Naast “La Mer”, ontdekt u op deze cd Debussy’s liedcyclus, “Ariettes oubliées” uit 1888, op 6 gedichten van Paul Verlaine uit zijn bundel, “Romances sans paroles”, in een arrangement uit 2012, van de Britse componist Robin Holloway, gemaakt op verzoek van de San Francisco Symphony. Holloway voegde nog vier Mélodies van Debussy en een koortsachtige epiloog toe en verbond alles aaneen met orkestrale overgangen. Heel bijzonder!
« Car nous voulons la Nuance encore,
Pas la Couleur, rien que la nuance !
Oh ! la nuance seule fiance
Le rêve au rêve et la flûte au cor ! »
(Paul Verlaine, “l’Art poétique” (1874))
Claude Debussy heeft tijdens zijn studiejaren aan het Parijse Conservatorium, tussen 1880 en 1885, een groot aantal liederen gecomponeerd die pas na zijn overlijden gepubliceerd zijn. De liedkunst van Debussy wordt chronologisch onderverdeeld in vier perioden. Tot de “Mélodies de jeunesse” (1876-1884) behoren de “Ariettes oubliées”. In de daarop volgende Wagneriaanse periode (1887-1891) componeerde Debussy “Cinq poèmes de Baudelaire”, en in zijn symbolistische periode (1891-1904), componeerde hij “Fêtes galantes”, “Proses lyriques” en “Trois Chansons de Bilitis”. Tot de liederen die hij componeerde in zijn latere periode, “Maturité” (1904-1913), behoorden de “Trois Chansons de France”, “Le Promenoir des deux amants”, “Trois Ballades de François Villon” en “Trois Poèmes de Stéphane Mallarmé”. Al deze cycli zijn op de twee cd’s te ontdekken.
Debussy heeft honderd melodieën nagelaten, waarvan slechts de helft tijdens zijn leven werd gepubliceerd. De liederen die grotendeels nog niet gepubliceerd zijn, zijn deze die hij tussen 1880 en 1885 componeerde, toen hij nog student was aan het Conservatorium van Parijs. Verschillende redenen verklaren de passie van de jonge Debussy voor dit muzikaal genre. Als autodidact, was Debussy zeer geïnteresseerd in poëzie, vooral in deze van de Banville. Maar deze smaak voor literatuur, en vooral voor poëzie, die hij zijn leven lang zal koesteren, was niet de enige bepalende factor betreffende zijn passie voor het lied. Als musicus met een zeer bescheiden achtergrond, werd de jonge Debussy in 1880, begeleider in de zangklas van Madame Moreau-Sainti. Het is aan deze laatste dat hij ‘Nuit d’étoiles’ op een gedicht van Théodore de Banville, opdroeg, het enige uit de jaren 1880 dat werd gepubliceerd tijdens Debussy’s leven, maar ook het eerste werk van de jonge componist dat in 1882 werd gepubliceerd.
In deze zangklas ontmoette Debussy Marie-Blanche Vasnier, (foto) een amateur-sopraan, die op 17-jarige leeftijd trouwde met Henri Vasnier, ambtenaar bij de regie der gebouwen. Verleid door haar muzikaal talent en charme, werd Debussy hartstochtelijk verliefd op haar en componeerde voor haar ongeveer dertig liederen. Niettemin was de oorsprong van deze overvloed aan vocale werken niet beperkt tot deze enige amoureuze impuls.
De jonge Debussy (foto) vond in de pianopartij van het lied de gelegenheid om vrij te experimenteren en te innoveren, gestimuleerd door de poëtische dimensie die hem voedde en die hem in staat stelde te ontsnappen aan de starre muziekvormen. Nooit was een genre zo modern als een Mélodie van Debussy. De poëtisch-muzikale vervolmaking zou zijn enige voltooide opera ‘Pelléas et Mélisandé’ zijn, een meesterwerk, gecomponeerd tussen augustus 1893 en augustus 1895, op tekst van Maurice Maeterlinck. Van alle dichters die Debussy op muziek zette, bleef Verlaine, naast de Banville, degene die zijn aandacht vasthield.
Aan het begin van het jaar 1882 ontdekte Debussy, ongetwijfeld dankzij Blanche Vasnier, de bundel ‘Fêtes galantes’ uit 1869 van Paul Verlaine (foto). In die tijd was Verlaine als dichter nog weinig bekend en had hij een twijfelachtige reputatie na zijn stormachtige affaire met Arthur Rimbaud. Debussy was, voor zover bekend, een van de eersten die geïnteresseerd was in de gedichten van Verlaine. Verleid door de sfeer van Watteau en de subtiele evocatie van de 18de eeuw, zette hij acht van de 22 gedichten van ‘Fêtes galantes’ op muziek. In januari 1882 componeerde hij ‘Fantoches’, en in het najaar, ‘En sourdine, Mandoline’ en ‘Clair de luné’, liederen die hij alle opdroeg aan Madame Vasniers.
