Het blokfluit consort, “The Royal Wind”, bestaande uit 11 blokfluiten van alle formaten, neemt u met deze cd mee op een wandeling door de indrukwekkende kathedraal van Sevilla en speelt op verschillende plaatsen in de kerk, werken van wel 10 Spaanse renaissancecomponisten, die ooit verbonden waren aan de kathedraal.
De kathedraal van Sevilla (Catedral de Santa María de la Sede) is een gigantisch gebouw. In 1401 besloten de kerkelijke superieuren van de stad om een enorme kerk te bouwen in plaats van de voormalige moskee, waar toekomstige generaties zich nog steeds over zouden verbazen. Het werd nl. een van de grootste kerken ter wereld. Van de voormalige moskee is de magnifieke toren “La Giralda” overgebleven, evenals de met sinaasappelbomen beplante binnenplaats, die de naam gaf aan deze nieuwe cd.
De kunst bloeide in het Spanje van de 16de– en 17de eeuw. El Greco en Rodríguez de Silva y Velázquez, de hofschilder van Filips IV, en Miguel de Cervantes, gevierd als nationaal dichter, waren al beroemd tijdens hun leven. Hun tijd werd bekend als de gouden eeuw van de Spaanse geschiedenis. Die eeuw heeft ook heel veel instrumentale en prachtige religieuze muziek voortgebracht. Het waren bv. in de eerste plaats Spaanse instrumentalisten en componisten, die gezien het feit dat bv. de groothertog van Alba, onderkoning van Napels was, de plaatselijk Italiaanse instrumentalisten beïnvloedden. Spaanse componisten als Guerrero, Morales en Victoria, gingen voor hun carrière naar Italië, waar hun composities werden gedrukt en even wijd verspreid werden als de muziek van de Franco-Vlaamse componisten die in de 16de eeuw, de muziek in Europa domineerden.
Op het programma staat werk van Pedro de Escobar (1465-1535), Francisco Guerrero (1528-1599), Cristobal de Morales (1500-1553), Juan Vasquez (1500-1560), Miguel Fuenllana (1525-1606), Francisco Peraza (1564-1598), Alonso Mudarra (1510-1580), Alonso Lobo (1555-1617), Francisco de Penalosa (1470-1537) en Enrique (Foxer) (?-1488). De muziek van Guerrero (foto), verbonden aan de kathedralen van Sevilla en Málaga, was zowel religieus als wereldlijk, in tegenstelling tot die van Victoria en Morales, de twee andere, Spaanse 16e-eeuwse grootheden. Hij componeerde talloze wereldlijke chansons en instrumentale stukken, naast 18 missen, motetten, psalmen en Vespers. Guerrero was in staat om een verbazingwekkende verscheidenheid aan stemmingen in zijn muziek te bereiken.
Cristóbal de Morales (ca. 1500-1553) (foto) was één van de grootste componisten van het midden van de 16de eeuw. Na in Sevilla op uitzonderlijk vroege leeftijd als koorknaap aan de kathedraal te zijn opgeleid door Pedro Fernández de Castilleja en Francisco de Peñalosa, specialisten van Nederlandse polyfonie, werd Morales in 1526 kapelmeester van de kathedraal van Ávila. Van 1529 tot 1531 was hij verbonden aan de kathedraal van Plasencia in de provincie Cáceres in Extremadura. Omstreeks 1535 ging hij naar Rome, waar hij zanger werd aan de pauselijke kapel. Daar bleef tot 1545 in dienst van het Vaticaan.
In Rome vervulde hij zijn verantwoordelijkheden als cantor naast collega’s zoals Costanzo Festa, Jacques Arcadelt en Juan Escribano. Morales was vooral geïnteresseerd in teksten voor de vastentijd, waaronder de viering van Aswoensdag en de zondagen van Septgramsima, Sexagesima en Quinquagesima. Na zijn verblijf in Italië keerde hij naar Spanje terug, waar hij opeenvolgende betrekkingen had. In o.a. Toledo volgde hij Andrés de Torrentes op en was er de leraar van de jonge Francisco Guerrero. De laatste levensjaren bracht Morales door in Marchena in de Spaanse provincie Sevilla, in dienst van de hertog van Arcos en vervolgens in Málaga, waar hij kapelmeester van de kathedraal was.
Bij Spaanse renaissancemuziek denken we eerder aan het werk van componisten als Tomás Luís de Victoria of Francisco Guerrero in plaats van aan hun voorgangers. Maar componisten zoals Francisco de Peñalosa (foto), die in 1528 overleed, hetzelfde jaar dat Guerrero werd geboren, waren musici met veel verbeelding en veel vaardigheid, wiens werk een formidabele individualiteit bezat. Pedro de Escobar werd geboren in Porto in het Koninkrijk Portugal. Er is niets over zijn leven bekend tot hij in 1489 in dienst trad van Isabella I van Castilië. Zijn achternaam was van Castiliaanse afkomst, misschien werd hij daarom geboren uit Castiliaanse immigranten of afstammelingen gevestigd in Porto. Hij was tien jaar zanger in de kapel van de katholieke koningin en werkte er als componist.
