In het voorjaar van 2023 krijgen de beroemdste kunstenaars van de late negentiende eeuw een hoofdrol in Stedelijk Museum Alkmaar, Vincent van Gogh (1853-1890), Paul Cézanne (1839-1906) en Henri Le Fauconnier (1881-1945). Welke invloed hebben zij gehad op de ontstaansgeschiedenis van de Bergense School? U ziet het op de tentoonstelling en u leest er over in het bijbehorend boek.
Eind 19de eeuw buitelen in Frankrijk, België en Duitsland nieuwe schilderstijlen over elkaar heen: van impressionisme en post-impressionisme, tot fauvisme en symbolisme. Deze vernieuwingsgolf ging echter volledig aan Nederland voorbij. Sinds 1870 was de kunstwereld in de ban van het realisme van de Haagse School: polderlandschappen onder grootse wolkenluchten en taferelen uit het leven van de vissersbevolking. Enkele vooruitstrevende kunstenaars organiseerden rond de eeuwwisseling internationale tentoonstellingen waardoor Nederlanders konden kennismaken met de artistieke vernieuwingen uit de omringende landen.
De allereerste expressionistische beweging van Nederland ontstond omstreeks 1914, toen een groep jonge kunstenaars geïnspireerd raakte door de internationale avant-garde die steeds vaker te zien was in Nederland. Ook het werk van Vincent van Gogh, Paul Cézanne en Henri Le Fauconnier werd in Nederland getoond op spraakmakende tentoonstellingen. Tegelijkertijd ontdekten kunstenaars het pittoresk Noord-Hollands dorp Bergen, waar zij zich vanaf 1910 vestigden, en een gemeenschappelijke expressionistische stijl ontwikkelden. Landschappen, stillevens en portretten werden met brede penseelstreken op het doek gezet, in verzadigde kleuren met sterke contrasten. Het belang van Van Gogh, Cézanne en Le Fauconnier voor het ontstaan van de Bergense School werd al vroeg opgemerkt. Hoe deze beïnvloeding precies plaatsvond is echter nooit onderzocht.
Met deze tentoonstelling van zo’n 15 schilderijen, plaatst Stedelijk Museum Alkmaar, de Bergense School in een internationale context. De betekenis van deze allereerste expressionisten in Nederland wordt niet alleen aangetoond aan de hand van historische bronnen, maar vooral zichtbaar gemaakt met unieke bruiklenen van werken uit binnen- en buitenland. In de tentoonstelling worden veelzeggende combinaties van werken gemaakt van Bergense Schoolkunstenaars als Leo Gestel, Gerrit Willem van Blaaderen en Else Berg, met die van Van Gogh, Cézanne en Le Fauconnier. Daarbij koos onderzoeker en conservator Marjan van Heteren, voor werken die deze kunstenaars destijds in de jaren 1905-1915, met eigen ogen hebben kunnen zien. Hoe inspiratie kan uitwerken, wordt zelden zo treffend en aanschouwelijk gedemonstreerd als op deze tentoonstelling. Er werden overigens speciaal voor deze tentoonstelling, veel werken gerestaureerd, waaronder diverse werken van Henri Le Fauconnier, Jaap Weijand (foto) en Frans Huysmans.
Bij de tentoonstelling verscheen een uitgebreide, mooi geïllustreerde catalogus, samengesteld door Marjan van Heteren (foto), conservator Stedelijk Museum Alkmaar en prof. dr. Chris Stolwijk, directeur van onze samenwerkingspartner RKD- Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, met bijdragen van drs. Maaike Rikhof (Frans Hals Museum) en drs. Anita Hopmans (RKD). In dit boek wordt ingegaan op de receptiegeschiedenis en de wijze waarop de schilders van de Bergense School hun inspiratiebronnen verwerkten tot een eigen stijl.
Tentoonstelling ‘Van Gogh, Cézanne, Le Fauconnier & de Bergense School’ Stedelijk Museum Alkmaar nog t/m 3 september 2023
Van Gogh, Cézanne, Le Fauconnier & De Bergense School Marjan van Heteren, Anita Hopmans Waanders Uitgevers 192 bladz. geïllustreerd ISBN 9789462623637