Deze 2 unieke Vox-opnamen uit 1974, uitgevoerd door de meervoudige Grammy-winnende dirigent Leonard Slatkin met het St. Louis Symphony Orchestra, werden voor deze releases opnieuw geremasterd in high definition van de originele mastertapes.
De impact die George Gershwin (1898-1937) eigenl. Jacob Gershowitz (foto) had op de Amerikaanse cultuur was niet te overzien. Op 25-jarige leeftijd veroverde hij de concertwereld met zijn baanbrekende “Rhapsody in Blue”, gecomponeerd voor Paul Whiteman en zijn jazzband, in een orkestratie van Ferde Grofé, arrangeur van het Whiteman Orchestra. 13 jaar later, overleed hij na een operatie om een hersentumor te verwijderen. Maar in die tragisch korte tijd was hij een soort muzikale caleidoscoop geworden van Amerika, van een smeltkroes van blues en grootstedelijke waanzin.
Een andere klassieker van de gebroeders Gershwin, “Someone to Watch Over Me”, uit hun musical uit 1926 “Oh, Kay!”, werd oorspronkelijk op Broadway gezongen door Gertrude Lawrence voor een teddybeer. In overeenstemming met de oorspronkelijke instructies van Gershwin, werd het eerst uitgevoerd in een ‘snelle en jazzy’ stijl. Het laatste nummer van de gebroeders Gershwin (foto), “Our Love is Here to Stay”, werd voor het eerst ingekort gehoord in The Goldwyn Follies uit 1937. Het volledige nummer was pas te horen door Gene Kelly in de film, “An American in Paris”, die zes Academy Awards won.
George Gershwin bracht jazz in de Amerikaanse concertzaal. Zijn populaire “An American in Paris”, gecomponeerd in 1928, was de inspiratie voor de gelijknamige film uit 1951. Dit jazzy symfonisch gedicht portretteert een Amerikaanse bezoeker die als hij wandelt door de lichtstad, bezwijkt aan heimwee naar New York. Gershwin noemde de partituur, die effectief vier taxihoorns bevat, een vrolijke referentie naar New York. Gershwins Concerto in F uit 1925, was Gershwins eerste eigen, symfonische orkestratie, met verschillende jazzstijlen uit die periode, blues, ragtime en Charleston.
Omdat zijn opera “Porgy and Bess” gemengde recensies kreeg in New York hoopte Gershwin een deel van de muziek te redden in een suite die, toen het in 1958 werd herontdekt door Ira Gershwin, “Catfish Row” heette. “Porgy and Bess”, op een libretto van DuBose Heyward met teksten van DuBose Heyward en Ira Gershwin, gebaseerd op de roman “Porgy” van DuBose Heyward uit 1925 en het gelijknamig toneelstuk van Dorothy Hartzell Heyward en DuBose Heyward uit 1927, werd voor het eerst opgevoerd in Boston op 30 september 1935, voor het in het Alvin Theatre op Broadway opgevoerd werd. Daarna volgden Detroit, Pittsburgh en Chicago. De voorstellingen in Washington veroorzaakten een complete sociale ‘revolutie’ in de Amerikaanse theater geschiedenis. Voor het eerst werden er zwarte mensen toegelaten tot de voorstellingen in het National Theatre. De rassenvooroordelen werden (even) opzij geschoven. Zwarte en witte mensen zaten naast elkaar te kijken en te luisteren naar hetzelfde stuk. Ook de cast bestond geheel uit klassiek geschoolde, Afro-Amerikaanse zangers.
“Porgy and Bess” vertelt het verhaal van Porgy, een gehandicapte, zwarte straatbedelaar, die in een kleine geïsoleerde, zwarte gemeenschap woont in de nabijheid van Charleston, South Carolina, en die Bess probeert te redden uit de klauwen van Crown, haar gewelddadige en bezitterige minnaar, en Sportin’ Life, een drugsdealer uit New York. Sinds de première in 1935 is “Porgy and Bess” één van de belangrijkste pogingen geweest om in navolging van de beroemde instructie van Antonin Dvořák uit 1893, Amerikaanse klassieke muziek te creëren, geïnspireerd door Afro-Amerikaanse stijlen zoals jazz, spirituals en de blues. De solisten hier zijn Barbara Liberman, piano en David Mortland, banjo.
De jonge Gershwin componeerde zijn Lullaby (Wiegenlied) in 1919 voor piano maar arrangeerde het vervolgens voor strijkkwartet. De melodie ervan beleefde een tweede leven als aria in zijn opera, “Blue Monday” (1922). Voor de volgende vier decennia zorgden enkel revivals van Blue Monday voor de bekendmaking van de melodie. Het was pas in 1967, dat het origineel strijkkwartet zijn eerste openbare uitvoering kreeg door het Juilliard String Quartet in de Library of Congress. In Lullaby zijn de solisten hier John Korman, viool en Yuan Tung, cello.
