De in Wenen geboren Carl Czerny (1791-1857) wordt het meest herinnerd voor zijn honderden en honderden pedagogische studies. Maar in zijn verbluffend oeuvre, zijn opus nummers gaan tot 861!, is er veel meer muziek dan louter techniek, wat onthult dat Czerny een belangrijke componist was. Zijn werken vormden nl. een schakel tussen Beethoven (zijn leraar) en Liszt (zijn leerling), tussen het klassiek en het romantisch tijdperk. De stukken die hier zijn opgenomen, alle voor de eerste keer, weerspiegelen volop de schittering van zijn eigen spel.
De muziek van Carl Czerny is vandaag nog steeds grotendeels ondergewaardeerd. Carl Czerny kennen de meeste mensen, althans de pianisten, alleen van zijn pianostudies, “Schule der Geläufigkeit” en “Schule der linken Hand”. Maar, Czerny was meer dan alleen maar een etude-meester, en hij was veel meer dan alleen maar een veelschrijver.
Czerny (1791-1857), geboren en getogen Wener, maar van Tsjechisch-Moravische origine, kreeg zijn eerste pianolessen van zijn vader Wenzel, een bekend hoboïst, pianist en organist. Hij werd daarna leerling van Beethoven en studeerde dan verder bij Muzio Clementi, Johann Nepomuk Hummel en Antonio Salieri. Later werd hij zelf de leraar van o.a. Liszt, Sigismund Thalberg en Theodor Leschetizky. Terwijl Czerny pianoles gaf aan wel tien leerlingen per dag, componeerde hij een gigantisch oeuvre bijeen, bestaande uit 861 genummerde publicaties (opusnummers), en een aantal niet-gepubliceerde composities en arrangementen (o.a. van symfonieën van Haydn, Mozart en Beethoven), die tot op vandaag nog grondig bestudeerd moeten worden. Deze ijverige man onderscheidde op systematische en methodische wijze vier compositiecategorieën, studies en oefeningen, eenvoudige pianostukjes voor leerlingen, schitterende concertstukken (o.a. Pianoconcerti) en ernstige muziek, waaronder hij zijn 7 symfonieën rekende.
Op zijn manier had Czerny iets van een genie. Niet echt als componist, maar als methodoloog en als briljant analist. Uitgerust met een bijzonder pianistisch en muzikaal talent, componeerde hij reeds op zevenjarige leeftijd en speelde hij een Mozart pianoconcerto wanneer hij pas negen jaar oud was. Czerny werd als tijdgenoot en goede vriend van Beethoven, een grote muzikale persoonlijkheid. Hij kende bv. het volledig piano oeuvre van Beethoven uit het hoofd!
Czerny’s pianowerk is gigantisch. Hij componeerde in alle genres, gevarieerde melodieën, dansen, allegro’s, caprices, fantasieën, impromptu’s, sonates, nocturnes, polonaises, preludes, duo’s voor vier handen (verenigd onder de titel ‘Chiron musical’), scherzi gewijd aan Chopin, vierhandige fantasieën geïnspireerd op de romans van Walter Scott, studies, en drie collecties getiteld ‘Décameron musical’. De vier romantische fantasieën, genoemd naar de beroemde romans van Sir Walter Scott, “Waverley”, “Guy Mannering”, “Ivanhoe” en “Rob Roy”, zijn vierhandige pianoduetten van epische omvang, waarin Czerny op ingenieuze wijze, populaire Schotse melodieën en de typisch, ritmische ‘Scotch-snap’, verwerkte, om een levendige programmatische kwaliteit te genereren, die tal van genres verkende, scherzo’s, fugatische passages, koralen en marsen. De meeste van deze werken zijn over het algemeen niet origineel, maar ze zijn briljant en gevarieerd en vertegenwoordigen de vruchten van een wonderbaarlijke natuurlijke faciliteit.
Op deze cd ontdekt u o.a. zijn Fantaisie et Variations brillantes sur une Romance de Blangini op. 3 uit 1819. Giuseppe Blangini (1781-1841) (foto) werd geboren in Turijn, waar hij op 12-jarige! leeftijd, organist werd van de kathedraal. Op 14 -jarige leeftijd leidde hij een mis met een volledig orkest, ging in 1799 naar Parijs en was daar enkele jaren een succesvolle operacomponist. Zijn bekendheid berust echter voornamelijk op zijn kleinere stukken, die met veel gunst werden ontvangen, vooral in Duitsland, waar hij enige tijd kapelmeester was aan het hof van de Beierse keurvorst von der Pfalz, en van de koning van Westfalen. Hij overleed in Parijs op 60 -jarige leeftijd. Blangini was een van de 9 componisten die de opera, “La Marquise de Brinvilliers” (1831) componeerden. De anderen waren Daniel Auber, Désiré-Alexandre Batton, Henri Montan Berton, François-Adrien Boieldieu, Michele Carafa, Luigi Cherubini, Ferdinand Hérold en Ferdinando Paer.
De Australische pianiste, Rosemary Tuck, geboren in Sydney, studeerde bij John Winther in Canberra, bij Walter Hautzig aan het Peabody Conservatory in Baltimore, en Andrzej Esterhazy, een gewezen leerling van Neuhaus, in Moskou. Ze vertegenwoordigde Australië in een reeks recitals in Amerika onder auspiciën van de Australian-American Bicentennial Foundation, waaronder een recital in Carnegie Hall. Ze trad op in het Sydney Opera House, in het South Bank Centre in Londen, de National Concert Hall in Dublin en in het Aarhus Musikhuset in Denemarken in aanwezigheid van koningin Margrethe II. In 2001 gaf ze het eerste officiële optreden in het William Vincent Wallace Millennium Plaza in Waterford, Ierland.
Sinds 2004 werkt ze nauw samen met Richard Bonynge (foto) en ze heeft muziek opgenomen van Ketelbey, de Ierse componist, William Vincent Wallace (1812-1865) en Carl Czerny voor Naxos/Marco Polo, vele wereldpremières. Haar reeks pianomuziek van William Vincent Wallace voor Naxos werd alom geprezen en was Critics Choice in Gramophone magazine. Twee eerdere cd’s van Wallace op het Cala-label resulteerden in ‘CD of the Week’ op ABC Classic fm, terwijl ze te horen was in een programma over Albert Ketelbey voor BBC Radio 4 vanwege haar goed ontvangen cd’s met zijn muziek op het label, Marco Polo.
De legendarische, Australische dirigent en pianist, Richard Bonynge (1930) ging naar de Sydney Boys High School voor hij piano ging studeren aan het Royal College of Music in Londen. Hij gaf zijn muziekstudiebeurs op terwijl hij zijn privé-pianostudies voortzette, en werd een zangcoach. Een van hen was Joan Sutherland, die hij had begeleid in Australië. Zij traden in het huwelijk en werden een duo, eerst (tot 1962) met recitals. Toen de dirigent voor een recital van opera-aria’s ziek werd, viel Bonynge in en van die tijd af dirigeerde hij bijna alle uitvoeringen van zijn vrouw. Zijn debuut als operadirigent had plaats in 1963 in Vancouver, waar hij Faust dirigeerde. Datzelfde jaar, ook in Vancouver, dirigeerde hij voor de eerste maal Norma, met in de hoofdrollen Joan Sutherland en Marilyn Horne. Hij dirigeerde ook het English Chamber Orchestra bij veel opnames.
Carl Czerny Piano Concertinos opp.78 & 650 Fantaisie et Variations brillantes Rosemary Tuck, Piano English Chamber Orchestra, Richard Bonynge cd Naxos 8.574458