De Poolse tenor, Piotr Beczała met als opvallende meerwaarde, de prachtige begeleidingen van Helmut Deutsch, brengt deze liederen met een groot gevoel voor het Slavisch idioom en de betekenis van de woorden, gecombineerd met kleurrijke lyriek en Italianità, perfect passend bij de zowel Russische als kosmopolitische, muzikale taal van beide componisten.
In de eerste helft van de 19de eeuw ontwikkelden Russische componisten, Nikolai Titov (1800-1875),Alexander Alyabyev (1787–1851), Alexander Varlamov (1801–1848) en Alexander Gurilyov (1803–1858), de Franse Romance tot een sentimenteel Russisch lied. Door en na hen werd de Romance, denk aan “Óči čjórnye”, het populairste, muzikaal genre in het 19de -en vroeg 20ste eeuwse Rusland, beoefend door zowel professionelen als amateurs. In 1895, schreef César Cui een boek over de ontwikkeling van het Russisch kunstlied en Tsjaikofski en Rachmaninov hebben dit genre verrijkt met hun onovertroffen lyriek.
Na 7 liederen zonder opusnummer, componeerde Rachmaninov, tussen 1890-1893 en 1916, 7 liedcycli, nl. de opusnummers. 4, 8, 14, 21, 26, 34 en 38, in totaal, 71 liederen. Op de cd staan de complete 6 Romances op.4 (1890-1893), en een selectie uit op. 14 (1894-1896), en op. 21 (1900-1902). Rachmaninovs Romances zijn een combinatie van de schoonheid van vocale poëzie met pianopartijen vol virtuositeit, op teksten van tal van Russische dichters als Tsjechov, Koltsov, Meresjkovski, Afanasy Fet, Maria Yanova en Glafira Galina, over liefde, geluk, verlangen, hartstocht, verdriet, over alles wat het menselijk leven uitmaakt.
De vroegste (op. 4 en op. 8) werden nog gecomponeerd in de stijl van Tsjaikofski, en de pianobegeleidingen waren daarbij relatief conventioneel. De 12 nummers van op.14 (1894 -1896) werden gecomponeerd in dezelfde periode als zijn 1ste symfonie (op.13). Rachmaninovs kenmerkende persoonlijkheid en stijl begonnen in deze liederen naar voren te komen, het meest nadrukkelijk in op.14, nr. 11 ‘Spring Waters’.
Sommige van de 12 liederen op.21 waren de enige muziek die hij componeerde in de periode van depressie tussen de rampzalige première van zijn 1ste symfonie in 1897, en de louterende catharsis van zijn geniaal Pianoconcerto nr. 2 op.18 (1901). Het eerste lied, ‘Fate’, is het langste van zijn liederen en is gebaseerd op het viernotenmotief uit de 5de symfonie van Beethoven, de “quartus paeon”, die in klassieke poëzie ter verering van Apollo, gebruikt werd voor een speciaal retorisch effect. Rachmaninov was zich bewust van de krachtige betekenis ervan. De laatste regel is vertaald met ‘genoeg geluk!’ Op.21 nr. 2 begint ‘Ik ben weer alleen…’, nr.4 ‘The Answer’ (wat ‘liefde’ is) begint de duisternis te verlichten en in nr.5, ‘Lilacs’, wordt hij gered door zijn liefde voor de natuur.
Op.21 nr.7, ‘How Fair This Spot’ werd gecomponeerd in 1902, het jaar van zijn huwelijk, het is prachtig mooi. Op.21 nr. 9 ‘Melody’, heeft een pure Rachmaninov-stijl in de pianopartij, rijk gestructureerd en melodisch, met een hint van het 2de Concerto, en ook, weliswaar in embryonale vorm, van de hemelse 18de variatie (Andante cantabile) van zijn ‘Rapsodie op een thema van Paganini’ op.43, uit 1934. Op. 26 (1906) bevat een aantal liederen o.a. “Khristos voskres” (“Christus is verrezen”), op tekst van Dmitry Merezhkovsky (1866-1941) (foto), op religieuze teksten, en de overheersende stemming is lijden en verlies. Het laatste nummer op.26 nr. 15, ‘Everything goes’ sluit af met de regel ‘And joyful songs I can sing’. In op.34 is de overheersende stemming liefde en licht, die recht naar het hart gaan.
