Het christelijke koningschap heeft vanaf 754, zijn stempel gedrukt op de machtsverhoudingen in West-Europa en heeft het koningschap gelegitimeerd en gesanctioneerd. Piet Leupen gaat in zijn uiterst interessant boek op zoek naar de wortels van de West-Europese monarchie en schenkt daarbij speciale aandacht aan de Oranjemonarchie, die, hoewel van veel jongere datum (1815), eveneens uitging en nog steeds uitgaat van een christelijk gefundeerd koningschap.
Karel de Grote, de Vader van Europa, was koning der Franken en Frankisch keizer van de christelijke wereld. Hij was een brugfiguur in een tijdvak waarin een oude wereld aftakelde en een nieuwe beschaving aarzelend haar eerste passen zette. Reeds in zijn eigen tijd sprak Karel de Grote tot de verbeelding. Zijn hoge leeftijd en zijn lange gestalte – hij was uitzonderlijk groot voor die tijd – gaven voeding aan talloze verhalen. Het mythisch beeld van de dappere, grootse vorst dreigt daarom de historische werkelijkheid te overschaduwen.
Naar oud Frankisch gebruik regelde Karel de Grote in 806, zijn opvolging door een rijksdelingsplan, de zogenaamde “Divisio Regnorum”. Nadat er al enkele van zijn zonen gestorven waren, verhief Karel in 813 zijn enige legitieme erfgenaam Lodewijk de Vrome tot medekeizer. In 814 volgde Lodewijk de Vrome zijn vader op. Op 20 juni 840 overleed Lodewijk na een ziekte in de palts van Ingelheim, op een eiland in de Rijn. Lodewijk ligt begraven in de abdij van St Arnulph te Metz. Na drie jaar spanning en strijd zouden zijn zoons uiteindelijk zelf bepalen hoe het rijk werd verdeeld. West-Francië ging naar Karel de Kale, Oost-Francië naar Lodewijk de Duitser en het middenstuk, Midden-Francië, naar Lotharius. Deze verdeling lag aan de basis van de het huidige Europa, inclusief de eeuwenlange Frans-Duitse rivaliteit.
“In dit boek”, schrijft Piet Leupen, “ga ik dieper in op de middeleeuwse monarchie, die zozeer verschilt van het koningschap uit de Oudheid dat we kunnen stellen dat tot op de dag van vandaag alle nog bestaande monarchieën op het middeleeuwse voorbeeld teruggaan. Opmerkelijk is dat dit in wezen ondemocratische en archaïsche instituut in een aantal democratische landen van Europa zonder veel problemen en protesten blijft functioneren, zij het dan wel ingeperkt door een constitutie. Het is voor een goed begrip van het fenomeen noodzakelijk om ook de middeleeuwse context te schetsen waarbinnen die monarchie evolueerde en haar plaats nader te bepalen binnen de relatie tussen sacerdotium en regnum, tussen priesterschap en heerschappij en later tussen Kerk en Staat, want het koningschap bij de gratie Gods is bij uitstek ontstaan in een religieuze sfeer”.
De erfenis van het christendom in Europa is omstreden. Religie en verlichting lijken moeilijk samen te gaan in het Westen. Tegelijkertijd is de geschiedenis van de monarchieën in alle Europese landen, onlosmakelijk verbonden met ontwikkelingen die zich in de loop van vele eeuwen hebben voorgedaan in het christendom en de katholieke kerk. In de 16de eeuw streefden monarchen, vooral die van het Spaans Rijk zoals Keizer Karel V, ernaar hun feodale bestuur meer te centraliseren en versterken door de gewestelijke en stedelijke autonomie op te heffen en de adellijke privileges te beperken. De Reformatie werd door vooral veel Duitse vorsten aangegrepen om zich af te zetten tegen de paus en de keizer, omdat het lutheranisme een grotere rol toedichtte aan de koning. In de 17de eeuw gingen onder meer de Pruisische en Franse koningen, met name de ‘Zonnekoning’ Lodewijk XIV, nog een stap verder: de absolute monarchie.
Sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog zijn de meeste Europese monarchieën afgeschaft. Tegenwoordig zijn er weliswaar nog 12 soevereine monarchieën in Europa. Van deze zijn er zeven een koninkrijk: Denemarken, Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland hebben een pre-moderne oorsprong; de koninkrijken der Nederlanden en België werden gesticht in respectievelijk 1815 en 1830. Het koninkrijk Spanje, ontstaan uit een personele unie van 1479 tussen Castilië en Aragon, die in 1716 tot eenheid werd gesmeed, werd tweemaal onderbroken in 1873-1874 en 1931-1939, maar is hersteld in 1947/69 en ging in 1978, over tot een constitutionele monarchie.
Piet Leupen beschrijft de geschiedenis van de West-Europese monarchieën vanaf de Stamkoning, Clovis, Peppijn III (de Korte), de zoon van Karel Martel en de eerste koning der Franken uit het Karolingische huis en zijn zoon, Karel de Grote, tot en met de moderne monarchieën in Denemarken, Engeland, België en Luxemburg van vandaag. Hij legt daarbij het accent op de verwevenheid van Kerk en Staat en beschrijft o.a. de opkomst van een Duitse nationale staat, de feodaliteit en de koningen Jan Zonder Land, Lodewijk IX, Edward II en Friedrich II, koningin Margaretha van Denemarken en de eerste soevereine koninginnen in Engeland, Mary I en Elizabeth I. En uiteraard ontbreken de tirannen en het absolutisme niet.
“Onze blik richten we op West-Europa, waarmee hier de nog bestaande koninkrijken Denemarken, Engeland en Schotland (later het Verenigd Koninkrijk), het voormalig koninkrijk Frankrijk (vóór 1848) en het voormalige keizerrijk, anders gezegd, het Heilige Roomse Rijk (Duitsland, Bourgondië en Noord-Italië), bedoeld worden”, zo lezen we. “Het gaat dus om West-Europa in engere zin, om de bakermat van het christelijke koningschap. Voorts wordt de lijn naar het heden doorgetrokken. Negentiende-eeuwse monarchieën als België (1831) en Luxemburg (1839) komen dan ook in het vizier. Daarom wordt tenslotte ook plaats ingeruimd voor het Nederlandse koningschap dat, eveneens daterend uit het begin van de negentiende eeuw, toch ook enkele karakteristieke aspecten van de middeleeuwse heerschappij-uitoefening in zich heeft opgenomen. Ook de Nederlandse constitutionele koning regeert ‘bij de gratie Gods’”. “Middeleeuws Koningschap” is een indrukwekkend erudiet geschreven boek, waarin de auteur vanuit een ontzagwekkende vakkennis, meer dan 10 eeuwen koningschap beschrijft, analyseert en naar historische betekenis en historisch belang duidt. Zeker lezen!
Piet Leupen (1939) was wetenschappelijk onderzoeker bij het toenmalige Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek, wetenschappelijk medewerker aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en hoogleraar (nu emeritus) middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schreef onder andere over politieke theorieën, stadsgeschiedenis en godsdiensthistorische onderwerpen (Jeruzalem, eindtijdverwachting, engelen).
Piet Leupen Middeleeuws koningschap Op zoek naar de wortels van de West-Europese monarchie 174 bladz. geïllustreerd uitg. Walburgpers monarchie ISBN 9789464560299