Paul, eigenl. Pavel, Wranitzky, een tijdgenoot van Mozart, was aan het begin van de 18deeeuw de belangrijkste symfonicus in Wenen. Ter gelegenheid van de Troonsbestijging van Franz II in 1792, componeerde Wranitzky de grote symfonie, een werk van vorstelijke kwaliteit en feestelijke uitbundigheid. Wranitzky’s volwassen symfonische stijl is te horen in de uitgebreide orkestrale krachten, contrasterende texturen en brede muzikale vindingrijkheid van bv. zijn Symfonie in Bes, en daarnaast bieden de ouvertures, een staalkaart van Wranitzky’s aantrekkelijke, opgewekte schriftuur voor het theater.De meest componisten en uitvoerders, werkzaam in de kroonlanden van het Heilig Rooms Rijk waren in de 18deeeuw, van Moravisch-Tsjechische origine. De in Nová Říše (Neureisch) geboren, vooraanstaande, Moravisch-Tsjechisch componist, dirigent en violist, Pavel Vranický (Paul Wranitzky) (1756-1808), de halfbroer van de violist en componist, Antonín Vranický, (die kapelmeester was van de hofkapel van vorst Franz Joseph Maximilian von Lobkowitz), kreeg zijn basisopleiding van de Jezuïeten in het gymnasium van Jihlava (Iglau)(foto), (de later geboorteplaats van Gustav Mahler), waar hij ook viool, orgel- en zangles kreeg. Van 1770 tot 1772 studeerde hij taalkunde, retoriek, poëzie en Latijn en daarna filosofie en later ook theologie en geneeskunde, aan de universiteit van Olomouc. Hij vertrok naar Wenen en daar studeerde hij verder bij de componist en kapelmeester van het hof van Zweden, Johann Martin Kraus (“De Zweedse Mozart”), die in 1783, in Wenen te gast was.Vranický, die als dirigent van het nieuw opgericht orkest van het Kärtnerthortheater, in het muziekleven van Wenen een prominente rol speelde, was bevriend met Mozart, Haydn en Beethoven. Joseph Haydn bv. stond erop, dat Vranický in 1799 en 1800, zijn Schöpfung dirigeerde en Beethoven was zo van het vakmanschap van Vranický overtuigd, dat ook hij erop stond, dat Vranitzký de première van zijn eerste symfonie zou dirigeren. Vranický was ook secretaris van de “Gesellschaft der Musikkünstler” in Wenen en was in deze hoedanigheid, mede-initiator van het sociaal hulpfonds, “Unterstützender Verein für Witwen und Weisen von Musikkünstlern”. Net als Mozart, was Vranický lid van de Vrijmetselaar loge “Zur gekrönten Hoffnung”, die deel uitmaakte van de “Große Landesloge der Freimaurer von Deutschland”. In het geboortedorp van de broers Vranicky is in een klooster (foto), de Pavel en Antonín Vranický-expositie (“Síň Pavla a Antonína Vranických”) gevestigd, een museum van twee vertrekken, gewijd aan het werk en leven van Pavel en Antonín Vranický en de Tsjechisch componist, Jan Novák (1921-1984). De expositie is voornamelijk gewijd aan de tijd van de beide Wranitzky’s in Wenen. Zeker bezoeken.Pavel Vranický heeft hij een aanzienlijk oeuvre nagelaten met wel tien opera’s, 51 symfonieën, 56 strijkkwarteten en een groot aantal andere werken voor orkest, (o.a. balletten), harmonieorkest en kamermuziek. Zijn opera (‘Singspiel), “Oberon, König der Elfen”, naar Wieland, uit 1789 was destijds zeer populair en inspireerde Emanuel Schikaneder tot het schrijven van “Die Zauberflöte”. Hij werd ook gewaardeerd aan het hof en componeerde daarom in 1792, de “Krönungs Symphonie für Franz II.”