Ontdek Zamboni, Pescetti en Mancini op de cd, “Vaghi Fiori, Italian baroque cantates” door Dominque Corbiau en La Camerata Sferica op het label Sonamusica. Heerlijk!

De pastorale cantate vertegenwoordigde als geen ander de muzikale expressie van de 18de eeuw. Het landelijk, paradijselijk en mythisch Arcadië was nl. het decor voor de allegorische inspiratie van meerdere auteurs, schilders en componisten. Door hun schoonheid en zoetheid van hun parfum waren bloemen een terugkerend thema in deze miniatuuropera’s. Rozen, de lelie, jasmijn, de zonnebloem of violet symboliseerden bedwelmende sensualiteit, de kuise liefde, de kwetsbaarheid van vluchtige gevoelens of zelfs de “doornen” van liefdesverdriet.

Door de herontdekking van klassieke auteurs sedert de renaissance, in het bijzonder van de “Bucolica” (10 Eclogen (herdersdichten) van Vergilius, gebaseerd op de Idyllen van de Griekse dichter Theocritus, herleefde de literaire stilering van het arcadisch of pastoraal landschap in de letterkunde en in de muziek, cfr. het madrigaal “I vaghi fiori” van Palestrina. Vergilius’ vierde ecloge, waarin de komst van een bijzonder kind wordt aangekondigd die als heiland een nieuwe tijd zal inluiden, werd geïnterpreteerd als een aankondiging van de geboorte van Christus en gaf vooral in het milieu van Jezuïeten, aanleiding tot het schrijven van christelijke eclogen. Herders werden dan bv. vervangen door vissers.

In de 18de eeuw lieten tal van schilders en dichters zich inspireren door de ongekunstelde, bucolische herderspoëzie over een idyllisch, paradijselijk land met fluit spelende herders en herderinnen, dartelend in de natuur. Veel van hun teksten werden als solo cantate getoonzet, vooral in Italië. De bezetting was een solo stem met een solo instrumentale partij en basso continuo.

Op het programma van deze cd staan cantaten van A. Scarlatti, Porpora en Bononcini en aria’s uit cantaten van Popora, Bononcini en Mancini, afgewisseld met Arpeggio’s uit Luitsonaten van Giovanni Zamboni, een Cellosonate van A. Scarlatti en een beweging uit een Klavecimbelsonate van Giovanni Battista Pescetti.Alessandro Scarlatti - Wikipedia

Alessandro Scarlatti werd geboren in Palermo, toen een deel van het Koninkrijk Sicilië. Hij zou een leerling van Giacomo Carissimi in Rome geweest zijn. De productie in Rome van zijn opera Gli Equivoci nel sembiante (1679) kreeg de steun van koningin Christina van Zweden die op dat moment in Rome woonde. Alessandro werd haar Maestro di Cappella. In 1684 werd hij kapelmeester van de onderkoning van Napels, wellicht door de invloed van zijn zuster, een operazangeres, die de minnares was van een invloedrijke Napolitaanse edelman. Boeiend. In Napels componeerde hij occasionele muziek en een reeks opera’s, opmerkelijk door hun spreekvaardigheid en expressiviteit.Roma: Visita Guidata alla Basilica di Santa Maria Maggiore | GetYourGuide

In 1702 verliet Scarlatti Napels en kwam niet terug tot de Spaanse overheersing werd vervangen door de Oostenrijkse. In die tijd genoot hij de bescherming van Ferdinando de ‘Medici, voor wiens eigen theater in de buurt van Firenze hij opera’s componeerde, en van kardinaal Ottoboni, die hem tot zijn kapelmeester maakte. In 1703 kreeg Alessandro een soortgelijke functie aan de Basilica di Santa Maria Maggiore in Rome. Na een bezoek aan Venetië en Urbino in 1707, nam Scarlatti zijn ambt in Napels opnieuw op en bleef daar tot 1717. Het was daarentegen wel in het Teatro Capranica in Rome (foto) dat hij enkele van zijn mooiste opera’s (Telemaco, 1718; Marco Attilio Regolo, 1719; La Griselda, 1721) kon brengen, en het was eveneens in Rome dat hij nobele exemplaren van kerkmuziek, waaronder een mis voor koor en orkest, gecomponeerd ter ere van Sint Cecilia, voor kardinaal Acquaviva componeerde. Zijn laatste grote compositie was de onvoltooid gebleven Serenata voor het huwelijk van de prins van Stigliano in 1723.Ensemble. Handel vs Bononcini. Mike Wheeler listens to the English Concert  and soprano Anna Dennis at the Buxton Festival

De naam Bononcini is bekend gebleven i.v.m. Händel. Van 1720 tot 1732 was hij nl. in Londen, waar hij in populariteit moest wedijveren met Händel, die in 1712 in Londen was gearriveerd. De Tories kozen voor Händel, terwijl de Whigs en John Churchill, 1st Duke of Marlborough en zijn echtgenote, Sarah Churchill, de hertogin van Marlborough (foto), (een hofdame en een vriendin van koningin Anna van Engeland), Bononcini prefereerden. In 1722 componeerde Bononcini het funeral anthem “When Saul was King over us” voor de Duke of Marlborough, Op de affiche stond, “The Anthem which was performed In King Henry the seventh’s Chappel at the Funeral of the most Noble & Victorious Prince John Duke of Marlborough. The Words taken out of Holy Scripture And set to Musick by Mr. Bononcini”.

