Vanaf 610, verspreidde de islam zich over de wereld. Justin Marozzi vertelt hoe de Arabieren na de dood van Mohammed in 632, tot de ineenstorting van het kalifaat in 750, een rijk veroverden dat bijna zo uitgestrekt was als eerder dat van Rome. “Hoe is dit allemaal zo gekomen, wie waren deze eerste soldaten van de islam, wat vonden tijdgenoten aan tegengestelde kanten van het conflict ervan, en wat waren de blijvende gevolgen van de veroveringen? Dat zijn de vragen die dit boek wil beantwoorden”, zo lezen we.
Tegen de tijd van zijn dood in 632, had de profeet Mohammed de strijdende Arabische stammen onder zijn zwaard verenigd. In de jaren die volgden veroverden zijn kaliefen en hun nageslacht gebieden van het Iberische Schiereiland tot aan de oostgrenzen van China. Allemaal in de naam van de nieuwe religie, de islam. Deze uitbreidingen van het nieuwe Islamitische Rijk, wat op haar hoogtepunt dat van Rome evenaarde, duurden tot 750. In deze korte tijd was de hoofdstad Bagdad het bruisende middelpunt van de wereld, en legden de Arabieren de basis voor de buitengewone culturele en wetenschappelijke ontwikkelingen die in de eeuwen daarna zouden volgen. Deze veroveringen gedurende de 7de en 8ste eeuw zijn onderdeel van een van de grootste wapenfeiten in de geschiedenis. Justin Marozzi brengt de prestaties van de kaliefen in het Midden-Oosten en uitgestrekte delen van Azië in kaart en verklaart hoe een onbekend en radicaal militant geloof zich razendsnel verspreidde en de wereld voor altijd veranderde.
De snelheid van de vroege islamitische veroveringen na de dood van de profeet Mohammed in 632, heeft al eeuwen de verbeelding van historici en schrijvers geboeid. Tegen de verwachtingen in, namen de baanbrekende moslimlegers van het recent verenigd Arabisch schiereiland, de twee verouderende superkrachten van de oudheid, de Byzantijnse en Sassanidische Perzische rijken in, en overspande de toen bekende wereld van oost naar west -geïnspireerde overwinningen. Vanuit een seculier historisch perspectief zijn de verklaringen echter genuanceerder, zoals geïllustreerd door de historicus en reisschrijver Justin Marozzi. Hij probeert antwoorden te bieden voor de successen van die vroege veroveringen en hun nalatenschappen, die de wereld volledig veranderde. “Deze veroveringen waren zo beslissend, dat het zonder hen zeker twijfelachtig is dat de islam een wereldwijd geloof zou zijn geworden en de snelst groeiende religie van de wereld vandaag”, schrijft hij.
Marozzi beschrijft de geschiedenis vanaf het Rashidun-kalifaat (632-661) tot en met het Omajjaden-kalifaat (661-750). Na een overzicht van het leven van de profeet, inclusief belangrijke militaire campagnes, die later zouden dienen als zowel rechtvaardiging als inspiratie voor volgende generaties kaliefen, sultans en zelfs 21ste-eeuwse kalifaat-geobsedeerde jihadisten, bespreekt de auteur de Arabische veroveringen tijdens de Rashidun-periode door de eerste vier (Rechtgeleide) kaliefen (632-661), tot de Omajjaden-dynastie, eindigend met de Abbassiden-revolutie van 750.
Marozzi schrijft dat het logisch was dat de Arabische veroveringen richting het noorden zouden gaan, gezien de afwezigheid van een marine en het terrein gedomineerd werd door woestijnlandschappen op het Arabisch schiereiland. Dit viel binnen de context van de nasleep van de zogenaamde Ridda-oorlogen en de eerste kalief, Abu Bakr, die de ontluikende gemeenschap leidde als de directe opvolger van de profeet.
