Stefan Zweigs biografieën accentueerden de menselijke zwakheden van grote historische figuren. In zijn biografisch meesterwerk over Tolstoj, richtte Stefan Zweig (1881-1942) zich tot de Russische reus met de doordringende ogen, de reus die als geen ander het leven wist te beschrijven. Zweigs inzichten over Dostojevski waren gebaseerd op intensieve studie van Dostojevski’s biografie en geschriften, een preoccupatie die voor Stefan Zweig al voor de Eerste Wereldoorlog begon, in een tijd waarin Dostojevski’s romans in heel West-Europa op grote schaal werden gepubliceerd en besproken.
Stefan Zweig was een van de populairste en meest getalenteerde Duitse taalschrijvers. Zijn werken behoren tot de klassiekers en de kracht en het effect van zijn taal zijn nog steeds indrukwekkend. Zijn psychologisch en taalkundig briljante analyses onthulden verbazingwekkende overeenkomsten tussen verschillende persoonlijkheden. In Zweigs karakterbeelden was er altijd iets van zichzelf en zijn eigen kijk op de dingen. Negen van Zweigs biografieën, Balzac, Dickens, Dostojewski, Hölderlin, Kleist, Nietzsche, Casanova, Stendhal en Tolstoi, verschenen onder de titel, “Die Baumeister der Welt”. Oorspronkelijk werden deze biografieën door Insel Verlag, Leipzig, per drie uitgegeven. Het waren “Drei Meister: Balzac – Dickens – Dostojewski“ (Die Baumeister der Welt. Versuch einer Typologie des Geistes, Band 1), Insel, Leipzig 1920, “Der Kampf mit dem Dämon. Hölderlin – Kleist – Nietzsche“ (Die Baumeister der Welt, Band 2) (1925), en „Drei Dichter ihres Lebens, Casanova. Stendhal. Tolstoi“ (Die Baumeister der Welt, Band 3) (1928).
Lev Tolstoj (1828-1910) was weliswaar de zoon van een graaf en van een vorstin, maar schaarde zich vanuit zijn moraal-ethische en christelijke aard, aan de kant van het volk, de zwakkeren en de verdrukten, omdat hij vond dat de kleine, arme boeren, de zogenaamde moezjiks, de dragers van het ware geloof waren. Hij vond de zin van het leven nl. niet bij de geprivilegieerde klasse, maar bij gewone mensen met hun dagelijkse arbeid.
Hij stichtte een school voor kinderen van zijn boeren met een lesmethode gebaseerd op vrijheid van het individu, maar ging ook zelf lesgeven aan kinderen en een tijd op het veld werken. Hij liet een lange baard staan en kleedde zich op zijn landgoed in boerenkleding of in een eenvoudige lange mantel. Hij ontsloeg zijn bedienden omdat hij het vernederend vond dat zij voor een klein loon zoveel zwaar werk moesten verrichten.
In ”Tolstoj” concentreerde Zweig zich vooral op de morele crisis die deze weergaloze kunstenaar ertoe bracht zijn werk en kunst te verloochenen. “Dertig jaar, van zijn twintigste tot zijn vijftigste, leidde Tolstoj een scheppend bestaan, zorgeloos en vrij. Dertig jaar, van zijn vijftigste tot het einde, leeft hij alleen nog om inzicht in de zin van het leven te krijgen, worstelend met het onbegrijpelijke, geketend aan het onbereikbare. Hij had het gemakkelijk, totdat hij zichzelf de onmetelijke opgave stelde: niet alleen zichzelf maar de gehele mensheid te redden met zijn worsteling rond de waarheid. Dat hij eraan begon, maakt hem tot een held, tot een heilige bijna. Dat hij het onderspit delfde, maakt hem tot de menselijkste aller mensen”.
Fjodor Dostojevski (1821-1881), de schrijver over de Godsvraag, het probleem van goed en kwaad en het lijden van de onschuldige mens, was de overtuiging toegedaan dat het zuiverste christendom gezocht moest worden bij de Russisch-Orthodoxe Kerk. In “Dostojevski” beschreef Zweig op een onnavolgbare wijze de tragedie van zijn leven, de zin van zijn lot, zijn legendarische personages en zijn wanhopige twijfel over God. “In welk labyrint moet je niet afdalen in je zoektocht naar het diepste wezen van deze geweldenaar”, schrijft Zweig. “Met zijn ontzagwekkende uitgestrektheid en zijn afschrikwekkende vertes, wordt dit werk steeds raadselachtiger als we proberen via zijn eindeloze uitgestrektheid door te dringen tot zijn eindeloze dieptes. Overal staat het bol van mysterie.”
“Wagner voorzag zijn werk vooraf van de nodige uitleg, verdedigde zijn werk met polemische artikelen, Tolstoj zette alle deuren naar zijn dagelijks leven wagenwijd open om elke vorm van nieuwsgierigheid te bevredigen, zich voor iedere kwestie te verantwoorden”, schrijft Zweig. “Maar hij, Dostojevski, verraadt zijn bedoelingen alleen in zijn voltooide werk, vooropgezette plannen werden verbrand in het vuur van zijn schepping. Zijn hele leven was hij een zwijgzaam en schuw persoon, van zijn uiterlijk, fysieke bestaan is ons maar nauwelijks iets bekend. Vrienden had hij alleen toen hij nog jong was, als man was hij eenzaam: wanneer hij zich zou binden aan een enkel mens, zou dat ten koste gaan van zijn liefde voor de hele mensheid, dacht hij”.
“Als een ononderbroken getijdenstroom, nu eens heet, dan weer koud, maar nooit lauw, doorbloedt zijn passie het leven alsof we het einde der tijden meemaken, opgezweepte gevoelens jagen bij hem van de ene naar de andere plek vol onrust. Nooit kom je bij een roman van Dostojevski tot rust, kom je in dat aangename, muzikale ritme van het lezen, nooit kom je even op adem, voortdurend schrik je overeind alsof je een elektrische schok krijgt, na iedere bladzij onrustiger, maar brandend nieuwsgierig naar wat komen gaat. Dat maakt Dostojevski voor altijd als schrijver uniek, en je zou hem tekortdoen door zijn manier van schrijven als een ambacht, als ‘techniek’ te bestempelen, want zijn kunst heeft alles te maken met zijn eigen persoonlijkheid, komt rechtstreeks voort uit de brandende gespletenheid in het diepst van zijn gevoelsleven. Zijn wereld is er een van evidente waarheid en mysterie, een wereld waarin een profetische kijk op de werkelijkheid samengaat met wetenschappelijke kennis en magie”. Beide werken werden uit het Duits vertaald door Bart van Kreel.
Van Stefan Zweig verscheen eveneens bij IJzer, Marie Antoinette (Portret van een middelmatige vrouw), Maria Stuart, Joseph Fouché (Portret van een politicus), Triomf en tragiek van Erasmus van Rotterdam, Aan de Europeanen van vandaag en morgen, Nietzsche, Licht in het duister (Sternstunden der Menschheit), Castellio tegen Calvijn of Een geweten tegen geweld. In voorbereiding: Freud, Dickens en Casanova.
Stefan Zweig Tolstoj 191 bladz. uit. Ijzer ISBN 978-90-8684-261-2
Stefan Zweig Dostojevski 160 uitg. Ijzer 160 ISBN 978-90-8684-273-5
https://www.stretto.be/2023/04/21/stefan-zweig-montaigne-uitgegeven-door-atheneum/