Philip Norman beschrijft het levensverhaal van Mick Jagger (°1943). Hij vertelt hoe Mick opgroeide in een slaperig voorstadje van Londen, hoe hij kennismaakte met de blues, en hoe de jonge, verlegen Mick in Londen bij toeval, zijn oude schoolkameraad Keith Richards tegen het lijf liep. Hij heeft het over zijn talloze relaties met de allermooiste vrouwen, zijn fenomenaal zakelijk talent en zijn grenzeloze liefde voor muziek. “Mick Jagger” is dan ook veel meer dan een biografie, het is het meeslepend verhaal van een halve eeuw geschiedenis van de popmuziek. Indrukwekkend!
Michael Philip Jagger (Mike), groeide op met fatsoen in een huis in Denver Road, Dartford en beleefde rustige kinderjaren. Zijn deftige moeder Eve, geboren in New South Wales, was kantoorsecretaresse en daarna schoonheidsspecialiste. In 1961 verliet Mike Jagger de Dartford Grammar School en schreef hij zich in aan de London School of Economics. Hij had zijn maagdelijkheid verloren aan een verpleegster in een voorraadkast in het plaatselijk psychiatrisch ziekenhuis van Bexley, waar hij als tijdelijke portier had gewerkt. Mike zou binnenkort veranderen in… Mick.
Tijdens de opwinding door de plotselinge verandering van sfeer in het nog Victoriaans Londen, waarin de tijdschriften Town en Queen begonnen te floreren en meisjes in Kings Road begonnen te paraderen in truien met V-hals, zwarte kousen en korte rokjes, waar koffiebars en bluesmuziek deel van uit maakten, gaf Mick zijn eerste optreden met de Rolling Stones op 12 juli 1962, in de Marquee (Club), een in 1958 opgerichte jazzclub in het hart van de Londense muziekwereld in West End.
Norman beschrijft o.a. de hechte band tussen rockmuziek en de kunstacademies, broedplaats van anarchie en protest in de jaren ’60. Jagger en Keith Richards waren naar dezelfde basisschool gegaan. Tegen de tijd dat ze elkaar weer ontmoetten, zat de toekomstige stergitarist op Sidcup Art College. John Lennon, Pete Townshend, Eric Clapton en Syd Barrett volgden dezelfde route. Het was niet alleen de muziek van de Rolling Stones, wat Norman omschrijft als het “verward, enigszins afwijkend geluid” van hun eerste nummer 1-single “It’s All Over Now”. Het was hun uiterlijk, het vluchtige en treiterend aspect van hun optreden. Dit was rockmuziek omgevormd tot theaterkunst.
Keith Richards en Jagger begonnen samen met Dick Taylor en Brian Jones een band, “Little Boy Blue and the Blue Boys”. Taylor werd vervangen door de jazzdrummer, Charlie Watts en Bill Wyman werd de bassist. Brian Jones (in juli 1969 overleden) noemde de band “The Rollin’ Stone”s, naar het nummer “Rollin’ Stone” van Muddy Waters, en in 1963, kwam hun eerste single “Come on” uit, een cover van Chuck Berry. Andrew Loog Oldham, hun eerste manager, bracht de Rolling Stones op de markt als anti-Beatles en de band tekende een contract bij Decca Records. In 1964, verscheen zowel in de UK als in de VS, hun debuutalbum, en op het gratis Hyde Parkconcert in de reeks “Hyde Park Free Concerts” en tijdens hun tournee in 1969, kregen ze de bijnaam…”The Greatest Rock and Roll band in the World”.
De zanger van die band, voortaan en voor altijd, Mick Jagger, leerde dansen van Tina Turner en groeide uit tot een subversief romantische figuur binnen de drugscultuur, die in 1967, met “Let’s Spend the Night Together”, garant stond voor de extase van hysterische, seksuele fantasieën. Hij speelde ondertussen mee in 12 films, heeft 8 kinderen bij vijf verschillende vrouwen, is 5 keer grootvader en 3 keer overgrootvader, en…u kan/mag hem aanspreken met…Sir. ‘Mick Jagger’ werd vertaald door Henny Corver, Pon Ruiter en Frits van der Waa.
De Engelse schrijver, romanschrijver, journalist en toneelschrijver, Philip Norman (1943), is vooral bekend om zijn biografieën van de Beatles, de Rolling Stones, Buddy Holly en Elton John. Zijn andere boeken bevatten soortgelijke studies van John Lennon, Mick Jagger en Eric Clapton. Norman begon te werken als stafschrijver voor The Sunday Times in 1965. Naast het schrijven van de Atticus-column van de krant, kreeg hij in de late jaren zestig en in het volgend decennium bekendheid voor zijn profielen van publieke figuren zoals Elizabeth Taylor, PG Wodehouse en Muammar Gaddafi, en van muzikale artiesten, onder wie James Brown, Little Richard, de Beach Boys, Fleetwood Mac, Rod Stewart en de Everly Brothers. Een andere van zijn opdrachten was het onderzoeken van en rapporteren over de problemen waarmee het Beatles-multimediabedrijf Apple Corps te kampen had. In de jaren zeventig werkte hij ook als criticus van rockmuziek bij The Times.
Normans eerste boek, “Shout!: The Beatles in Their Generation”, ook gepubliceerd als “Shout!: The True Story of the Beatles”, werd in 1981 gepubliceerd, met latere herzieningen. Een onmiddellijke bestseller waarvan sindsdien meer dan een miljoen exemplaren zijn verkocht. The New York Times beschreef Shout! als “de definitieve biografie (van de Beatles) – uitgebreid, intelligent, gevoelig geschreven en uitputtend onderzocht”, terwijl de Chicago Sun-Times het bewonderde als “De beste, meest gedetailleerde en meest serieuze biografie van de Beatles en hun tijd”.
Philip Norman “Mick Jagger biografie” 667 bladz. geïllustreerd Alfabet Uitgevers ISBN 9789021341248