Opvallend is het hoofdstuk over de oprichter van de Omajjaden-dynastie, Moe’awija I of Mu’awiyah Ibn (zoon van) Abi Sufyan. Hoewel hij zelfs vandaag een controversieel en verdeeld figuur is voor moslims, blijft zijn indrukwekkende politieke carrière van vier decennia ‘volkomen onmisbaar voor het verhaal van de veroveringen’. Desalniettemin is hij vrijwel onbekend in het Westen vergeleken met zijn voorgangers. Gecrediteerd voor het transformeren van het kalifaat in een Arabisch koninkrijk en familiebedrijf, het opzetten van de allereerste moslim marine, en het uitvoeren van de gewaagde, mislukte belegering van Constantinopel, brachten Moe’awija en de latere Omajjaden-kaliefen de veroveringen tot nieuwe hoogten.
Onder de dynastie van de Omajjaden (Kalifaat van Damascus) werd het Arabische Rijk enorm uitgebreid. Het rijk van de Sassaniden in Perzië werd in zijn geheel veroverd, evenals de zuidelijke provincies van het Byzantijnse Rijk en de noordkust van Afrika, tot aan Iberië toe. Deze twee eens zo machtige rijken waren door een lange onderlinge oorlog in de decennia voorafgaand aan de Arabische veroveringen, erg verzwakt en de vroegere Byzantijnse gouverneurszetel Damascus werd de hoofdstad van het Arabische Rijk. Na de dood van Moe’awija I in 680, begon echter de politieke stabiliteit van het rijk te wankelen met talloze opstanden. Deze omvatten de noodlottige Shia-geleide Hasjemitische-opstand in de regio Khorosan in het oosten (Iran), waardoor de soennitische Abbasieden-dynastie (kalifaat van Bagdad) aan de macht kwam, en dit tot 1258. Met een meer kosmopolitische, egalitaire maatschappij, werd het rijkminder intrinsiek Arabisch gedomineerd, met een sterkere Perzische culturele invloed.
Geschreven in vlot lezend proza, zijn de hoofdstukken gericht op elk van de belangrijkste regio’s van verovering, waaronder de Levant, Irak en Iran en Egypte, het meest dichtbevolkt Arabisch sprekend land ter wereld. In het hele boek zijn er tal van spectaculaire afbeeldingen van bekende islamitische architectuur en landschappen, aangevuld met voorbeelden van vroege islamitische kunstwerken. Een meerwaarde zijn de 5 bijlagen, “Al-Baladhuri over de Slag bij de Jarmuk, (636)”, “Het Verdrag van Omar”, “Al-Tabari over de koninklijke buit, in beslag genomen in de nasleep van de val van Madain, (637)”, “Ibn Abd al-Hakam over de verovering van Spanje, (711)” en “Bisschop Johannes van Nikiu over de verovering van Egypte, 7de eeuw”.
Het boek is ook voorzien van een overzichtelijke tijdslijn en een handig register. Dit rijk, volledig in kleur geïllustreerd boek is een ideale introductie tot de vroege islamitische veroveringen en de uitbreiding van het kalifaat tot het midden van de 8ste eeuw van onze jaartelling. Deze vermakelijke en plezierige lezing met incidenteel, droge humor, is een verfrissende vertelling over misschien wel de belangrijkste en meest invloedrijke, sociale omwenteling van de vroege middeleeuwen. “The Arab Conquests, The Spread of Islam and the First Caliphates” werd vertaald door Henk Hardeman.
Justin Marozzi studeerde geschiedenis aan de universiteit van Cambridge en behaalde ook diploma’s in uitzendjournalistiek aan de Cardiff University en in internationale betrekkingen aan de University of Pennsylvania. Als journalist werkte hij voor de BBC, de Financial Times en The Economist en was ook redacteur van The Spectator. Marozzi publiceerde reeds, “South from Barbary” (2001), een verslag van zijn verkenningen door de Libische Sahara, “Tamerlane: Sword of Islam, Conqueror of the World” (2004), een hoog aangeschreven biografie van de Mongoolse veroveraar Timur, vermeld als Sunday Telegraph Book of the Year, “Faces of Exploration” (2006), een verslag van beroemde ontdekkingsreizigers, gevolgd door “The Man Who Invented History: Travels with Herodotus” (2008), een biografie van ’s werelds eerste historicus, “Bagdad : Stad van vrede, stad van bloed” (2014), en “Islamitische rijken – vijftien steden die een beschaving definiëren” (2019).
Justin Marozzi De Arabische veroveringen De verspreiding van de islam en de eerste kalifaten 272 bladz. geïllustreerd uitg. Omniboek ISBN 9789401919135