Naast orkestwerken, bv. Apparitions (1958-59) en Atmosphères (1961), en kamermuziek, o.a. 2 Strijkkwartetten, componeerde György Ligeti (1923-2006), de meester van de micropolyfonie, tussen 1945 en 1993, ook heel bijzondere, vocale muziek, waaronder veeleisende a capella koorwerken. Deze weerspiegelden, net als zijn instrumentale werken, zijn opvallende stijlontwikkeling. Ontdek deze 31 fascinerende composities op deze dubbel cd.
De Joods-Hongaars-Oostenrijkse componist, György Ligeti, geboren in Târnăveni in de regio Transsylvanië in Roemenië, is wereldberoemd geworden met composities als “Lux Aeterna” voor 16-stemmig koor a capella (1966) en “Musica ricercata”, 11 ricercares voor piano (1951-1953), te horen in de film, “Eyes wide shut” (1999), de beklemmende, psychologische thriller van Stanley Kubrick, geïnspireerd door de “Traumnovelle” (1926) van Arthur Schnitzler. Tussen 1985 en 2001, componeerde Ligeti een cyclus van 18 études voor piano solo. Deze worden terecht beschouwd als één van de belangrijkste, creatieve prestaties van zijn laatste periode, en één van de belangrijkste reeksen pianostudies van de hele 20ste eeuw!
Voor de spectaculaire ontwikkeling van Ligeti’s manier van componeren na 1956, was zijn kennismaking met het werk van Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen in Darmstadt en Keulen, van de grootste betekenis. Na een periode van minder betrokkenheid bij de piano sinds de jaren ‘50, meer bepaald na de “Chromatische Phantasie” uit 1956 en de “Trois bagatelles” uit 1961, (tussen 1942 en 1950, van Induló (Mars) (1942) tot de Sonatine (1950), componeerde hij ook voor vierhandig klavier), bevestigde het eerste boek van zijn vernieuwende studies voor piano, in 1985, uiteindelijk de terugkeer van de componist naar het componeren voor de piano.
Voor hij zich tot de piano wendde, wijdde Ligeti zich eerst met “Continuum”, “Hongaarse rock” (een chaconne) en “Passacaglia Ungherese”, aan het… klavecimbel. De in 1976 gecomponeerde “Drie stukken voor twee piano’s” (Monument – Selbstporträt – Bewegung (1976)), beïnvloed door Steve Reich en Terry Riley, vormden vervolgens een kentering in zijn oeuvre en compositieontwikkeling. Met name ritme werd alomtegenwoordig en de belangstelling voor deze parameter zou in het begin van de jaren ’80, zoals ook bleek uit zijn études, toenemen door de ontdekking van gamelan, de polyritmiek van de Aka Pygmeeën in de Centraal-Afrikaanse Republiek (voorheen de regio, Oebangi-Sjari in Frans-Equatoriaal-Afrika), Béla Bartók, Thelonious Monk en Bill Evans, en de enorme complexiteit van de 51 “Studies for Player Piano”, gecomponeerd tussen 1948 en 1992, van de Amerikaanse-Mexicaanse componist, Samuel Conlon Nancarrow (1912-1997) (foto).
Met uitzondering van het Latijnse ‘Lux aeterna’ (1966) en ‘Three Fantasias’ gebaseerd op Friedrich Hölderlin (1982) zette Ligeti uitsluitend Hongaarse poëzie op muziek, met een uitgesproken voorkeur voor teksten van Balint Balassa (1554-1594) en Sándor Weöres (1913-1989). Ligeti wilde de respectieve inhoud programmatisch op muziek zetten, maar concentreerde zich weliswaar vooral op fonetische klanksequenties, ritmes, intonaties en accenten van het Hongaars. Vertalingen van deze “spraakmuziek” zijn bijna onmogelijk en zelfs overbodig, omdat u de woorden niet hoeft te begrijpen om de koorwerken te ervaren als klankrijke, ritmisch beknopte en uiterst expressieve muziek.
Ligeti’s “Lux Aeterna” uit 1966, opgedragen aan de Duitse componist Clytus Gottwald (1925-2023), ruste op het gebruik van micropolyfonie, waarbij er geen duidelijke stemming of toonaard nog was aan te wijzen. De titel en de tekst van de compositie werd ontleend aan het Lux Aeterna uit het Requiem, “Lux aeterna luceat eis, Domine, cum sanctis tuis in aeternum, quia pius es. Requiem aeternam dona eis, Domine; et lux perpetua luceat eis” (“Laat het eeuwig licht op hen schijnen, O Heer voor eeuwig bij uw heiligen, omdat Gij liefdevol zijt”). “Lux Aeterna” kreeg bekendheid door het gebruik ervan in de film, “2001: A Space Odyssey”, uit 1968, van Stanley Kubrick.
