Mantua en de familie Gonzaga vertegenwoordigen de top van de Europese humanistische en renaissance-expressie. Dit project richt zich op een van de grootste periodes van de stad met religieuze werken van de toonaangevende musici aan het Hof van de Gonzaga’s, in een tijd waarin muziek het primair hulpmiddel was dat door de Gonzaga hertogen werd gebruikt om hun prestige over andere Italiaanse steden te beheren. Deze gouden eeuw begon in 1565 aan de Basilica Palatina di Santa Barbara en zijn capella onder Giaches de Wert tijdens de heerschappij van Guglielmo Gonzaga. Dankzij het onderzoek, de studie en de transcripties van Luca Colombo, verkent Biscantores de liturgie die specifiek was voor de Basilica Palatina di Santa Barbara.
Mantua had een bloeiende muziekcultuur. Componisten als Ludovico Viadana, Jacques de Wert, Giovanni Gastoldi en Claudio Monteverdi componeerden er naar de theoretische werken “Ricercate, passagi et cadentie, Passaggi per potersi esercitare nel diminuire” en “Selva de varii passaggi” van Giovanni Bassano en vader en zoon Rognoni. In 1590 of 1591 kreeg Claudio Monteverdi zijn eerste baan aan het hof van Vincenzo I Gonzaga (foto), de hertog van Mantua, en zijn gemalin Eleonora de’ Medici (foto).
Hij bleef daar twaalf jaar en werkte samen met o.a. Jacques de Wert en Benedetto Pallavicino. In deze periode maakte Monteverdi in het gevolg van Vincenzo Gonzaga, reizen naar Hongarije en Vlaanderen. Toen Claudio Monteverdi in Mantua aankwam, werd hij aanvankelijk aan het hof aangenomen als gambaspeler. Dit is een aspect van zijn muzikale persoonlijkheid die vaak vergeten wordt.
In een brief herinnerde zijn broer Giulio Cesare zich, dat zijn improvisaties op de viola alla bastarda (bariton gamba), opmerkelijk waren. Vincenzo Gonzaga (1562-1612), de vierde hertog van Mantua, was een belangrijke beschermheer van de kunsten. Hij maakte van Mantua een bruisend cultureel centrum. Vincenzo had ten tijde van Monteverdi, Peter Paul Rubens in dienst. In 1590 werd Monteverdi viola da gamba-speler en cantor van zijn muziekkapel en in 1602 benoemde Vincenzo Monteverdi hem na de dood van Benedetto Pallavicino, tot Maestro della musica. Vincenzo was ook bevriend met de dichter, Torquato Tasso. Aan Francesco, de oudste zoon van Vincenzo en Eleonora de Medici, droeg Monteverdi in 1607 zijn favola in musica, “L’Orfeo” op.
Tussen 1582 en 1590 publiceerde de jonge Monteverdi (1567-1643) (foto) o.a. al twee boeken met vijfstemmige madrigalen. Op de titelpagina noemde hij zich een leerling van Marc’Antonio Ingegneri, maestro di capella in de kathedraal van Cremona. Ingegneri zelf studeerde bij Cypriano de Rore in Parma. In Mantua en later in Venetië, verzamelden zich rond Monteverdi, Salomone Rossi, Biagio Marini, Dario Castello, Francesco Cavalli, Alessandro Grandi, Tarquinio Merula of Sigismondo d’India. Giovanni Antonio Rigatti werd als koorknaap van de San Marco in Venetië, in 1621, gevormd door Monteverdi, die daar sinds 1613, maestro di cappella was.
Florentijnse recitatiefstijl, de basso continuo om in madrigalen de tekst te accentueren en emotionele inhoud te geven, het aanwenden van decoratieve, instrumentale muziek in de dubbelkorige, godsdienstige muziekpraktijk met de introductie van tremolo en pizzicato als stile concitato, de antithese van prima en seconda prattica, portamento, het zijn maar enkele van de stijlkenmerken van de muziek van Monteverdi, verder uitgewerkt door zijn volgelingen. Zij werkten in Padua, Parma, Modena, Venetië, Ferrara, Milaan, Bologna, Mantua, Bergamo en Brescia en werkten de canzone, ricercar en fantasia uit tot de monothematische triosonate, sonata da chiesa en sonata da camera met continuo.
Op het moment van Monteverdi’s aankomst in Mantua, speelde instrumentale muziek aan het hof reeds een belangrijke rol. Die werd gedomineerd door diverse musici, onder wie de joodse violist, Salomone Rossi, één van de eerste componisten die triosonaten componeerde. Salomone Rossi werd geboren in Mantua en woonde er zijn hele leven. Als jongeman verwierf hij een reputatie als getalenteerd violist en was vanaf 1587 hofmusicus in Mantua. Rossi voorzag samen met Monteverdi, Gastoldi, de Wert en Viadana, het hof van de Gonzaga’s in Mantua van muziek voor hun feesten, bruiloften, theaterproducties en kapeldiensten. Rossi overleed waarschijnlijk tijdens de invasie van de Oostenrijkse troepen die de Gonzaga’s versloegen en het joods getto in Mantua verwoestten. Zijn zus, die bekend was als Madama Europa, was een operazangeres. Net als haar broer was ook zij werkzaam aan het hof in Mantua.
Op het programma staat religieuze muziek van Amante Franzoni, (ca.1575–1630), Giovanni Gastoldi (ca.1554–1609), Claudio Monteverdi (1567–1643), Benedetto Pallavicino (ca.1551–1601) en Giaches de Wert (1535–96). Heel bijzonder is de keuze voor 2 Hebreeuwse composities van Salamone Rossi (1570-1630). Aan het begin van de 17de eeuw had de stad Mantua nl. meer dan 2000 Joodse inwoners. Rossi was één van hen. Hij was de eerste Joodse componist die polyfone composities componeerde, bedoeld voor de synagogale liturgie. In 1623 publiceerde Rossi 33 vocale composities met als titel Hasjirim Asher Lish’lomo, variërend van 3 tot 8 stemmen. Ha-Shirim asher li-Shlomo, zonder continuo, werd gepubliceerd door de Venetiaanse uitgevers Pietro en Lorenzo Bragadini. De verzameling bevatte Joods liturgische muziek in barokstijl maar geheel los van de traditionele Joodse muziek, een ongekende ontwikkeling in de synagogale muziek. De titel was een woordspeling op Rossi’s eigen voornaam Salomon.
Rossi toonzette Hebreeuwse teksten in de oorspronkelijke Hebreeuwse taal, wat hem uniek maakte onder de barokcomponisten. Zijn vocale muziek leek stilistisch op die van Claudio Monteverdi maar de teksten waren niet in het Latijn maar in het Hebreeuws. Hij reageerde met zijn liederen op het verbod op polyfone muziek en instrumenten in de synagoge. Met een voorwoord geschreven door Leon van Modena, was deze polyfonie op Hebreeuwse teksten een nieuwigheid. Met deze composities vond Rossi de balans tussen zijn lidmaatschap van de Joodse gemeenschap en zijn positie aan het christelijk hof van de Gonzaga’s. Leon Modena of Yehudah Aryeh Mi-modena (1571-1648), de auteur van Chayye Yehuda en Historia de’ riti hebraici, introduceerde op zijn beurt meerstemmigheid in de synagoge van Ferrara.
Splendours of the Gonzaga. Sacred Music from Wert to Monteverdi Biscantores Luca Colombo cd Arcana A545