Rudolf Steiner en Johannes hadden beiden de opdracht om het esoterische christendom aan de mensheid door te geven. Johannes beschreef die weg in beelden, Rudolf Steiner in taal. Zonder hen, stelt de auteur, zouden wij niets begrijpen van het leven op aarde, onze opdracht en van de nieuwe ontwikkelingsweg die we mogen gaan: bewust en met inzicht, liefde en vreugde.
Rudolf Steiner (1861-1925) wilde natuurwetenschap en geesteswetenschap met elkaar verbinden en was de menig toegedaan dat kennis vanuit waarneming, aangevuld moest worden met kennis van de geestelijke werkelijkheid door persoonlijke ervaring. Nooit ideeën overnemen die je niet vanuit je eigen ervaring kan onderbouwen, zo stelde hij. Waar de esoterische theosofie zich eerder richtte tot Indische godsdiensten, ontwikkelde Steiners antroposofie een leer waar opnieuw plaats was voor de christelijke reïncarnatie-idee. Voor Steiner was bron en kern van alles wat bestaat, geestelijk. Onze wereld is een ‘incarnatie’ van de geest, zo stelde hij: “Het geestelijke element in ieder mens blijft in contact met de geesteswereld en keert bij het afleggen van het aardelichaam terug naar de geesteswereld in afwachting van een reïncarnatie. In de tussentijd, de tijd tussen de dood en een volgende geboorte, leeft de ziel/geest in de geestelijke wereld en doet daar nieuwe inspiratie op voor een volgend materieel bestaan”.
Net als Heidegger, zocht ook Steiner opnieuw aansluiting met de rijkdom van de Oudheid omdat in de Oudheid, zo stelde men, mensen zich bewust waren van de eenheid van de materiële en de geestelijke wereld en ze in heel de materiële wereld ook de aanwezigheid van de geestelijke werkelijkheid zagen. Die eenheidsbeleving, zo stelden zij, is stilaan verloren gegaan en in de moderne tijd heeft dat zelfs geleid tot de ontkenning van de geesteswereld bij veel denkers, wetenschappers en een groot deel van de mensen in het algemeen. Dat, zo stelde Steiner, is de diepste oorzaak van het wijdverspreid onbehagen van mensen en van de oorlogen die Europa en de hele wereld hebben verscheurd. Volgens Steiner moest de eenheid van geest en materie herontdekt en dus opnieuw ervaren worden als een occult-astrale evolutie. Dit zou leiden tot de ware eenheid van mensen. Het scheppen van kunst was voor hem daarbij van groot belang omdat mensen in kunst de materie omvormen tot uitdrukking van de geestelijke werkelijkheid. Dit gebeurt het meest en het best wanneer de mens muziek ervaart.
In de opvatting van Rudolf Steiner was de verbinding van Christus met de aarde een realiteit. In tal van voordrachten werkte Steiner deze opvatting uit. De bekendste daarvan waren zijn voordrachten over het evangelie naar Johannes, het meest esoterische van de vier evangeliën. Steiner plaatste dit evangelie, dat opent met het mysterieuze ‘In den beginne was het Woord…’, in het grote perspectief van de evolutie van aarde en mensheid. Niet alleen de bewustzijnsontwikkeling, ook de lichamelijke evolutie van de mensheid vanaf de vroegste stadia tot in historische tijden, werd uitvoerig besproken. Tegen die achtergrond kregen de specifieke thema’s van deze voordrachten een plaats, zoals de opwekking van Lazarus, de voorchristelijke inwijding, de zeven stadia van de christelijke inwijdingsweg, de jonkvrouw Sophia en de Heilige Geest. Door Johannes begon Rudolf Steiner te begrijpen dat de dood en de opstanding van Jezus Christus het keerpunt der tijden was, zoals hij die gebeurtenis later zo vaak noemde: de allesbeslissende ommekeer in de evolutie van de mensheid.
“Mede door zijn inzicht in de betekenis van de visioenen uit De Openbaring van Johannes.”, schrijft Stolp, “kreeg Rudolf Steiner een diepgaand inzicht in de nieuwe weg die de mensheid sinds het keerpunt der tijden gaat en zal gaan. Want in de beeldtaal van deze visioenen ligt de kennis besloten over de zeven incarnaties van de aarde en de verschillende tijdperken van de aarde waar de mens in zijn ontwikkeling – leven na leven – doorheen gaat. Ook deze kennis heeft Rudolf Steiner op een logische en begrijpelijke manier aan ons doorgegeven. Zo raakte Rudolf Steiner nog dieper verbonden met Johannes”.
“We kunnen dankzij de inzichten die Rudolf Steiner ons aanreikt”, zo lezen we nog, “leren kijken tot voorbij de buitenkant en we zullen dankzij hem ontdekken wie we eigenlijk zijn en waarom we hier op aarde leven. Ervoor kiezen om op zoek te gaan naar die inzichten betekent dat we stap voor stap de moderne inwijdingsweg leren gaan. Als we die weg leren gaan en als we dat doen met een groeiend inzicht, met liefde en met vreugde, zullen de grote geheimen van het leven stap voor stap voor ons opengaan”.
Hans Stolp (1942) maakt in zijn werk de oorspronkelijke, spirituele of esoterische traditie (weer) voor een breed publiek toegankelijk. Hij heeft talloze boeken op zijn naam staan (waaronder ook kinderboeken en dichtbundels), waarvan er vele bij Uitgeverij AnkhHermes verschenen. Hij studeerde theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Behalve theologie bestudeerde hij later de psychologie van C.G. Jung en maakte hij een studie van het esoterische christendom. Na zijn studie werd hij docent in het middelbaar onderwijs in Rotterdam, Utrecht en Drachten, waar hij geschiedenis, maatschappijleer en godsdienst doceerde. Daarna werd hij in 1972 docent en schooldekaan aan het gymnasium in Groningen.
Vervolgens werd hij in 1977 ziekenhuispastor in het Academisch Ziekenhuis in Groningen. In 1987 werd hij benoemd tot radiopastor van de IKON. Begin 1994 legde hij zijn werk als radiopastor neer om zich volledig te kunnen wijden aan het esoterische christendom. Sinds die tijd geeft hij cursussen en lezingen over dit thema in Nederland, Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Hans Stolp schreef inmiddels meer dan 60 boeken en is vooral bekend als auteur van esoterische boeken. Zijn boeken over zieke en stervende kinderen trokken en trekken de aandacht. Zo werd zijn kinderboek ‘De gouden vogel’ in vele talen vertaald. Ook vele andere boeken werden in het Duits, Engels en Spaans vertaald. Daarnaast publiceerde hij verschillende dichtbundels, waaronder zijn verzamelbundel ‘Kijken met de ogen van je hart’.
Hans Stolp Rudolf Steiner en Johannes 176 bladz. uitg. AnkhHermes ISBN 9789020220643