In oktober 1903 ontmoette Debussy Emma Bardac (foto), de moeder van Raoul, één van zijn leerlingen. De joodse Emma Moyse was als 19-jarige in 1881 gehuwd met de joodse, bankier en kunstverzamelaar Sigismond Bardac (1856-1916). Zij was moeder van twee kinderen (Hélène en Raoul), zag er bijzonder aantrekkelijk uit, en was intellectueel zeer ontwikkeld. Daarenboven had ze een mooie stem en speelde ze piano. Gabriel Fauré, die op Emma verliefd was, maar sedert 1883, gehuwd was met Marie Frémiet, had voor haar, in 1892-1894, zijn liedcyclus “La bonne chanson” op gedichten van Verlaine gecomponeerd. Het toeval wou dat Paul Verlaine (1844-1896) als communard, zijn 21 gedichten geschreven had in 1870 voor zijn toen 16-jarige vrouw Mathilde, die hem van zijn drankprobleem had afgeholpen maar waarin hij korte tijd later zou hervallen, door zijn contact in september 1871, met de 16-jarige dichter Arthur Rimbaud (1854-1891).
Hoewel hij sinds oktober 1899 getrouwd was met de modiste, Lily Texier, (foto) geraakte Debussy in mei 1904, hartstochtelijk verliefd op Emma Bardac. De terugkeer naar Verlaine was dan ook niet toevallig. Emma hield van poëzie en vooral van het werk van Verlaine.
In 1904 verliet Emma haar echtgenoot voor Debussy, die sedert 1899 gehuwd was met de vriendin van zijn toenmalige geliefde Gabrielle Dupont (“Gaby aux yeux verts”), de mannequin en couturière, Rosalie (Lilly) Texier, “invraisemblablement belle, blonde comme une légende” (Cl. D.). Op 30 oktober 1905, Debussy was op 2 augustus 1905 officieel van Lilly gescheiden, kregen Emma en Debussy een kind, genaamd Claude-Emma, roepnaam “Chouchou”. Pas na de grootste moeilijkheden met Lilly en met de familie van Emma, die o.a. onterfd werd door een oom, konden Emma en Debussy op 20 januari 1908 huwen. De ganse affaire werd zelfs publiek gemaakt in “Le Figaro”. Gabrielle deed destijds een mislukte zelfmoordpoging wanneer Debussy haar verliet voor Lilly, en Lilly deed op haar beurt een mislukte zelfmoordpoging wanneer Debussy haar verliet voor Emma…
In “La Mer” vertelde Debussy het verhaal van de eeuwige odyssee van de oceaan. Hij voer als het ware door een emotionele storm en rust, wind en regen, in muziek, die stijgt en daalt met het ritme van de zee. Debussy deed er zeven jaar over om na het succes van “La Mer”, “Images” (1905-1912) nog voor orkest te componeren. Het werk, dat zeer geprezen werd door Ravel, toonde de beheersing van de componist om met het meest verfijnd en gevarieerd materiaal, gevoelens van verlies en vervreemding op te roepen.
Pierre Boulez beweerde dat “moderne muziek werd gewekt” door Debussy’s reactie op Mallarmé’s gedicht “L’après-midi d’un faune”. Het meesterwerk, met zijn weelderig sensuele opening voor de fluit solo, heeft de geloofsbrieven van de componist gevestigd en is terecht een hoeksteen van het orkestrepertoire geworden. “C’est avec la flûte du faune que commence une respiration nouvelle de l’art musical […], on peut dire que la musique moderne commence avec L’après-midi d’un faune.” (Pierre Boulez).
Debussy voltooide “La Mer, trois esquisses symphoniques pour orchestre” in 1905 na er twee jaar aan te hebben gewerkt. Naast een versie voor orkest maakte hij ook een versie voor vierhandig piano. De bestaande versie voor twee piano’s was van de hand van André Caplet. In 1908-1909 bewerkte Debussy het werk nogmaals. De subtitel drie symfonische schetsen voor orkest refereerde oorspronkelijk aan een symfonie, maar een strikte symfonie is het niet geworden. Toch heeft het werk symfonische kenmerken. Het thema dat in de opening wordt neergezet komt in alle drie de delen terug en wordt in deel 3 als aankondiging van het slot van de compositie gebruikt. Het werk wordt daarom ook wel als symfonie of symfonisch gedicht bestempeld.
Debussy componeerde “La Mer”, beïnvloed door zijn intense ervaringen in de zomer van 1904, in Jersey en in Dieppe, met zijn grote, nieuwe geliefde, Emma Bardac, De titel verwijst bijgevolg niet enkel naar de zee, maar naar de achter het Frans woord voor zee, verstopte betekenis van “moeder”, moeder van… De natuurverschijnselen die hij in zijn drie symfonisch schetsen evoceert, verklanken en exprimeren zijn liefdeservaringen met Emma. Debussy begon aan het werk grotendeels in Villeneuve-la-Guyard in Bourgondië. Hij voltooide zijn meesterwerk weliswaar in Eastbourne (foto) in Engeland, dat wel degelijk aan zee ligt. De première in 1905 in Parijs door het Orchestre Lamoureux o.l.v. Camille Chevillard was echter geen succes. De uitvoering op deze cd is dat wel. Warm aanbevolen.
Tracklist :
C’est l’extase – Ten Settings of Paul Verlaine for soprano and orchestra (2012) arranged, linked, scored with an Epilogue by Robin Holloway (°1943)
C’est l’extase langoureuse
Il pleure dans mon cœur
L’ombre des arbres
Green
Le Son du cor s’afflige vers les bois
L’échelonnement des haies
Spleen
Chevaux de bois
Mandoline
La mer est plus belle
Epilogue
La Mer :
De l’aube à midi sur la mer
Jeux de vagues
Dialogue du vent et de la mer
Debussy C’est l’extase – La Mer Vannina Santoni Orchestre Philharmonique de Radio France Mikko Franck cd ALPHA 981