“Walking the Dog” was een van de vele muzieknummers die George Gershwin in 1937 componeerde als filmmuziek voor Fred Astaire en Ginger Rogers in “Shall We Dance”. In de film begeleidt de muziek het uitlaten van een hond aan boord van een luxe schip. Het werd in 1960 gepubliceerd als “Promenade”, samen met “Hoctor’s Ballet”, eveneens uit die film, bedoeld voor uitvoering in de concertzaal. “They All Laughed”, op tekst van broer Ira, was trouwens een van Gershwins laatste nummers, gecomponeerd voor “Shall We Dance”, gezongen door Ginger Rogers tijdens een duizelingwekkend dansnummer met Fred Astaire. De solist in “Promenade” is hier George Silfies, klarinet.
In februari 1932, ging Gershwin voor twee weken met enkele vrienden op vakantie naar Cuba. Toen hij zijn intrek in Hotel Almendares in Havanna had genomen, verschenen er rumba-bands onder zijn hotelkamerraam zoals de Palau Brothers en de Castro Brothers om hem een serenade te brengen. Gershwin hoorde tijdens zijn verblijf daar veel authentieke Zuid-Amerikaanse muziek, waaronder Cubaanse dansen en mambo ritmes en veel inheems slagwerk zoals de guiro, maraca’s, bongo, conga, cowbell en claves. Teruggekomen in New York met een partij slaginstrumenten ging hij direct aan de slag om een impressie te componeren van zijn verblijf op Cuba. Het resultaat was de aanstekelijke “Cuban overture”, een Rumba voor orkest.
Leonard Slatkin werd in 1944, geboren uit een muzikale familie afkomstig uit de gebieden die deel uitmaakten van het Russische Keizerrijk die nu deel uitmaken van Oekraïne. Zijn vader Felix Slatkin was violist, dirigent en oprichter van het Hollywood String Quartet, zijn moeder Eleanor Aller was celliste bij dat strijkkwartet. Zijn broer Frederick is ook cellist. Aangenomen wordt dat de oorspronkelijke naam van de familie Zlotkin was. Slatkin studeerde aan de Indiana University en de Los Angeles City College, alvorens hij studeerde aan de Juilliard School bij Jean Paul Morel. Hij maakte zijn debuut als dirigent in 1966. In 1968 benoemde Walter Susskind hem tot assistent-dirigent van het Saint Louis Symphony Orchestra. Hij bleef er tot 1977, toen hij muzikaal adviseur werd van de New Orleans Symphony.
Tracklist “An American in Paris”:
An American in Paris (1925)
Lullaby (version for string orchestra, 1920)
Promenade (version for chamber orchestra, 1937)
Cuban Overture (1932)
Catfish Row: Suite from Porgy and Bess (1936)
1.Catfish Row
2.Porgy Sings
3.Fugue
4.Hurricane
5.Good Morning, Sistuh
“I Got Rhythm”, op tekst van zijn broer Ira, werd oorspronkelijk geschreven voor de musical “Girl Crazy” uit 1930. Gershwin gebruikte dit thema voor zijn “Variations on I Got Rhythm” voor piano en orkest en het werd ook gebruikt in de filmversies van de musical uit 1932, 1943 (met Mickey Rooney en Judy Garland in de hoofdrollen) en 1965 (titel omgedoopt in: ‘When The Boys Meet The Girls’), en in de films, ‘Rhapsody In Blue’ uit 1945 en ‘An American In Paris’ uit 1951 met Gene Kelly en Leslie Caron in de hoofdrollen. In 1992 werd het andermaal gebruikt in de musical ‘Crazy For You’, die gebaseerd was op “Girl Crazy”.
De première van zijn Second Rhapsody, gecomponeerd in opdracht van de dirigent Serge Koussevitzky van het Boston Symphony Orchestra ter gelegenheid van de 50ste verjaardag van het orkest, vond plaats in januari 1932, in de Symphony Hall in Boston met de componist als solist. Gershwin heeft het werk opgedragen aan zijn vriend Max Dreyfus. Na Rhapsody in Blue en het Concerto in F was de Second Rhapsody het derde concertant werk van Gershwin voor piano en orkest. De versie voor twee piano’s verscheen in 1932 en werd uitgegeven door New World Music Corporation. De partituur verscheen pas in 1953.
Tracklist “Works for Piano and Orchestra” :
Concerto in F (1925)
Second Rhapsody (1931)
Variations on I Got Rhythm (1934)
Rhapsody in Blue (1924)
Gershwin An American in Paris – Lullaby – Promenade – Cuban Overture – Catfish Row St. Louis Symphony Orchestra Leonard Slatkin VOX-NX-3019CD
Gershwin Concerto in F Rhapsody in Blue Variations on I Got Rhythm Second Rhapsody Jeffrey Siegel, Piano Saint Louis Symphony Orchestra Leonard Slatkin cd VOX-NX-3018CD