“Lakodalmas”, gewoonlijk vertaald als “Huwelijksdans”, werd voltooid in 1950, nog voor Ligeti zijn muzikale studies aan de Franz Liszt Muziekacademie afrondde. Hij voltooide deze compositie toen hij nog in Hongarije woonde, toen hij in de voetsporen trad van Béla Bartók (foto), en hij nog andere vocale werken op basis van Hongaarse traditionele muziek en gedichten, componeerde. Deze compositie is later in verband gebracht met o.a. “Bujdosó” (1946) en “Kállai kettős” (1950), en vormden een reeks genaamd, “Drie Hongaarse volksliederen”, ook al was er niet meteen een directe relatie. Deze werken werden nl. wel degelijk afzonderlijk bedacht, gecomponeerd en gepubliceerd. In 1943, was trouwens een abrupt einde gekomen aan Ligeti’s studie. De jonge, joodse componist werd opgepakt en naar een werkkamp gestuurd. Hij overleefde, maar zijn vader en zijn 16-jarige broer niet. De nazi’s vermoordden bijna zijn hele familie. Zijn moeder en hijzelf waren de enige overlevenden…
“Lakodalmas” werd gecomponeerd tijdens het stalinistisch tijdperk toen Hongaarse volksliederen strikt beperkt waren. Het werd dan ook later gepubliceerd door Schott Music. Ook “Haj, ifjuság!”, (“Jeugd!”), voltooid in 1952, werd gecomponeerd in Boedapest, terwijl Ligeti nog student was. De muziek in zijn vroege Hongaarse composities bestond weliswaar niet letterlijk uit volksliederen, maar werd in zijn eigen stijl gecomponeerd. Bovendien werd Hongarije in 1952 bezet door de Sovjets en werd de Hongaarse cultuur grotendeels gecensureerd, zelden gepubliceerd en in het geheim uitgevoerd. Het werd veel later, in 1999, gepubliceerd door Schott Music. Een ander voorbeeld aangaande Hongaarse invloeden, waren de “Mátraszentimrei dalok” (Liederen uit Mátraszentimre), een verzameling liederen naar Hongaarse volksmelodieën uit 1955, maar die pas in 1984, in Saarbrücken, met Robert Pappert als dirigent, door het Kammerchor Hausen, in première gingen.
Na zijn vlucht uit het Stalinistisch Hongarije in 1956, groeide Ligeti desondanks uit tot een gevierd en vooruitstrevend componist met veel invloed op de toenmalige avant garde muziek. Hij woonde tot zijn overlijden afwisselend in Oostenrijk en Duitsland en kreeg uiteindelijk het Oostenrijks staatsburgerschap. Van 1959 tot 1969, verbleef Ligeti bv. hoofdzakelijk in Wenen. Daarnaast gaf hij les bij de “Darmstädter Ferienkurse für Neue Musik” en was hij als gastdocent compositie, verbonden aan het conservatorium van Stockholm. Van 1969 tot 1973, verbleef hij, zich ook verdienstelijk makend als muziektheoreticus en -analyticus, voornamelijk in Berlijn. Sinds 1973, woonde hij in Hamburg, waar hij tot 1989, compositieles gaf aan de Staatliche Musikhochschule.
Na zijn studie van de seriële muziek, ontwikkelde Ligeti de zogenaamde “klankvlakkencompositie” en de “micropolyfonie”, een componeertechniek die bestaat in het creëren van dichte, microtonale klanktexturen. Zijn “Three Fantasies after Friedrich Hölderlin” (“Drei Phantasien nach Friedrich Hölderlin”), een verzameling stukken uit 1982 voor 16 stemmen, ging in september 1983, in Stockholm in première, door het Zweeds Radio Koor, o.l.v. Eric Ericson (1918-2013) (foto), aan wie het was opgedragen. De compositie bestaande uit drie delen, “Hälfte des Lebens” – Lento, “Wenn aus der Ferne” – Andante con tenerezza en “Abendfantasie” Maestoso – Più mosso, agitato, was sterk beïnvloed door Ligeti’s woordschildertechnieken uit de jaren ’60. Hier waren de teksten bijna niet van elkaar te onderscheiden, dus werd de luisteraar aangemoedigd om naar de labyrintische vertakkingen van de muziek te luisteren in plaats van te proberen de inhoud van de originele gedichten te begrijpen. Ligeti gaf zelf commentaar op dit werk en stelde, “Mijn drie fantasieën zijn emotionele, ‘onomatopoëtische’ 16-stemmige stukken (niet micropolyfonisch!)”.
Yuval Weinberg (1990) is sinds het begin van seizoen 2020/2021, chef-dirigent van het SWR Vokalensemble. Het radiokoor van SWR behoort tot de internationale topensembles in de professionele koorscene. Sinds de oprichting van het ensemble, bijna 75 jaar geleden, wijdt het zijn passie en buitengewone vocale competentie aan voorbeeldige uitvoeringen en de verdere ontwikkeling van vocale muziek. Opgericht in 1946 als een speciaal ensemble voor de specifieke behoeften van het radiostation, wijdt het SWR Stuttgart Vocaal Ensemble zich al meer dan vijftig jaar aan de verspreiding van nieuwe, minder bekende of virtuoze koormuziek in concerten en radioproducties, waarbij nieuwe normen worden gesteld in het proces.
De SWR ondersteunt deze ontwikkeling met het gericht plaatsen van compositieopdrachten voor haar koor. De lijst met werken die het SWR Stuttgart Vocal Ensemble in première bracht is lang en bevat composities van Wolfgang Rihm, Karlheinz Stockhausen, Helmut Lachenmann, Isang Yun, Mauricio Kagel, Milko Kelemen en Hans Zender, maar ook talrijke werken van componisten van de jongere generatie, zoals Toshio Hosokawa, Hanspeter Kyburz en Manuel Hidalgo. Het SWR Stuttgart Vocal Ensemble concentreert zich bij zijn studioproducties voornamelijk op zijn a capella-repertoire.
György Ligeti Complete Works for a cappella Choir SWR Vokalensemble, Yuval Weinberg 2 cd SWR Music SWR19128CD