duidelijke toespelingen op en overeenkomsten met werken van Beethoven, een componist die Schubert vereerde. Uit musicologische analyse blijkt weliswaar dat ze een volwassen, eigen stijl hebben. De laatste sonates van Schubert worden nu geprezen om die volwassen stijl, die tot uiting komt in unieke kenmerken zoals een cyclisch formeel en tonaal ontwerp, kamermuziektexturen en een zeldzame diepte van emotionele expressie. De drie sonates zijn cyclisch met elkaar verbonden door diverse structurele, harmonische en melodische elementen die alle bewegingen in elke sonate samenbinden, evenals alle drie de sonates samen. Daarom worden ze vaak beschouwd als een trilogie. Ze bevatten ook specifieke toespelingen en overeenkomsten met andere composities van Schubert, zoals zijn Winterreise liedcyclus. Deze verbanden wijzen op turbulente emoties die tot uiting komen in de sonates, vaak opgevat als zeer persoonlijk en autobiografisch. Sommige onderzoekers menen zelfs specifieke psychologische verhalen te hebben gevonden in de sonates, gebaseerd op historisch bewijsmateriaal over het leven van de componist.
Aurelia Vişovan, is een internationaal gevierde Roemeense pianiste, klaveciniste en fortepianiste, winnares van de 2019 editie van de Musica Antiqua Competition Brugge (pianoforte). Ze geeft regelmatig concerten en recitals op zowel historische instrumenten als moderne piano, in zalen als de Groer Saal van de Berliner Philharmonie, Elbphilharmonie Hamburg, BOZAR, Auditorio de Zaragoza, Brucknerhaus Linz, Die Glocke Bremen, Casa da Musica Porto, Musikverein Vienna, Roemeens Athenaeum in Boekarest, en op festivals zoals Sleeswijk-Holstein, Mecklenburg-Vorpommern, Festivals de Wallonie, om er maar een paar te noemen. In 2021 behaalde ze een doctoraat aan de Muziekacademie in Cluj-Napoca, met een proefschrift over historische klavierinstrumenten. Aurelia Vişovan, is momenteel professor piano aan de Muziekuniversiteit van Neurenberg, Duitsland.
Capriccio appassionato Czerny Sonata No. 6 op 124 Schubert Sonata D. 958 Aurelia Vişovan Fortepiano cd Passacaille PAS1121