Met de twee boeken van Das Wohltemperierte Klavier liet Johann Sebastian Bach het nageslacht een van de meest oogverblindende meesterwerken uit de muziekgeschiedenis na. Formele strengheid en muzikale emotie ontmoetten elkaar in perfecte gemeenschap.
De middentoonstemming, (‘middentoon’ duidde op de gelijkheid van de hele toonafstanden), tempereerde (verkleinde) de kwinten om de zuiverheid van de tertsen te verbeteren, maar bevatte de wolfskwint, een interval dat een pythagoreïsch komma afweek van de reine kwint. Vier gestapelde kwinten, vormden na reductie, wel een natuurzuivere grote terts. Om dit te bekomen, werd een kwint in die stemming met een kwart van een didymische (naar Didymus ho mousikos) of syntonisch komma, verkleind.
De welgetemperde stemming, het indelen van de tonen van een octaaf in twaalf gelijke delen, waardoor dissonanties gematigd, getemperd werden, en in alle toonaarden, zuiver gespeeld kon worden, werd in 1681, bedacht door Andreas Werckmeister (1645-1706). Bachs Wohltemperierte Klavier diende om de verschillende karakters van de toonsoorten te laten uitkomen, en om aan te tonen dat de middentoonstemmingen ongeschikt waren voor toonaarden met veel voortekens. Voorlopers waren Johann Jakob Froberger in een Canzone doorheen alle 121 toonaarden, “Ariadne Musica” (1702) van Johann Caspar Ferdinand Fischer, en Johann Matthesons “Exemplarische Organisten-Probe” uit 1719.
De preludes en fuga’s bezitten Bachs intiemste, muzikale geheimen en meest verfijnde, contrapuntische technieken. Imitatorische inventies, syncopische dissonanten, akkoordprogressies, cantus floridus tegenover cantus planus (hoofdstem), de verhouding tussen de kwint in de dux, (tonaal of modulerend), augmentatie en diminutie, werden nl. alle meesterlijk verwerkt in Bachs goochelspel met toonaarden.
Het “Klavierbüchlein für Wilhelm Friedemann Bach” werd aan Bachs zoon gegeven op 22 januari 1720, twee maanden na zijn 9de verjaardag. Mogelijk dat Wilhelm Friedemann zelf bijdragen heeft geleverd, nl. de kleine preludes BWV 924-932. Dit Büchlein begint met een kort overzicht van drie bladzijden over het tonaal systeem (sleutels, toonhoogtes, stemsoorten), versieringen en vingerzettingen. De verzameling bevat vervolgens kleine preludes, koraaluitwerkingen, dansen, een groep preludes met een hogere moeilijkheidsgraad in verschillende toonaarden (inclusief minder gebruikte en moeilijke zoals cis en es), een eenvoudige fuga, vijftien preludes met tweestemmig contrapunt (in verschillende toonaarden, in stijgende en dalende volgorde), gevolgd door vijftien driestemmige fantasieën (op dezelfde wijze geordend als de tweedelige preludes), en suites van Telemann, Johann Christoph Richter en Gottfried Stölzel. De moeilijker preludes kwamen in het Wohltemperiertes Klavier, de tweestemmige preludes en de driestemmige fantasieën werden respectievelijk de Inventies en de Sinfonias.
De Franse klavecinist en organist, Benjamin Alard (°1985) uit Rouen, speelde vanaf zijn zeven jaar piano, om vervolgens orgel te studeren aan het Conservatorium van Rouen bij Louis Thiry en François Ménissier. Klavecimbel studeerde hij verder in Lisieux bij Elisabeth Joyé en in Parijs (Conservatorium van het zevende arrondissement). Hij trok vervolgens naar de Schola Cantorum Basiliensis, waar hij studeerde bij Jean-Claude Zehnder (orgel) en Andrea Marcon (klavecimbel). Hij behaalde er zijn einddiploma’s in 2006 met felicitaties vanwege de jury die werd voorgezeten door Gustav Leonhardt. Pas 19, behaalde hij in 2004 de Eerste prijs van het internationaal klavecimbelconcours in het kader van het Festival Musica Antiqua in Brugge. In 2005 werd hij titularis van het nieuwe Bachorgel Bernard Aubertin in de kerk van Saint-Louis-en-l’Île in Parijs (ingespeeld in 2005 door Michel Chapuis). In 2007 won hij ook nog de Eerste prijs in het orgelconcours van Freiberg.
Alard wordt terecht beschouwd als een van de meest getalenteerde klavecinisten van zijn generatie en speelde reeds op prestigieuze festivals als Printemps des Arts en Folle journée de Nantes, Festival de Saintes, Festival Radio-France Montpellier, Midis du Louvre, Sommets musicaux de Gstaad, Davos Festival, BOZAR Brussel, Cité de la Musique, Auditori de Barcelona, Oude Muziek Utrecht, Festival Musica Antiqua Brugge. Hij trad op met onder meer La Petite Bande (dir. Sigiswald Kuijken), Capriccio Stravagante (dir. Skip Sempé), Venice Baroque Orchestra (dir. Andrea Marcon), Il Gardellino (dir. Marcel Ponseele).
Johann Sebastian Bach The Complete Works For Keyboard, Vol. 6 Das Wohltemperierte Klavier, I Le Clavier bien Tempéré. Livre 1 Benjamin Alard Harpsichord & Clavichord 3 cd harmonia mundi HMM90246668