Het is dankzij zijn Pianoconcerti dat Rachmaninovs muziek gevrijwaard bleef van de vergetelheid. Opgevat volgens de immense pianistische mogelijkheden van de pianist/componist, vormden ze het hoogtepunt van het uitgesproken, romantisch concerto. En, hoewel gecomponeerd (behalve het eerste) in de twintigste eeuw, dateerden ze in wezen uit dezelfde periode als deze van Prokofjev…
Sergei Rachmaninov componeerde zijn Pianoconcerto nr. 1, op. 1, in 1891, op 17-18-jarige leeftijd. De eerste twee bewegingen werden voltooid terwijl hij 17 was, de derde beweging en de orkestratie werden voltooid kort nadat hij 18 was geworden. Hij wijdde het werk aan Alexander Siloti, maar herzag het werk grondig in 1917. Dit concerto was eigenlijk de tweede poging van Rachmaninov om een pianoconcerto te componeren. In 1889 was hij nl. begonnen aan een concerto in C -minor (dezelfde toonaard, overigens, waarin hij later zijn tweede pianoconcerto zou componeren). De eerste beweging ging in première in maart 1892, in het conservatorium in Moskou, met de componist als solist en Vasily Safonov als dirigent. Dit was misschien de enige keer dat de componist het concerto in zijn oorspronkelijke vorm speelde, hoewel Siloti, aan wie het werd opgedragen, het concerto programmeerde om het verschillende keren te spelen.
Studenten compositie werden meestal geadviseerd om hun inspanningen te baseren op een specifiek model voor hun eerste oefeningen in nieuwe vormen. In het geval van Rachmaninov was dit het Pianoconcerto van Grieg, dat een favoriet werk van hem was en waarmee hij bekend was geraakt door Siloti, die het in het Rachmaninoff huishouden in de lente en zomer van 1890, oefende voor zijn toekomstige concerten. Rachmaninov paste de hele muzikale structuur van de buitenste bewegingen van het Grieg-concerto aan, en bouwde er letterlijk zijn eigen muziek in. Het publiek was al bekend met zijn tweede en derde Pianoconcerto voor Rachmaninov zijn eerste in 1917 herzag. Zijn eerste is dan ook heel anders dan zijn latere werken. In ruil voor minder memorabele melodieën bevat dit concerto elementen van jeugdige levendigheid en onstuimigheid. De verschillen tussen het origineel van 1890-1891 en de revisie van 1917, onthullen de stijlontwikkeling van de componist in de tussenliggende jaren.
Zijn pianoconcerto nr. 2 markeerde een heropleving van zijn creatieve krachten na de rampzalige première van zijn eerste symfonie. Op die première in 1897, werd zijn eerste symfonie nl. slecht uitgevoerd en bespot door critici. In combinatie met problemen in zijn privéleven, raakte Rachmaninov in een diepe depressie en kwam niet meer toe aan componeren. Zijn tweede Pianoconcerto bevestigde zijn herstel uit zijn klinische depressie, genezen door behandeling van hypnotherapie en psychotherapie, geholpen en gesteund door familie en vrienden.
Het concerto werd opgedragen aan Nikolai Dahl (foto), de muzikale arts, die Rachmaninov na een intense, dagelijkse behandeling in een periode van drie maanden, er boven op had geholpen, en er in geslaagd was het zelfvertrouwen van Rachmaninov te herstellen. Nikolai Dahl speelde altviool en behandelde ook Chaliapin, Scriabin, en Stanislavsky.
De mix van virtuositeit en lyriek heeft het concerto tot één van zijn meest gevierde werken gemaakt. Rachmaninov componeerde zijn Pianoconcerto nr. 2 in do klein, op. 18, tussen het najaar van 1900 en april 1901. Hij componeerde eerst het adagio sostenuto als verklanking van het duister onderbewuste, en vervolgens componeerde hij als triomf op het herleven, de energieke, finale derde beweging. Deze tweede en derde beweging werden dan eerst uitgevoerd met de componist als solist op 2 december 1900. Het compleet concerto met het indrukwekkend, lyrisch, Slavisch thema in de eerste beweging, werd opnieuw met de componist als solist, op 9 november 1901, met zijn neef Alexander Siloti (samen op de foto) als dirigent, in première gespeeld.
Sergei Rachmaninovs Piano Concerto No. 3, op. 30, werd gecomponeerd in de zomer van 1909. Het werk ging in première in november van dat jaar in New York City met de componist als solist en de New York Symphony Society o.l.v. Walter Damrosch. Het werk heeft de reputatie één van de technisch meest uitdagende pianoconcerti te zijn in het klassiek pianorepertoire. Rachmaninov componeerde het concerto in Dresden en voltooide het op 23 september 1909. Vanwege zijn moeilijkheid wordt het concerto gevreesd door veel pianisten. Josef Hofmann, de pianist aan wie het werk werd opgedragen, heeft het zelfs nooit publiekelijk uitgevoerd. Hij zei “dat het niet voor hem was”… Wegens tijdsgebrek kon Rachmaninov het werk niet oefenen in Rusland. In plaats daarvan oefende hij het op een stil toetsenbord dat hij met zich meebracht terwijl hij op weg was naar de Verenigde Staten. Het meesterwerk ontving in januari 1910, een tweede uitvoering o.l.v. Gustav Mahler, een ervaring die Rachmaninov koesterde. Vanaf de jaren 1930, werd dit derde concerto, grotendeels dankzij de belangenbehartiging van Vladimir Horowitz, populair.