.Op vol. 1 staan 2 symfonieën, 2 ouverturen en een Serenade. Wranitzky’s opera in twee bedrijven, “Die Poststation, oder Die unerwartete Zusammenkunft”, ging in juni 1794, in Frankfurt am Main in première. De plot speelt zich af in de herberg van een posthalte, waar verschillende koppels als verliefde reizigers overnachten. Complicaties ontstaan als gezinsleden hen achtervolgen en een vermoedelijk overleden echtgenoot onverwachts terugkeert…Keizer Leopold II overleed plotseling in 1792 na een regeerperiode van slechts 17 maanden. Toen de 24-jarige Frans Jozef Karel van Habsburg-Lotharingen, als Franz II (laatste gekozen keizer van het Heilig Roomse Rijk) en als Frans I (de eerste erfelijke keizer van Oostenrijk), de troon besteeg, componeerde Wranitzky, een “Grosse Sinfonie bei Gelegenheit der Erhebung Franzens zum Deutschen Kaiser” om het evenement te vieren. Zoals het de gelegenheid betaamde, was de Grosse Sinfonie op. 19, letterlijk groots en feestelijk, waarbij ruimschoots gebruik werd gemaakt van trompetten en pauken. De Drei grosse Sinfonien, op. 33, opgedragen aan baron Peter von Braun, de manager van de Weense hoftheaters, werden in 1798 gepubliceerd. Ze droegen de kenmerken van Wranitzky’s volwassen, symfonische stijl met een uitgebreide orkestratie, waarbij de blazers werden behandeld als een onafhankelijke harmonie.De opera in twee bedrijven “Das Fest der Lazzaroni” ging in première in februari 1794 in het Leopoldstädter Theater in Wenen. De plot speelt zich af onder de Lazzaroni, de armste klasse in Napels. De zoon en dochter van de Lazzarone Grisaldo zijn verliefd op de dochter en zoon van de rijke zeeman Albamonte die zich verzet tegen een onrechtvaardig huwelijk. Een jonge edelman, Cassandri, wordt gered van de schipbreuk en krijgt al snel interesse in Albamonte’s dochter, Rosaura. Hij huurt een groep muzikanten in om haar een serenade te brengen, die wordt uitgebeeld in het tweede bedrijf.De ouverture verbeeldt een grote storm in de baai van Napels waar een schip vergaat in de woeste golven. Wranitzky gebruikte piccolo’s om de huilende wind weer te geven en voegde een timpanone (een groot type keteltrom) toe om de dreigende donder weer te geven. De zwellende golven zijn uitgebeeld door lopende toonladders. Dissonanties, tremolo’s en plotselinge sforzandi dragen bij tot het drama. Een lyrische melodie in de klarinet geeft een sprankje hoop, maar wordt al snel ingehaald door de storm. Wanneer dit thema weer opduikt in mineur, is het duidelijk dat alle hoop voor het schip verloren is, en de ouverture wordt afgesloten met een korte coda. Het nummer is opgebouwd uit drie contrasterende secties, die de indruk wekken van miniatuurbewegingen. Het eerste deel bevat een solo-viool, terwijl de volgende twee, de blaasinstrumenten laten horen. Na een vals einde en een citaat uit het Zwitsers volksliedje, “’S isch no nit lang daß’s g’regnet hat”, vertrekken de muzikanten rustig de nacht in.Op vol. 2 wordt de kleurrijke ouverture van “Der Schreiner”, een Singspiel in één bedrijf naar de gelijknamige komedie van August von Kozebue, uit 1799, gevolgd door drie contrasterende symfonieën. De dramatische “La Tempesta” bevat uitgebreide onweereffecten die meer dan tien jaar ouder zijn dan Beethovens Pastorale, de compacte Symfonie in A uit 1791, vertegenwoordigt nog Wranitzky’s vroege, symfonische periode in het midden van de jaren 1780, terwijl de Symfonie in F uit 1798, opvalt door haar pakkende thema’s en meesterlijke partituur.
