De heropleving van het Portugees muzikaal erfgoed is een van de hoofdactiviteiten van het Divino Sospiro-orkest onder leiding van Masssimo Mazzeo. Een bijzonder waardevolle ontdekking is de componist Pedro Antonio Avondano (1714-1782), telg uit een dynastie van musici van Italiaanse afkomst die in de 18e eeuw actief was in Lissabon. Zijn oratorium “Morte d’Abel” (ca. 1780) is gebaseerd op populair materiaal van Pietro Metastasio, dat in de barokperiode en daarna zo’n 40 keer op muziek werd gezet.
Eva was de moeder van Kaïn en Abel. Kaïn werd landbouwer en Abel werd herder. Op een keer brachten de broers een offer aan God. Kaïn offerde een deel van zijn oogst en Abel een dier van zijn kudde. God merkte het offer van Abel op, maar had geen oog voor het offer van Kaïn. Kaïn werd daarop woedend. Hij vroeg Abel om het veld in te gaan, waarop hij zijn broer doodde. Om zijn daad werd Kaïn door God vervloekt en verdoemd tot zwerven. In zijn dramatisch oratorium onderzocht Avondano de zielen van de hoofdrolspelers van de moord in het verhaal. Daarbij benutte hij alle expressieve mogelijkheden van de barokke muziektaal, die al verwees naar de klassieke periode.
Pedro António Avondano, die, net als Domenico Scarlatti, vooral bekend is gebleven om zijn klavecimbelsonates en religieuze muziek, werd geboren en overleed in Lissabon. Zijn vader, Pietro Giorgio Avondano uit Genua was, als één van de vele Italiaanse musici aan het Portugese hof, violist aan het hof van João V (foto),hertog van bragança, van 1706 tot 1750. Er is weinig bekend over het leven van Pedro Avondano. Van José Mazza, in zijn “Dicionário biográfico de músios portugueses”, weten we dat Pedro Avondano, die in 1767 de titel van Ridder in de Orde van Christus verwierf, naar verluidt, “zijn leven verdiende met de viool, die zijn vader hem had geleerd, en dat hij die bij alle gelegenheden gebruikte, zowel kerkelijk als seculier, waar hij werd gevraagd om te spelen, en dat hij jarenlang in zijn eigen huis openbare bals had gegeven voor de “Assembleia das Naçoens Estrangeiras” (“De Vereniging van Buitenlanders in Lissabon”), die voornamelijk Engelsen waren”.
Deze concerten worden overigens beschouwd als de eerste bekende openbare concerten in Lissabon. Terwijl Avondano’s twee symfonieën doen denken aan Händel en Rameau, toont zijn trio de toen nieuwe, gevoelige stijl. De meeste composities van Avondano bevinden zich in Belgische en Duitse bibliotheken. De redenen hiervoor zijn nog niet bekend en het is ook nog onduidelijk waarom zijn oratorium “Het offer van Isaac” in het Duits werd gepubliceerd.
Pedro António trad in de voetsporen van zijn vader en werkte tussen 1754 en 1782 als violist van de koninklijke kapel. Een van zijn taken was het componeren van muziek voor de balletten die bij operavoorstellingen werden gespeeld. In de tweede helft van de 18de eeuw was hij met klavierstukken, kamermuziek, met name menuetten, en orkestwerken op zijn naam, de belangrijkste componist van instrumentale muziek in Portugal.
De Broederschap van Sint Cecilia was een religieuze organisatie in Lissabon die naastenliefde en broederschap onder musici promootte, maar ook optrad als gilde om hun professionele belangen te beschermen. Avondano speelde een sleutelrol bij het herstel in 1765. Hij richtte ook de Assembleia das Naçoens Estrangeiras op, een vereniging waarvan de leden twee keer per week, bij hem thuis bijeenkwamen om te kaarten, te dansen en concerten te geven. Hiervoor componeerde hij een groot aantal menuetten, waarvan er drie in Londen werden gepubliceerd, gefinancierd door de Britse gemeenschap in Lissabon.
Pedro António Avondano (foto) was één van de belangrijke, Portugese componisten van de 18de eeuw. De anderen waren João Rodrigues Esteves, (1700-1751), een componist van religieuze muziek, de organisten, Carlos Seixas (1704-1742), Alberto Joseph Gomes da Silva (ca. 1713-1795) en Francisco António de Almeida (vóór 1722-ca.1755), António Teixeira (1707-na 1769), de koorleider van de kathedraal van Lissabon, Frei Jacinto do Sacramento (1712-1780?), een klavecinist en organist, de klavecinist, João de Sousa Carvalho (1745-1798), José Joaquim dos Santos (1747-1801), een leraar, componist, zanger, organist en dirigent, beroemd om een Stabat Mater, en João Pedro de Almeida Mota (1744-1817), die vele jaren in Spanje werkte.
Afgestudeerd aan het conservatorium in Venetië, studeerde Massimo Mazzeo, bij Bruno Giuranna en Wolfram Christus. Als violist specialiseerde hij zich in kamermuziek en strijkkwartet met de leden van het Quartetto Italiano en Quartetto Amadeus. Hij trad op met veel representatieve orkesten en was hij solist van verschillende kamerorkesten: i virtuosi di Santa Cecilia, Accademia strumentale Italiana, Orchestra Musica Vitae, Caput Ensemble de Reykjavik. Tijdens de eerste periode van zijn carrière werkte hij rond hedendaagse muziek met artiesten als Luciano Berio, Salvatore Sciarrino, Mauricio Kagel, Aldo Clementi, Franco Donatoni, Alessandro Solbiati en de componist Giacomo Manzoni. Zijn passie en toewijding aan vroege muziek, bracht hem ertoe in 2004, een uitstekend barokorkest te creëren, Divino Sospiro, dat al snel een referentieorkest werd in heel Europa.
De personages:
Abel: Raquel Camarinha, sopraan
Caino: Ana Vieira Leite, sopraan
Eva: Valentina Varriale, sopraan
Angelo: Filippo Mineccia, alto
Adamo: Sergio Foresti, bas
Pedro António Avondano La Morte d’Abel Divino Sospiro Massimo Mazzeo 2 cd Glossa GCD923538