Bovendien was hij het enige lid van de kapel die ingeschreven was als Portugees. In 1499 keerde hij terug naar Portugal, maar ontving in 1507 een aanbod als maestro di capilla (Castiliaans) van de kathedraal in Sevilla. Daar had hij de leiding over de koorknapen, moest hij voor hun pension zorgen en hen leren zingen. In 1521 werkte hij in Portugal, als mestre de capela (Portugees) van prins Dom Afonso (foto), kardinaal-infante van Portugal, de zoon van Manuel I van Portugal (foto). Zijn carrière lijkt echter slecht te zijn geëindigd. Een document uit 1535 vermeldt dat hij alcoholist was en in ellende leefde. Hij overleed in Évora in het zuidoosten van Portugal.
Alonso Mudarra (foto), een vernieuwer van de instrumentale en de vocale muziek, was naast Luys de Milán, Enríquez de Valderrábano, Esteban Daza, Diego Pisador, Miguel de Fuenllana en Luis de Narváez, één van de zeven Spaanse vihuelista’s uit de 16de eeuw. Hij werd in Guadalajara in Castilië-La Mancha opgevoed, bij de hertogen van de Infantado, Diego Hurtado de Mendoza en Iñigo López, in wiens dienst hij vele jaren bleef. Hij bevond zich waarschijnlijk, samen met de vierde hertog van de Infantado Iñigo López, in 1529, in Italië aan het hof van koning Karel I van Spanje. Zijn priesterwijding vond in 1546 plaats in de kathedraal van Sevilla, waar hij de rest van zijn leven bleef en waar hij vaak samen met Francisco Guerrero, het muziekleven leidde.
De composities staan in het programma geordend rond 7 plaatsen in de kathedraal, The Orange Tree Courtyard, The Altar of our Lady, La Giralda, Chapel “Virgin de la Antigua”, Behind the Choir, The Chapter House en The Choir. Het programma begint met een improvisatie, geïnspireerd door de Arabisch-Andalusische Istijbar, instrumentale muziek die de melodische en emotionele karakteristieken van een bepaalde modus onderzoekt. In de Marokkaanse traditie is de modus Raml-al-Maya dikwijls verbonden met spirituele bezinning en mystiek. De wandeling begint op de beroemde binnenplaats met sinaasappelbomen, de Patio de los Naranjos, gaat naar het prachtig altaar van de Maagd Maria, en kijkt uit over de stad vanaf de toren (“La Giralda”).
De Giralda werd tussen 1184-1195 gebouwd in opdracht van de Almohaden. Destijds was het de hoogste minaret ter wereld. Hierna bezoekt u in de kapel van La Antigua met de graven van Francisco Guerrero en Francisco Peraza, evenals de zoon van Christoffel Columbus, de geleerde Hernando Colon. Na de kapittelzaal, waar de kanunniken dagelijks bijeenkomen om te bidden en te werken (Alonso de Mudarra was tussen 1546 en 1580 lid van het kapittel) en een bezoek aan het koor, het muzikaal hart van de kathedraal, eindigt de wandeling opnieuw op de binnenplaats. Subliem!
Het schitterend, Nederlands blokfluitensemble, “The Royal Wind Music”, brengt al sedert 1997, over de hele wereld, muziek uit de Renaissance tot leven op een authentieke en toegankelijke manier. Alle muziek wordt uit het hoofd gespeeld en zonder dirigent, en dat geeft de concerten van The Royal Wind Music door de intensieve communicatie op het podium ook een sterke band met het publiek. Alle leden van The Royal Wind Music hebben een band met het Conservatorium van Amsterdam, waar het ensemble indertijd door Paul Leenhouts werd opgericht. Hij richtte in 1978, overigens ook het beroemd Amsterdam Loeki Stardust Quartet op. De renaissanceblokfluiten van het ensemble lopen uiteen, van een sopranino van niet meer dan 15 cm tot een drie meter lange sub-contrabasblokfluit die in 1998 op basis van renaissanceprincipes werd ontworpen door Adriana Breukink, Winfried Hackl en Paul Leenhouts.
The Royal Wind Music bracht tot dusver acht cd’s uit, de eerste zeven bij het Spaanse label Lindoro en de meest recente, Cosmography of Polyphony, bij Pan Classics. In 2020 verscheen Gratia Plena, waarin The Royal Wind Music en vocaal ensemble Psallentes (o.l.v. Hendrik Vanden Abeele) zich lieten inspireren door de Annunciatie van Hans Memling in het Metropolitan Museum in New York.
The Orange Tree Courtyard – Renaissance Music in and around the Cathedral of Seville The Royal Wind cd Pan Classics PC10448