Het Liederspiel, “Mitgefühl”, op vol. 3, dat slechts twee keer tijdens zijn leven werd uitgevoerd, ging in april 1804, in première in het Kärntnertortheater in Wenen en werd de volgende dag opnieuw herhaald. Als een toen recente uitvinding van J. F. Reichardt (1752-1814), was het Liederspiel een vorm van Singspiel waarin reeds bestaande gedichten, in dit geval bv. een toonzetting van G. A. Bürgers gedicht, “Das Lied vom Braven Manne”, opnieuw op muziek werden gezet en ingelijst werden in een eenvoudige, landelijke plot. Het verhaal van “Mitgefühl” gaat nl. over twee jonge geliefden, Niklas en Marie, en hun heel verschillende vaders. Waar Marie’s vader Jakob aardig en genereus is, is Niklas’ vader Quaas, harteloos en hebzuchtig. Door de goede daden van Jakob leert Quaas compassie te voelen voor zijn medemens.Wranitzky componeerde verschillende symfonieën met jachtbewegingen, een populair genre in de 18de eeuw. De symfonie werd met als titel “La Chasse, Sinfonie à grand Orchestre”, als op. 25, gepubliceerd in 1793. Hoewel uiteraard ruimschoots gebruik werd gemaakt van de hoorns, bevatte de originele versie van de Symfonie geen partijen voor trompetten. Voor de privéconcerten van Ferdinand III van Toscane, verbannen naar Wenen vanwege de Napoleontische oorlogen, voegde Wranitzky trompetten toe en voor de Finale, zelfs een timpanone (een grote keteltrom). Deze opname presenteert voor de eerste keer, de versie met deze, indrukwekkende, uitgebreide orkestratie.Na een onderbreking van zes jaar gingen de Duitstalige operaproducties in het Weens hoftheater op 11 mei 1795, weer open met de première van de opera, “Die gute Mutter” in twee bedrijven met muziek van Wranitzky, een opera over de weduwe Rosalia, die zich afspeelt op het Oostenrijks platteland, Haar dochter, Nannette, wordt het hof gemaakt door de pretentieuze, Weense fat, Rosenhügel, wat haar geliefde, de buurjongen Christel, tot wanhoop drijft. Rosalia is niet onder de indruk van Rosenhügel en bedenkt een manier om haar dochter te laten beseffen wie van beiden, haar liefde echt verdient.De “Drey Grosse Sinfoien, op. 33” werden gepubliceerd in 1798 met een opdracht aan baron Peter von Braun, de manager van de Weense hoftheaters. Als onderdeel van zijn taken bij de hoftheaters, zorgde Wranitzky nl. voor muziek bij tal van toneelstukken. Soms werden bestaande symfonieën daarvoor hergebruikt en soms hergebruikte hij toneelmuziek in zijn symfonieën. De symfonie in C, op. 33, nr. 2 is daar een voorbeeld van. Het Allegro maestoso, waarmee de symfonie opent, komt nl. uit de ouverture tot de toneelmuziek, “Siri Brahe oder Die Neugierigen” (1794). Een verstild Adagio met gedempte strijkers, doorweven van blazerssolo’s, komt uit de ouverture tot de derde akte van de romantische tragedie, “Die Spanier in Peru of Rollas Tod” (1795). De Finale opent verrassend met een rustieke langzame inleiding, een hergebruik van de korte ouverture tot het ballet, “Die Weinlese” (1794).
In het laatste decennium van de 18de eeuw was de Moravische componist Paul Wranitzky de belangrijkste symfonicus van Wenen. Als concertmeester van het Hoftheater componeerde hij ook veel toneelwerken. De balletpantomime “Das Waldmädchen” in 3 akten op volume 4, was een van zijn grootste successen en betoverde het Weens publiek met zijn melodieuze partituur en het charmant verhaal over een verwilderd meisje dat in het bos werd gevonden door een Poolse prins die op jacht was. Zijn aanhoudende populariteit leidde tot talrijke producties in heel Europa en de muziek inspireerde Beethoven en Weber. Het heerlijk rustiek divertimento, “Pastorale en Allemande” op deze 4de cd, met imitatie van de draailier, werd gecomponeerd voor keizerin Maria Theresia, een belangrijke beschermvrouw van Wranitzky.