Rachmaninov wordt terecht beschouwd als de stilistische opvolger van Tsjaikofski. Tsjaikofski componeerde wel 103 Romances, een soort muzikale dagboeken van de ziel die stemmingen omarmden van euforie tot wanhoop. Ze waren ongewoon belangrijk voor hem, en hij of zijn uitgevers, lieten zelfs pianotranscripties vervaardigen door vooraanstaande musici. Tsjaikofski’s poëtische en melodisch mooie liederen bevatten bv. de verrukkelijke Romance “Net, tol’ko tot, kto znal” (“None but the Lonely Heart”) of “Nur wer die Sehnsucht kennt” (Goethe)) uit 1869.
“Poëzie en muziek staan zo dicht bij elkaar”, schreef Tsjaikofski aan Nadezhda von Meck. Vocale kamermuziek had dan ook een heel speciale plaats in zijn oeuvre. Het vergezelde zijn artistiek leven als zijn ‘lyrisch dagboek’ en tegelijkertijd was het een genre waarin hij inspiratie vond voor veel van zijn opera’s en symfonieën. De 17-jarige student rechten begon zijn carrière als componist met timide pogingen om poëtische teksten op muziek te zetten. In de Romances op. 6 uit 1868, op gedichten van o.a. Aleksey Tolstoy (1817–1875) en Lev Mey (1822–1862), verscheen de componist reeds als een volwassen meester, terwijl de vele liederen uit de jaren 1870, in termen van het verklanken van emoties, reeds anticipeerden op bv. het muzikaal drama in zijn opera “Eugene Onegin” op. 73, dat onmiddellijk voorafging aan zijn getormenteerde 6de symfonie (“Pathétique”).
Zijn 6 Romances op. 38 werden in 1878 gecomponeerd en later dat jaar gepubliceerd. Van deze zes nummers was “Don Juan’s Serenade” het meest succesvol en werd een van de bekendste werken onder de vele romances die Tsjaikofski componeerde. Op dit moment herstelde de componist van een persoonlijke crisis, nadat hij het jaar ervoor was getrouwd met Antonina Miliukova (1848-1917) maar na 6 weken weer uit elkaar was gegaan.
De teksten van de eerste vier liederen ontleende hij aan geschriften van Aleksej Konstantinovitsj Tolstoj (1817-1875) (foto), de Russische dichter, romanschrijver en toneelschrijver. Het eerste nummer is bijvoorbeeld gebaseerd op Tolstojs drama “Don Juan” uit 1862. De tekst voor “The Love of a Dead Man” is van Michail Lermontov (1814–1841) (foto), de Russische schrijver, dichter en schilder. En de tekst van “Pimpinella” is van Tsjaikovski zelf, gebaseerd op een Florentijns volksliedje.
De zes nummers zijn niet in chronologische volgorde van compositie. De laatste twee schreef hij (“The Love of a Dead Man” en “Pimpinella”) tijdens een bezoek aan Florence in respectievelijk februari en maart 1878. Later schreef hij de eerste vier liederen (gebaseerd op Tolstoj) in mei 1878, tijdens een bezoek aan het Oekraïens landgoed van zijn weldoener, Nadezhda von Meck (1831-1894). Het opus werd opgedragen aan Anatoly, een broer van de componist, als dank voor de hulp tijdens zijn moeilijke, emotionele periode in 1877.
De hier integraal opgenomen 6 Romances op. 73 uit 1893, opgedragen aan de Russische tenor, Nikolay Nikolayevich Figner (1857-1918) (foto), was Tsjaikofski’s laatse liedcyclus. Hij componeerde ze op gedichten van Danyl Maksimovich Ratgauz (1868-1937) (foto), een jonge student aan de universiteit van Kiev, die hem zijn gedichten had opgestuurd.
