Het label BIS gaf 2 bijzondere SACD’s uit, gewijd aan de magnifieke orkestmuziek van de Italiaanse componist, Ottorino Respighi.
In hun veelgeprezen reeks met Ottorino Respighi’s orkestmuziek hebben dirigent John Neschling en het Orchestre Philharmonique Royal de Liège de luisteraars reeds vervoerd naar uiteenlopende bestemmingen als Brazilië (“Impressione brasiliane”) en Koning Salomons Jeruzalem (“Belkis, Regina di Saba”), en gaven ze een opwindende uitvoering van Respighi’s monumentale “Sinfonia drammatica”, een partituur van epische proporties voor een grote orkestbezetting. Die prestatie kreeg een Critic’s Choice van de American Record Guide en een ‘Empfehlung’ op de Duitse website Klassik-Heute.
De Botticelli triptiek heeft alle frisheid van de beroemde schilderijen van de Renaissance-meester, Lente, Aanbidding der Wijzen en Geboorte van Venus. Il Tramonto (“De zonsondergang”) is een cantate gecomponeerd op de Italiaanse vertaling van Shelley’s gedicht “The Sunset”. Glasramen (“Vetrate di chiesa”), vier composities, waarvan de eerste drie oorspronkelijk werden gecomponeerd voor piano solo, vormen een synthese tussen de oude modi van het gregoriaans en de sfeer van de Franse impressionistische muziek. In 1925 orkestreerde Respighi ze en voegde er een vierde compositie aan toe. Hij noemde deze symfonische suite “Vetrate di chiesa”, eerder een sonore evocatie van het universum van het Gregoriaans in plaats van een symfonisch gedicht.
Respighi Gli Uccelli (The Birds) is een suite voor klein orkest gecomponeerd in 1928. Het werk is gebaseerd op muziek voor klavecimbel en luit uit de 18de eeuw en was een poging om de vocalisatie van vogels om te zetten in muzieknotatie. De suite heeft vijf delen, Prelude (gebaseerd op muziek van Bernardo Pasquini), La colomba (De duif, naar muziek van Jacques (de) Gallot), La gallina (De kip, naar muziek van Jean-Philippe Rameau), L’usignuolo (De nachtegaal, gebaseerd op de muziek van het volksliedje, “Nachtegaeltje”, getranscribeerd door de blokfluitvirtuoos, Jacob van Eyck) en Il cucù (De koekoek, eveneens gebaseerd op muziek van Bernardo Pasquini).
Ottorino Respighi stond in de voorhoede van de 20ste-eeuwse wedergeboorte van de Italiaanse symfonische muziek. Beroemd om zijn “trilogia romana”, was Respighi ook prominent aanwezig met zijn synthese van pre-klassieke, melodische stijlen en laatromantische harmonieën en texturen. Dit waren de elementen, die de hier opgenomen “Antiche danze et arie” (3 suites) zo boeiend en expressief maakten, aangezien Respighi op briljante wijze gebruik maakte van dansen van 16de-eeuwse componisten. Deze drie suites zijn gebaseerd op Italiaanse en Franse luitmuziek. De meeste melodieën werden door Respighi ontleend aan de catalogus van de Italiaanse musicoloog, Oscar Chilesotti. De Suite nr.1 werd samengesteld in 1917, nr.2 in 1924 en nr.3 in 1931. De drie suites werden door Respighi’s weduwe samengesteld tot een ballet. De Suite nr.1 was gebaseerd op twee anonieme bronnen, één op een ballet van Simone Molinaro (‘Il conte Orlando’) en één op muziek van Vincenzo Galilei, de vader van Galileo Galilei. De Suite nr.2 was gebaseerd op een ballet van Fabrizio Caroso (‘Laura soave’), op een ’danza rustica’ van Jean-Baptiste Besard, een ’bergamasca’ van Bernardo Gianoncelli en een anonieme bron. De Suite nr.3 was voor het grootste gedeelte gebaseerd op een het ballet ’Arie di Corte’ (airs de cour) van Jean-Baptiste Besard, een passacaglia van Ludovico Roncalli en nog twee andere, anonieme bronnen.