De première van de eerste versie van Rachmaninovs (“’Amerikaans”) 4de Pianoconcerto vond plaats in 1927. Leopold Stokowski dirigeerde het Philadelphia Orchestra met de componist zelf aan de piano. Rachmaninov droeg dit concerto op aan zijn goede vriend, de Russische componist, Nikolaj Medtner (1880-1951) (samen op de foto) en Medtner droeg op zijn beurt zijn eigen Tweede Pianoconcerto op. 50, dat ook in 1927 in première werd gespeeld, op aan Rachmaninov. In 1924 had Rachmaninov een concerttournee voor Medtner naar de Verenigde Staten en Canada georganiseerd. Rachmaninovs Concerto werd bij de première in 1927, echter met matig enthousiasme en negatieve kritiek ontvangen. Dit leidde tot verschillende herwerkingen tot de definitieve versie in 1941.
In 1942, namen Rachmaninov en zijn vrouw Natalya hun intrek in een monumentaal huis (foto) in Beverly Hills. Rachmaninov componeerde zijn 4de Pianoconcerto negen jaar na zijn emigratie, daarna werd het twee keer herzien door de componist. Het vertegenwoordigde de verandering van een tijdperk, een afscheid van het verleden en een duik in een behoorlijk angstaanjagende toekomst…
Rachmaninov componeerde zijn Rapsodie op een Thema van Paganini voor piano en orkest, op. 43, net na zijn Variaties op een thema van Corelli (op. 42) voor piano solo, in zijn villa “Senar” (zijn residentie in Zwitserland), in augustus 1934. Tijdens de première van deze 24 magistrale variaties op het Capriccio nr. 24 in la klein van Niccolò Paganini voor viool solo, bespeelde Rachmaninov de Steinway vleugel in het Lyric Opera House in Baltimore op 7 november 1934, begeleid door het Philadelphia Orchestra o.l.v. Leopold Stokowski.
Na de Muziekacademie in Katowice en de Hochschule in Wenen, studeerde de Tsjechische pianist Lukáš Vondráček (1986) verder aan het New England Conservatory in Boston, waar hij in 2012 afstudeerde. Hij gaf zijn eerste openbare uitvoering op de leeftijd van… vier. Zijn ouders waren immers beiden professionele pianisten. In 2002, 15 jaar oud, debuteerde hij met de Tsjechische Philharmonic o.l.v. Vladimir Ashkenazy. Vervolgens bezocht hij in 2003 de VS en in 2004 maakte hij zijn eerste soloalbum (Octavia Records). Lukáš Vondráček en Sergei Rachmaninov. Zelden komen we een band tussen een muzikant en een componist tegen die zo hecht, sterk en energiek is. Toen Vondráček op 15-jarige leeftijd door Vladimir Ashkenazy en het Tsjechisch Filharmonisch Orkest werd uitgenodigd om Rachmaninovs Concerto nr. 1 uit te voeren, kreeg hij internationale bekendheid op tal van concerten en wedstrijden. Slechts een jaar later toerde de pianist reeds door de VS en trad op in Carnegie Hall. Op 29-jarige leeftijd zegevierde hij op de Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel (2016) met Rachmaninovs Concert nr. 3 onder leiding van Marin Alsop, maar won ook eerste prijzen op de prestigieuze internationale wedstrijden in Hilton Head, South Carolina, in San Marino en Pretoria, evenals de prijs van de jury van de Van Cliburn International Piano Competition in Fort Worth, Texas.
“Behalve dat het de mogelijkheid biedt om iemands techniek te demonstreren, maakt zijn muziek indruk door contrastrijk te zijn en een immens dynamisch bereik te hebben … Wat kan een persoon die gek is op toonkleur nog meer wensen? Het is pure schoonheid!” Lukáš Vondráček werd uitgenodigd om de concerti van Rachmaninov uit te voeren met de meest vooraanstaande orkesten en dirigenten wereldwijd. Het huidige album is een van de weinige zoete vruchten van de Covid-pandemie, die hem rustig de tijd gaf om op te nemen. Het boekje bevat een interview met Lukáš Vondráček, waarin hij verslag doet van zijn ruime ervaring en grote affiniteit met Rachmaninov. Maar de krachtigste bekentenis is de opname zelf, gemaakt met het voortreffelijke Prague Symphony Orchestra onder leiding van Tomáš Brauner, waarbij elk detail werd vastgelegd, vol emotie, kleur en contrast.
Rachmaninoff Complete Piano Concertos Paganini Rhapsody Lukáš Vondráček Prague Symphony Orchestra Tomas Brauner 2 cd Supraphon SU43232