Leonardo da Vinci’s groteske hoofden plaatsen ons in een wereld die haaks staat op vorm (misvorming) en norm (abnormaliteit). Was er muziek in die wereld? Muziek, per definitie harmonie, heeft historisch gezien een rol gevonden in de wereld van het groteske dankzij haar eeuwige symbiose met het woord en het lichaam. Vanuit die bron dook dit grotesk muziekprogramma op.
Op het programma staan 17 vocale composities en 1 instrumentale. Deze 18 composities overspannen de periode van een anonieme conductus uit de 13de eeuw, tot 1608, het jaar van “Capricciata & Contrappunto” van Adriano Banchieri. Men koos 8 anonieme composities, o. a. een anonieme hoquetus uit de 14de eeuw, en Moresche, Canzoni villanesche, een Villanesca Alla Napolitana en Canti Carnascialeschi, van Juan del Encina (1468-1529), Mateo Flecha ‘El viejo’ (1481-1553), Giovanni Domenico da Nola (1517), Michael Praetorius (1571-1621), Adrian Willaert (1490-1562), Orlando di Lasso (1532-1594), Lorenzo de Medici ‘Il magnifico’, (1449-92) en Adriano Banchieri (1568-1634).
In Rome ontdekten nieuwsgierigen eind 15de eeuw de ruïnes van het keizerlijk paleis van Nero: de domus aurea. Op de muur zagen ze bonte, symmetrische versieringen, bizarre dieren en fabelwezens. De resten lagen onder zoveel puin dat ze dachten dat het versierde grotten waren. Daarom gingen de muurschilderingen de geschiedenis in als ‘grotesken’, naar hun vindplaats in ‘grotachtige’ ruïnes. Tijdens de renaissance waren deze antieke grotesken een inspiratiebron voor vele kunstenaars. Al gauw werd de term ‘grotesk’ niet meer alleen gebruikt voor deze aan de oudheid ontleende ornamentvorm, maar meer in het algemeen, voor al wat betrekking had tot het bizarre, monsterachtige, inventieve, karikaturale en bespottelijke, connotaties die vandaag nog steeds geassocieerd worden met het begrip ‘grotesk’.
“L’art musical est sans contredit celui de tous les arts qui fait naître les passions les plus étranges, les ambitions les plus saugrenues” (Hector Berlioz, “Les Grotesques de la musique”).
De smaak van Leonardo da Vinci voor muziek is bekend en werd bevestigd door de vele getuigenissen van zijn tijdgenoten. Leonardo was ook beroemd als speler en improvisator op de lira da braccio (foto). Deze passie voor muziek kwam uit zijn jeugd, wanneer muzikanten, schildersateliers bezochten. Verrocchio, zijn eerste leermeester in Florence, was trouwens ook een muzikant, zoals zo veel schilders in die tijd. We moeten ons bij deze uitgave de sfeer voorstellen van de ateliers waar Botticelli, Perugino, Ghirlandaio en Lorenzo di Credi werkten, de artistieke navolging, de instrumenten die er waren, en de liederen. In plaats van op zoek te gaan naar muziek die Leonardo had kunnen spelen, ging “Capella de Ministrers” op zoek naar de muziek bij en achter Leonardo’s grotesken. Grillig, bizar, monsterachtig, maar ook karikaturaal en grappig. Heel origineel en heel bijzonder. De vocale solisten zijn Delia Agúndez, sopraan, Hugo Bolívar, alto, Jorge Morata, tenor en Antonio Sabuco, bariton. De instrumentalisten zijn Robert Cases, guitarra renacentista, Carles Magraner, gamba, en Miguel Ángel Orero, percussie.
“Capella de Ministrers” is een ensemble voor oude muziek, opgericht in 1987 in Valencia door de gambist, Carles Magraner. Het belangrijkste van het ensemble is hun focus op de restauratie van de Valenciaanse muziekcultuur en het herstel van het Valenciaans muzikaal erfgoed. Hun producties volgen historisch onderzoek dat o.a. resulteert in de uitgave van boeken met cd’s, zoals het boek “Muziek en Poëzie voor Ausiàs March”, gewijd aan de 15de -eeuwse dichter uit Valencia. Carles Magraner (foto), geboren in Almussafes (provincie Valencia), studeerde cello en musicologie aan het Carcaixent, Conservatorio Superior de Valencia en aan de Conservatoria van Toulouse en Amsterdam (viola de arco). Hij is professor cello en viola da gamba.
Tracklist:
Orientis partibus (conductusde la Fiestadel asno, S.III) Anónimo
In saeculum (hoquetus, S.XIV) Anónimo
Calabaca, no se buen amor(CMP251) Anónimo
Perdi la mi rueca (CMP253) Anónimo
Los ascolars (ensalada, c.1500) Anónimo
Hoy comamos y bebamos (CMP174) Juan del Encina,
La tricotea san Martin la vea (CMP247) Alonso d’ Alba
Jancu janto (CMP248) Anónimo
D’aquel fraile flaco y cetrino (CMP255) Anónimo
Cados, cados, Adonay cherubim (S.XV) Anónimo
San Sabeya, gugurumbe (La Negrina) Mateo Flecha el Viejo
Moresche & canarie Thoinot Arbeau / Praetorius, Michael
Tri ciechi siamo (Canzoni villanesca) Giovanni da Nola
Vecchie Letrose (Villanesca Alla Napolitana) Adrian Willaert
Alla la pia calia (Moresche) Orlando di Lasso
Siam galanti di Valenza (Canti Carnascialeschi) Lorenzo de Medici
Canzona de confortini (Canti Carnascialeschi) Lorenzo de Medici
Cappriciata & contrappunto bestiale (Festino 1608) Adriano Banchieri
música Grotesca Capella de Ministrers, Carles Magraner cd Licanus CDM2254