Beschouwd als één van de beste sopranen van haar generatie, heeft Anna Caterina Antonacci (°1961) uit Ferrara, vele prijzen gewonnen op internationale wedstrijden waaronder de Verdi-, Maria Callas- en de Pavarotti-Wedstrijd. Hoogtepunten van haar carrière waren haar prestaties in de rol van Carmen (Opéra Comique in Parijs, het Royal Opera House in Londen), Cassandre in Berlioz’ ‘Les Troyens (Théâtre du Châtelet in Parijs, Deutsche Oper Berlin, Teatro alla Scala, Royal Opera House), Medea in de gelijknamige opera van Cherubini (Théâtre du Châtelet, Epidaurus Festival in Griekenland en Teatro Regio in Turijn), Penelope in de gelijknamige opera van Fauré (Opéra national du Rhin in Straatsburg), Iphigenia in Tauris (Hamburgische Staatsoper, Opéra national du Rhin, Genève Opera), La Voix humaine (Comic Opera, San Francisco Opera, Teatro Comunale di Bologna) en Sancta Susanna van Paul Hindemith (Nationale Opera van Parijs). Haar optreden in L’incoronazione di Poppea inspireerde “Era la notte”, een show gebouwd rond “Combattimento di Tancredi e Clorinda” van Monteverdi. De Franse Republiek ridderde haar als “Chevalier de la Légion d’honneur”
Geboren in Brazilië, is John Neschling, een achterneef van Arnold Schönberg en van de dirigent Arthur Bodanzky. Hij studeerde in Wenen bij Hans Swarowsky en volgde lessen bij Leonard Bernstein en Bruno Maderna in Europa en de Verenigde Staten. Hij dirigeerde onder meer de Wiener Symphoniker, het London Symphony Orchestra, het Tonhalle Orchestra Zürich, de Warsaw Philharmonic, het Pittsburgh Symphony Orchestra, de Nationale Academie Sancta-Cecilia in Rome en het Residentie Orkest in Den Haag. Als opera dirigent dirigeerde hij de Wiener Staatsoper, Deutsche Oper Berlin, het Teatro San Carlo di Napoli, de Arena van Verona, de Opera van Zürich en de Washington Opera. Hij was muzikaal leider van het Teatro Nacional de São Carlos in Lissabon, de Opera van St. Gallen in Zwitserland, het Teatro Massimo in Palermo. Hij leidde het Nationaal Orkest van Brazilië en operahuizen in Rio de Janeiro en São Paulo. In 1997 werd hij chef-dirigent van het Symfonieorkest van Sao Paulo, waar hij bleef tot 2009. Tijdens zijn tijd aan het hoofd van dit orkest slaagde hij erin om een plaatselijk orkest om te vormen tot een van de beste symfonische ensembles van Latijns-Amerika, waarmee hij door de Verenigde Staten en Europa toerde en meer dan dertig veelgeprezen opnamen maakte. Sinds 2011 leidt hij concerten en opera’s in Italië, Frankrijk, Zwitserland, Spanje, België en Polen.
Perfecte geluidsopnamen zijn altijd al één van de kenmerken geweest van het Zweeds label BIS. Getuige de recente “Diapason d’Or”, toegekend in de categorie “geluidsopname” aan het “Take Five–team”, dat regelmatig voor BIS werkt en de geluidsopname van deze Respighi SACD’s heeft gerealiseerd in de prachtige Salle Philharmonique in Luik/Liège. Warm aanbevolen.
Respighi Vetrate di Chiesa Il Tramonto Trittico botticelliano Anna Caterina Antonacci Orchestre Philharmonique Royal de Liège John Neschling SACD BIS 2250
Respighi Gli Uccelli (The Birds) Antiche danze et arie” (Suites 1-3) Orchestre Philharmonique de Liège John Neschling SACD BIS 2540