Händel won weliswaar steeds meer aan populariteit en Bononcini (foto) moest Londen verlaten op beschuldiging van plagiaat. Beide componisten kregen van James Byrom (1692-1763), de uitvinder van stenografie, de bijnamen, “Tweedle-dum” en Tweedle-dee”, die later bekend geworden zijn door het boek, “Through the Looking-Glass (And What Alice Found There) uit 1871 van Lewis Carroll. In 1971 werd “Tweedle Dee, Tweedle Dum” een song van Middle of the Road op hun album, “Chirpy Chirpy Cheep Cheep”.Nicola Porpora à Naples, THE professeur

De in Napels geboren Nicola Porpora (foto) bracht zijn nuove musiche in de vroege jaren ‘30 van de 18de eeuw naar Londen, om er samen met zijn leerling, de castraat Farinelli, te profiteren van de weifelende situatie van Händels opera-onderneming. In 1733 wenkte Londen nl. met een uitnodiging om in de “Opera of the Nobility”, concurrentie aan te gaan met Händel in het “King’s Theatre”. “Arianna in Nasso” was Porpora’s eerste opera die opgevoerd werd in het Lincoln’s Inn Fields Theater. Deze opera rivaliseerde met Handels “Arianna in Creta” en werd een groot succes.Italy On This Day: Senesino - operatic castrato

Frederik van Groot-Brittannië, prins van Wales

Porpora gebruikte daarenboven veel van Händels’ zangers, Senesino (foto), Montagnana en Cuzzoni. Tijdens zijn driejarig verblijf in Londen voltooide Porpora er nog vier andere opera’s, het oratorium “David e Bersabea” en de serenade, “La fest d’Imeneo”. Hij publiceerde er naast de hier opgenomen cantaten op. 1, ook een Sinfonie da Camera op. 2. Door zijn contact met de hoge de adel werden zijn 12 cantaten, hoewel ze waarschijnlijk reeds gecomponeerd waren in Napels, in 1735 in Londen gepubliceerd, onder het hoog beschermheerschap van Frederick Louis, prins van Wales (foto), de oudste zoon van koning George II en de vader van de latere koning George III. De cantaten genoten meteen aanzienlijk succes en weerspiegelden naast het gezag van de Italiaanse muziek, Porpora’s meesterlijke toonzetting van de teksten van Pietro Metastasio, die de arcadische genoegens en idealen verheerlijkten.Sonata d-moll für Altblockflöte (Martin Nitz) und Streicher von Francesco  Mancini (1672 - 1737) live - YouTube

Francesco Mancini was een belangrijke leraar en slaagde erin zijn grootste plicht te verkrijgen tijdens de afwezigheid van Alessandro Scarlatti in het Napolitaanse hof, tussen 1702 en 1708. In deze periode was hij directeur van de conservatorio di loreto evenals eerste organist en maestro van de capella reale. Zijn assistent was Giuseppe Porsile. De werken van Mancini omvatten 29 opera’s (waaronder “L’Idaspe Fedele”), Sonates, 7 Serenatas, 12 oratoria en meer dan 200 wereldlijke cantates, naast diverse religieuze muziek en een kleine hoeveelheid instrumentale muziek. Wat dat betreft is hij nu nog het best bekend om zijn blokfluitsonates.Lunch Concert: Quanto dolce è quell'ardore | Kaaitheater

De Napolitaanse componist en zangleraar, Giuseppe Porsile (1680-1750), de zoon van de operacomponist, Carlo Porsile, had reeds als jonge man succes met zijn religieuze muziek aan de Spaanse kapel in Napels. In 1707/1708 werd hij dan ook uitgenodigd voor de Capilla Real in Barcelona. Op dit moment was hij nl. een van de vele Napolitaanse musici die uitgenodigd werden aan het Hof van Carlo III. Toen Carlo III naar Wenen verhuisde om er keizer te worden gekroond, bleef Porsile nog twee jaar in Barcelona en trad vervolgens in 1714, in dienst van de keizer in Wenen. Hij bleef daar tot 1735, waar hij verschillende opera’s en oratoria componeerde.