Piotr Beczała (1966) is een Poolse tenor met een internationale carrière, voornamelijk in Europa en de Verenigde Staten. Hij trad op in ’s werelds toonaangevende operahuizen, waaronder Metropolitan Opera, La Scala, Gran Teatre del Liceu, Royal Opera House, Semperoper, Carnegie Hall, Teatro Real, Deutsche Oper Berlin en is vooral bekend om zijn vertolkingen van personages uit de opera’s van Verdi en Mozart. In 2015 ontving hij het Ridderkruis in de Orde van Polonia Restituta voor zijn artistieke prestaties. Hij werd geboren in Czechowice-Dziedzice in het zuiden van Polen en volgde aanvankelijk een opleiding in Katowice, beide Opper-Silezië. Hij studeerde bij Sena Jurinac in Zwitserland. Zijn eerste optredens waren bij het Linz Staatstheater van 1992 tot 1997, waarna hij een vast lid werd van de Zürich Opera. Een van zijn vroege rollen in Zürich was die van Matteo in Richard Strauss’ Arabella (met Cheryl Studer in de titelrol). Tussen 2004 en 2006 maakte Beczała verschillende grote internationale debuten.
De pianist Helmut Deutsch (1945), een eersteklas begeleider die samenwerkt met de grootste vocalisten van vandaag, gaf van 1967 tot 1979, les aan de Weense Universiteit voor Muziek en van 1986 tot 2011 bekleedde hij een hoogleraarschap liedinterpretatie aan de Universiteit voor Muziek en Theater in München. Hij is nog steeds via gastprofessoren verbonden aan de universiteit van München en de universiteiten van Frankfurt en Neurenberg en geeft masterclasses in heel Europa. Deutsch is of was liedbegeleider van talloze zangers op vele huizen en festivals van internationale allure. Twaalf jaar lang werkte hij intensief samen met Hermann Prey.
Andere belangrijke zangers die Deutsch begeleidde waren Irmgard Seefried, Ileana Cotrubas, Grace Bumbry, Barbara Bonney, Angelika Kirchschlager, Annette Dasch, Diana Damrau, Yekaterina Semenschuk, Olaf Bär, Bo Skovhus, Michael Volle, Matthias Goerne, Bernd Weikl, Andreas Schmidt, Jonas Kaufmann en Piotr Beczała. Hij ontving prijzen voor veel van zijn opnames en 2 albums met Kaufmann (foto) bereikten de hitlijsten in Duitstalige landen en in Frankrijk.
Tracklist:
Rachmaninoff 12 Romances, Op. 21:
- No. 4, They Answered
- No. 5, Lilacs
- No. 7, How Fair This Spot
Rachmaninoff 6 Romances, Op. 4:
- No. 1, Oh No, I Beg You, Forsake Me Not!
- No. 2, Morning
- No. 3, In the Silence of the Secret Night
- No. 4, Do Not Sing, My Beauty
- No. 5, Oh You, my Field
- No. 6, How Long, my Friend
Rachmaninoff 12 Romances, Op. 14:
- No. 1, I Wait for Thee
- No. 7, Believe Me Not, Friend!
- No. 11, Spring Waters
- Tchaikovsky 7 Romances, Op. 47 : No. 6, Does the Day Reign?
- Tchaikovsky 12 Romances, Op. 60 : No. 12, The Gentle Stars Shone For US
Tchaikovsky 6 Romances, Op. 63:
- No. 5, The Fires in the Rooms Were Already Out
- No. 6, O Child! Beneath Your Window
Tchaikovsky 6 Romances, Op. 6:
- No. 5, Why?
- No. 6, None but the Lonely Heart
- Tchaikovsky 6 Romances, Op. 16 – No. 5, So What?
- Tchaikovsky 6 Romances & Songs, Op. 27 – No. 1, At Bedtime
- Tchaikovsky 6 Romances, Op. 28 : No. 3, What For?
Tchaikovsky 6 Romances, Op. 38:
- No. 2, It Was in the Early Spring
- No. 3, Amid the Roaring Ball
Tchaikovsky 6 Romances, Op. 73:
- No. 1, We Sat Together
- No. 2, Night
- No. 3, In This Moonlit Night
- No. 4, The Sun Has Set
- No. 5, Amid Sombre Days
- No. 6, Again, As Before, Alone
- Tchaikovsky – To Forget So Soon, TH 94
- Rachmaninoff 6 Romances, Op. 8: No. 5, A Dream
Rachmaninoff & Tchaikovsky Romances Piotr Beczala Helmut Deutsch cd Pentatone PTC5186866