Achter de ogenschijnlijk kinderlijke en onschuldige aard van Joan Miró’s werk schuilde een diepe band met de Catalaanse traditie en de kunst uit het verleden. Van zijn artistieke vorming met zijn eerste werken in Catalonië in 1910 tot de invloed van het primitivisme, de romaanse en oosterse kunst, maakt u met deze uitgave een reis door een ruime selectie van Miró’s schilderijen, werken op papier en beeldhouwwerken.
Het BAM (Musée des Beaux-Arts Mons) organiseerde in het najaar van 2022, een unieke tentoonstelling met werken van Joan Miró (1893-1983). Van zijn academische opleiding tot zijn eerste fauvistische landschappen of stillevens tot de invloed van het primitivisme, romaanse kunst of zelfs Japanse kalligrafie, reisde Joan Miró. “The essence of things past and present”, door meer dan een halve eeuw van rauwe, soms wilde, maar altijd onverwachte experimenten. Er werden een honderdtal originele werken gepresenteerd (o.a. schilderijen, gouaches, tekeningen, keramiek, sculpturen), afkomstig uit prestigieuze internationale openbare en privécollecties, waaronder de Fundació Pilar i Joan Miró (Palma de Mallorca), de Fundació Joan Miró (Barcelona), het Centro de Arte Reina Sofia, het Picasso-Parijs Nationaal Museum, de Maeght Foundation en het LaM.
De Catalaanse kunstschilder, beeldhouwer, graficus en keramist, Joan Miró, werd in 1893 geboren in Barcelona en overleed in Palma de Mallorca. Miró is een van de grootste surrealisten uit de geschiedenis en wordt gekenmerkt door het uitbundig karakter van zijn geboortestreek. Het werk van Miró is gericht op de kinderlijke geest, het onderbewustzijn en het land Spanje. De eerste werken van Miró werden sterk beïnvloed door het fauvisme, het kubisme en het expressionisme. Later focuste de kunstenaar zich meer op het primitieve en nog weer later meer op het dromerige en het surrealistische.
Nadat Joan Miró in 1912, een tentoonstelling over het kubisme had gezien, besloot hij zich, ondanks de afkeuring van zijn ouders, volledig toe te leggen op de schilderkunst. In 1917 ontmoette hij in Barcelona de Franse kunstschilder Picabia en in 1920 ging hij in Parijs wonen om zich aan te sluiten bij de kunstenaarsgemeenschap van Montparnasse, waar hij in contact kwam met Picasso en surrealistische kunstenaars.
Miró bedacht in 1923, een stijl die losstond van het kubisme en die werd gekenmerkt door een bovennatuurlijk universum met geometrische vormen en vreemde symbolen. Zijn werk neigt naar een originele combinatie van zowel verontrustende als vrolijke elementen die zich laat leiden door het onbedachtzame, poëzie en verbeelding. In zijn vaak magische en merkwaardige wereld zien we wezens die het pad tussen de verbeelding en de werkelijkheid bewandelen. Hoewel zijn onderwerpen zorgeloosheid kunnen uitstralen, kunnen ze ook iets zichtbaar duisters bij zich dragen.
In 1924, ondertekende Miró het Manifest van het Surrealisme en omschreef André Breton de Spaanse kunstenaar als ‘de grootste surrealist van ons allemaal’. Met name het dromerige en het onbewuste in de werken van Joan Miró hebben ervoor gezorgd dat zijn kunst doet denken aan de surrealistische beweging. Na verloop van tijd werden zijn schilderijen abstracter en kregen ze meer organische vormen. In 1925 nam hij deel aan de eerste gezamenlijke tentoonstelling van surrealistische kunstenaars.
In de jaren ’30, keerde Miró terug naar zijn geboorteplaats en in 1932, maakte hij originele sculpturen van diverse materialen. Vijf jaar later, in 1937, ontwierp Miró de beroemde poster ‘Aidez l’Espagne’, die gericht was tegen Franco. Tijdens de Tweede Wereldoorlog schilderde Miró zijn doekenreeks genaamd ‘Constellations’, waarin is terug te zien dat Miró wilde ontsnappen aan de angst die hij voelde.
In 1941 werd in het Museum of Modern Art in New York, de eerste grote retrospectieve tentoonstelling met werk van Miró gehouden. Joan Miró maakte zijn eerste keramische werken in 1944. Pas later, na de oorlog, werden deze werken een succes. In de jaren vijftig focuste hij zich dan voornamelijk op beeldhouwkunst, stadsmeubilair en decoratie van monumenten. Miró schilderde steeds intensere en meer elliptische doeken om uiteindelijk in 1961, tot de reeks ‘Blauw’ te komen. Ook maakte hij belangrijke creaties voor monumentale gebouwen, waaronder een keramisch werk voor het Unesco-gebouw in Parijs. Hij maakte ook grote, abstracte schilderingen met levendige kleuren waarvoor hij zich liet beïnvloeden door de Amerikaanse schilderkunst. In 1976, werd in Barcelona de Fundació Joan Miró opgericht. Dankzij dit centrum blijft de creativiteit en diversiteit van een van de grootste kunstenaars van de 20ste eeuw voortleven.
In het boek/catalogus beschrijft Victoria Noel-Johnson, Miró’s biografie en zijn zoektocht naar absolute vrijheid via de geest van het verleden (1901-1929). Ara H. Merjian beschrijft onder de titel, “Een logica van het absurde”, Joan Miró’s Catalaanse landschappen tussen rede en droom, waarna Dimitri Ozerkov, het heeft over het primitivisme als zijn artistieke methode. De door Victoria Noël-Johnson samengestelde catalogus van de werken, gaat van zijn artistieke vorming & Catalaans fauvisme over primitivisme en primitieve beeldhouwkunst, de geest van de figuur en de geest van het Oosten, naar absolute vrijheid. Tot besluit, een tekst over archivale documentatie & objecten. Niet te missen!
Victoria Noel-Johnson (red.) Joan Miró De essentie van voorbije en aanwezige dingen 223 bladz. geïllustreerd uitg. Snoeck ISBN 9789461618399