De multi instrumentalist, Giovanni Zamboni (begin 18de  eeuw, mogelijk 1664-1721) speelde theorbe, luit, gitaar, mandola, mandoline en klavecimbel en was ook bekwaam in contrapunt. Zijn werken omvatten o.a. 11 Sonates d’Tavolatura di Liuto, en een Ciaccona voor aartsluit, gepubliceerd in 1718.Giovanni Battista Pescetti (1704-1766) - Vídeos (es)

Giovanni Battista Pescetti (ca. 1704-1766) was een organist, klavecimbel en componist die voornamelijk bekend was om zijn opera’s en zijn klaviersonates, die stilistisch de overgang vormden tussen deze van Alberti en de Sonaten/Essersizi van Domenico Scarlatti. De in Venetië geboren Pescetti, de zoon van de orgelbouwer Giacinto Pescetti, en via zijn moeder, Giulia Pollarolo, de kleinzoon van de operacomponist en organist Carlo Francesco Pollarolo, studeerde in zijn geboortestad bij de organist en operacomponist Antonio Lotti. Hij ontwikkelde een vriendschap met Baldassare Galuppi, met wie hij samenwerkte bij het componeren en herzien van opera’s. Van 1725 tot 1732 componeerde hij opera’s voor verschillende theaters in Venetië, waarvan sommige in samen met Galuppi.Giovanni Battista Pescetti (c.1704-1766) - Sonata per il Cembalo (1739)

Pescetti verliet Italië voor Londen in 1736, waar hij aanvankelijk werkte als klavecinist. Hij verving Nicola Porpora als directeur van de Opera of the Nobility in 1737 en in 1739, publiceerde hij in Londen een reeks van 10 klaviersonates, getiteld “Sonate Per Gravicembalo”. Dit werk omvatte arrangementen van de ouverture en aria’s uit zijn opera “La Conquista del Velo d’Oro”. Hoewel zijn werk stilistisch tussen Alberti en Scarlatti stond, vertoonde sommige van zijn muziek ook de invloed van Händel. Pescetti verliet Londen waarschijnlijk rond 1745 toen de vijandigheid tegen katholieke Italianen ontstond vanwege de Jacobitische opstand van Prins Charles en de Highland-clans. Hij keerde in 1747 terug naar Venetië en werd in 1762, benoemd tot tweede organist aan San Marco. Pescetti was tevens leraar compositie in Venetië. Tot zijn beroemdste leerlingen behoorden Josef Mysliveček (1737-1781) en Antonio Salieri (1750-1825).Dominique Corbiau, contre ténor

De uitvoerders zijn Dominique Corbiau (foto), contratenor en Édouard Catalan, cello, Raphaël Collignon, klavecimbel, Pieter Theuns, aartsluit en Fabrice Holvoet, theorbe en barokgitaar. Opgericht door Dominique Corbiau, een gewezen student aan de conservatoria van Luik/Liège en Bergen/Mons, vertegenwoordigt het barokensemble La Camerata Sferica de artistieke en muzikale concretisering van onderzoek naar repertoire en nauwe samenwerking tussen de Belgische contratenor en zijn musici. Met een voorliefde voor Italiaanse muziek, bieden Dominique Corbiau en Camerata Sferica originele programma’s met schitterende maar weinig bekende muziek uit de 17de -en 18de eeuw.Dominique Corbiau - Dominique Corbiau

Tracklist:

Alessandro Scarlatti (1660-1725) Cantate “Voi giungeste o vaghi fiori”

Giovanni Zamboni (1650-?) Ceccona extr. de la Sonate pour luth No.11

Giovanni Bononcini (1640-1747) “In siepe odorosa fiorisce la rosa”, Aria extr.de la Cantate “In siepe odorosa”

Nicola Porpora (1686-1768) “Senza il misero piacer”, Aria extr.de la Cantate “Or che una nube ingrata”

Nicola Porpora “Più della rosa e’l giglio”, Aria extr. de la Cantate “Dalla regia di Flora”

Alessandro Scarlatti (1660-1725) Sonate pour violoncelle No.1 en ré mineur

Nicola Porpora Cantate “La viola che languiva”

Giovanni Zamboni  Arpeggio extr. de la Sonate pour Luth No.8

Giovanni Battista Pescetti (1704-1766) Spiritoso extr. de la Sonate No.7

Giovanni Bononcini (1670-1747) Cantate “Il Giglio, amante e sposo”

Francesco Mancini (1672-1737) “D’un bel fior, pianta vezzosa”, Aria extr. de la Cantate “Allor ch’il dio di Delo”

Vaghi Fiori Italian baroque cantates Dominque Corbiau countertenor La Camerata Sferia cd Sonamusica SONA2006