Orffs opera, opgenomen in oktober 1975 in de Herkulessaal van de Residenz in München, vertelt het verhaal van de mythologische figuur Prometheus, die het vuur stal van de Olympische goden en het aan de mensen schonk, waarbij hij de mensen er metaal leerde mee te bewerken en hen zo wetenschap en kunst bijbracht. De opera werd uiteindelijk samen met “Antigonae” (1949), “Oedipus der Tyrann” (1959) en “De temporum fine comoedia – “Das Spiel vom Ende der Zeiten”, een onderdeel van zijn tetralogie, “Theatrum Mundi”.
De Duitse componist Carl Orff (1895-1982) (foto) is algemeen bekend om zijn “Orff-Schulwerk”, zijn werk rond improvisatie in groepsverband met kinderen in het muziekonderwijs, met name in het onderzoeken van de verbanden tussen muziek en beweging, dat hij samen met Gunild Keetman (1904-1990) (foto), in de jaren ’20, in München ontwikkelde. In zijn composities vond hij een soortgelijke verbinding tussen het dramatische en het muzikale, vervat in zijn zeer persoonlijke schrijfstijl, met zijn indringende, herhaalde notenpatronen en meeslepende ritmes.
In de bekendste van al zijn werken, “Carmina Burana”, het eerste deel van de trilogie, “Trionfi” (de twee andere delen zijn “Catulli Carmina” en “Trionfo di Afrodite”), maakte hij gebruik van de middeleeuwse Latijnse en Oud-Duitse teksten uit het klooster van Benediktbeuern. Het werk uit 1937, is bij een niet-muzikaal publiek nog vertrouwder geworden door elementen eruit te gebruiken in advertenties en in films. Vooral het koorstuk O Fortuna is in veel films en in reclame te horen geweest. Carmina Burana wordt over het algemeen alleen uitgevoerd als een vorm van seculier oratorium, in de concertzaal.
De mythe van Prometheus inspireerde verschillende componisten. Beethoven componeerde in 1801, het ballet, “Die Geschöpfe des Prometheus, Charles-Valentin Alkan componeerde zijn Grande sonate “Les quatre âges”(1847), met als 4de deel, “Prométhée enchaîné”, Franz Liszt componeerde in 1850, het symfonisch gedicht, “Prometheus”, Alexander Scriabin componeerde “Prometheus: Poem of Fire/Prométhée, Poème du Feu” op. 60 (1910), en in hetzelfde jaar componeerde Gabriel Fauré zijn opera “Prométhée”. Goethe’s poëtische versie van de mythe werd getoonzet door Hugo Wolf, Prometheus (“Bedecke deinen Himmel, Zeus” , 1889), als onderdeel van zijn Goethe-liederen voor zang en piano, later gearrangeerd voor orkest en zang. Rudolf Wagner-Régeny componeerde in 1959, de opera “Prometheus”, en een ander werk geïnspireerd door de mythe, “Prometeo”, eigenl. 9 cantates, werd tussen 1981 en 1984, gecomponeerd door Luigi Nono. Het Italiaans libretto van Massimo Cacciari combineerde toen teksten van verschillende auteurs als Aeschylus, Walter Benjamin en Rilke.
De première van Orffs opera “Prometheus” in 9 scènes op de Oudgriekse tekst van “Prometheus Geboeid”, een Attische tragedie van Aischylos, overigens het enige overgebleven deel van zijn gelijknamige trilogie, was in maart 1968, in het Staatstheater te Stuttgart o.l.v. Ferdinand Leitner (foto), Generaldirektor in Stuttgart, in een productie van Gustav Rudolf Sellner.
Een intensieve uitwisseling van ideeën met de beroemde, klassieke filoloog, Wolfgang Schadewaldt (foto), de musicoloog Thrasybulos Georgiades en met Wieland Wagner, de regisseur die oorspronkelijk door de componist was aangezocht voor de enscenering van de wereldpremière, leidde tot de totstandkoming van Orffs opera. Orff nam de beslissing, om na uitgebreid overleg met Wolfgang Schadewaldt, die de componist adviseerde over gedetailleerde vragen over Griekse metriek, de originele Griekse tekst te gebruiken. Aangezien grote delen van de partituur een ritmische declamatie (“Sprachklang”) van de Griekse tekst in de spreekstem van de solisten vereist, die slechts af en toe wordt onderbroken door sterke accenten van het gigantisch arsenaal aan slagwerk, markeerde de scèneopera, Prometheus, in vergelijking met zijn eerdere opera’s, de “Märchenstücke“, “Der Mond, ein kleines Welttheater” (1939), “Die Kluge” (1943) en “Ein Sommernachtstraum” (1917, 1939, 1952, endgültige Fassung 1962 UA: 1964), of het “Bairisches Welttheater“, “Die Bernauerin” (1947), een nieuwe fase in de ontwikkeling van zijn “Bühnenwerke”.
De titaan Prometheus, die vanwege zijn vermeende vuurroof in Scythische ijzeren kettingen is geplaatst, wil de Olympische heerser Zeus geen geheime kennis onthullen die hij beweert te bezitten. Hermes vraagt Prometheus nog een laatste keer om eindelijk de hetaerae te noemen die Zeus en zijn volgelingen hun eeuwige heerschappij zouden kosten. Wanneer Prometheus weigert, wordt hij getroffen door bliksem en donder die hem in het schaduwrijke rijk van de Hades werpt. Kratos en Io, de dienaren van Zeus, slepen Prometheus naar de Kaukasus, waar, op bevel van Zeus, de Hephaistos, Prometheus aan een rots vastketent. Geïntrigeerd door de gefolterde, verschijnen de Okeaniden (het vrouwenkoor).
Als hun vader Okeanos wil bemiddelen bij Zeus, wijst Prometheus hooghartig deze hulp af, in de hoop dat aan de dwingelandij van Zeus weldra een einde komt. Prometheus is namelijk op de hoogte van een geheim, waarmee hij ten gepasten tijde zijn verlossing van Zeus hoopt af te dwingen door chantage! Als de god Hermes hem komt overtuigen dat geheim maar beter prijs te geven, blijft Prometheus koppig zwijgen. Een woedende Zeus ontketent de natuurelementen en bedelft de trotse Prometheus onder het wereldpuin.
Orff’s Prometheus vraagt om een instrumentatie die uniek is in de muziekgeschiedenis. Alleen al de percussie-sectie vereist 15 tot 18 spelers. Er zijn geen strijkers maar wel veel blazers (fluiten, hobo’s, trompetten en trombones per 6), 3 orgels, 4 harpen, 4 banjo’s en 4 vleugels-vierhandig, en 9 contrabassen. Wat Orff met zijn Prometheus-partituur creëerde, was noch een opera in de traditionele zin, noch een oratorium, noch een spel met muziek, zelfs geen ‘authentieke’ klassieke tragedie. Het was eerder een uiterst individuele muzikale interpretatie van Aeschylus’ tragedie die zich voornamelijk concentreert op de symbolische beeldtaal van de scènes, die zoals Orff zelf zei, ‘wordt geaccentueerd en gevisualiseerd door de muziek’, waardoor de toeschouwer en de luisteraar verlicht worden.
Rolverdeling:
Prometheus: Roland Hermann
Io Inachis: Colette Lorand
Hermes: Fritz Uhl
Kratatos: Josef Geindl
Okeanos: Kieth Engen
Hephaistos: Heinz Cramer
Carl Orff Prometheus Hermann Lorand Uhl Greindl Engen Frauenchor und Symphonieorchester Des Bayerischen Rundfunks, Rafael Kubelik Orfeo d’Or 2 cd C240012