Als een invloedrijke figuur in Weense kringen, waaronder Mozart en Haydn, werd Paul Wranitzky nl. vaak gevraagd om opdrachten aan te nemen van het keizerlijk hof en in het bijzonder van keizerin Marie Theresia. “Das listige Bauernmädchen” op de 5de cd, een ballet uit haar collectie, verklankt en weerspiegelt de rustieke setting en het verhaal van romantische intriges met volksdansenergie en heerlijke pantomime. Het dramatisch ballet, “Vorstellungen, Divertissement zum 13ten Februar 1803”, maakte deel uit van de verjaardagvieringen van keizer Franz II in 1803, evenals een uitgebreid Quodlibet waaruit de kleurrijke Finale Contradans werd geselecteerd
Aan het einde van de 18de eeuw boden de Weense hoftheaters een rijk repertoire aan opera’s, balletten en theaterstukken. Als onderdeel van zijn werk aan de theaters werd Wranitzky vaak belast met het op muziek zetten van de talrijke nieuw geschreven toneelstukken. Het later hergebruik van sommige van de toneelmuziek in zijn reguliere symfonieën getuigt hier ook van. De drie composities (toneelmuziek) op vol. 6, “Die Spanier in Peru, oder Rollas Tod”, “Jolantha, Königin von Jerusalem” en “Achmet und Zenide”, demonstreren Wranitzky’s compositorische diversiteit. Het zijn symfonisch geconcipieerde ouvertures en marsen met strijdmuziek, plechtige polyfone elementen en de toen populaire Turkse/Ottomaanse stijl met zijn kenmerkende janitsaren percussie.
De Tsjechische dirigent Marek Štilec is een specialist in Tsjechisch romantische en hedendaagse muziek. Hij heeft samengewerkt met orkesten over de hele wereld, waaronder de New World Symphony, Ulster Orchestra, London Classical Soloists, Orchestra of the Swan, Berlin Camerata, Kammerphilharmonie Graz en Sinfonietta Bratislava. Hij is een productief artiest en heeft meer dan 30 albums gemaakt voor labels als Naxos, ArcoDiva, cpo en Supraphon. Op het gebied van historisch geïnformeerde uitvoeringen heeft Štilec samengewerkt met ensembles als Czech Ensemble Baroque en Ensemble 18+. Hij is ook de oprichter van de Wranitzky Kapelle en artistiek leider van Academy Prague Mannheim met Das Kurpfälzische Kammerorchester Mannheim. Hij volgde masterclasses bij Leonid Grin aan de International Järvi Academy for Conducting en bij Michael Tilson Thomas, Jorma Panula en Gerd Albrecht. Sinds 2020 is hij ook de vaste dirigent van het Tsjechisch jongenskoor Boni Pueri.
Paul Wranitzky Orchestral Works . 1 Czech Chamber Philharmonic Orchestra Pardubice Marek Štilec cd Naxos 8.574227
Paul Wranitzky Orchestral Works . 2 Symphonies Czech Chamber Philharmonic orchestra Pardubice Marek Štilec cd Naxos 8574255
Paul Wranitzky Orchestral Works . 3 Symphony in D major ‘La Chasse’ Symphony in C major Mitegefühl – Overture, Die gute Mutte – Overture Czech Chamber Philharmonic Orchestra Pardubice Marek Štilec cd Naxos 8574289
Paul Wranitzky Orchestral Works . 4 Das Waldmädchen (Ballett-Pantomime) Pastorale and Allemande Czech Chamber Philharmonic Orchestra Pardubice Marek Štilec cd Naxos 8.574290
Paul Wranitzky Orchestral Works . 5 Das listige Bauernmädchen (Ballet) Czech Chamber Philharmonic orchestra Pardubice Marek Štilec cd Naxos 8574399
Paul Wranitzky Orchestral Works . Vol.6 Die Spanier in Peru oder Rollas Tod”, Jolantha, Königin von Jerusalem, Achmet und Zenide Czech Chamber Philharmonic Pardubice Marek Štilec cd Naxos 8.574454