“Le Radeau de la Méduse”, het imposant schilderij van de jonge Théodore Géricault (1791-1824), heeft sinds de creatie ervan in 1818, talloze kunstenaars geïnspireerd, onder wie de Duitse componist Hans Werner Henze (1926-2012) en zijn librettist Ernst Schnabel. Beiden werden door het schilderij geïnspireerd om een politiek oratorium te schrijven over de tragische, historische gebeurtenis.
Het magistraal schilderij van Géricault (foto) was gebaseerd op de beruchte schipbreuk van het Franse fregat Méduse in juli 1816 op de Atlantische Oceaan even buiten de westkust van Afrika. Aan boord was een groot vlot gebouwd, La Machine genoemd, waarop bij het zinken van het schip 149 opvarenden het lijf moesten redden. Vervolgens werden ze door kapitein en officieren zonder voedsel of water aan hun lot overgelaten. Deze laatsten namen plaats in een echte reddingssloep. Van 5 tot 17 juli dobberde het vlot rond. Toen het werd teruggevonden door het zusterschip Argus, waren nog vijftien mensen in leven.
De anderen waren overboord gesprongen, geduwd, verhongerd of opgegeten. De ramp, die leidde tot de dood van 140 opvarenden (bemanning en passagiers), kreeg veel belangstelling in heel Europa door het verhaal van de overlevenden, dat de Franse regering in diskrediet bracht door zowel de bekwaamheid van de kapitein aan boord als de organisatie van de reddingsoperatie in twijfel te trekken.
Hans Werner Henze (foto), een gewezen leerling van Wolfgang Fortner en René Leibowitz, boezemvriend van Ingeborg Bachmann (samen op de foto’s), was een links geëngageerde, maatschappelijk bewogen kunstenaar, wat in zijn composities tot uitdrukking kwam. In 1968, componeerde hij het oratorium “Das Floss der Medusa”, als een politiek requiem voor de in 1967 vermoorde Che Guevara.
De première op 9 december 1968 in Hamburg onder Henze’s leiding werd echter verstoord door studenten die protesteerden tegen onder meer materialisme en consumptiecultuur. Henze stond niet onwelwillend tegenover de actie, maar verdere uitvoering bleek onmogelijk en de politie greep in. Pas in 1971 werd het werk voor het eerst integraal uitgevoerd.
Henze’s 2-delig oratorium, “Het vlot van de Medusa” voor sopraan, bariton, verteller (Sprechstimme) gemengd koor, knapenkoor en orkest, is vooral bekend vanwege de context van die afgebroken creatie. De première zou nl. plaats vinden op het podium van de Ernst-Merck-Halle in Hamburg. Maar studentenprotesten en spanningen met de politie leidden tot de annulering van dit concert, dat live zou worden uitgezonden. In plaats daarvan zond NDR-radio de opname van de generale repetitie uit. Bekend om zijn harde klanken en de versmelting van een tedere weergave van lijden met vernietigende ironie en aangrijpende dramaturgie, brachten de politieke schermutselingen en baldadigheid die uitbraken bij de afgebroken première, het werk in de canon van de legendarische muziekschandalen.
Het libretto is van de schrijver en radioman Ernst Schnabel (1913-1986) (foto). Hij kwam bij Henze met het idee om de partituur te theatraliseren: het podium in twee zijden verdelen, de ene voor de levenden, de andere voor de doden. Charon, de verteller, is de woordvoerder en fungeert als intermediair tussen deze twee werelden, die zich ook onderscheiden door de keuze van de instrumenten. De levenden worden begeleid door blaasinstrumenten, terwijl de doden, Italiaanse, klassieke muziek laten klinken. Wanneer ze hun nieuw koninkrijk binnenkomen, worden ze alleen begeleid door strijkinstrumenten. De instrumentale aanvulling is indrukwekkend, evenals de aanwezigheid van twee koren en de vocale solisten.
Deze opname uit 2017, in Wenen, met ORF radiosymfonieorkest op het podium van de grote zaal van het Konzerthaus, is top. Het wordt gedragen door de levendige en stimulerende leiding van Cornelius Meister, die bruggen weet te slaan tussen de verschillende stukken om een epische dimensie aan deze tragedie te geven. De discografie was tot nu toe gebaseerd op de historische versie onder leiding van Henze zelf met Edda Moser en Dietrich Fischer-Dieskau (DGG) (foto), en door een concertopname o.l.v. Peter Eötvös (SWR), maar deze nieuwe lezing valt op als een groot artistiek en technisch succes.
De solisten zijn:
La Mort: Sarah Wegener, sopraan
Jean-Charles: Dietrich Henschel, bariton
Charon: Sven-Eric Bechtolf, sprecher
Cornelius Meister studeerde piano en directie aan de Hochschule für Musik und Theater Hannover. Naast zijn vader waren onder meer Martin Brauss en Eiji Oue zijn leraren in Hannover. Meister studeerde ook muziek aan het Mozarteum in Salzburg, bij docenten als Dennis Russell Davies en Karl Kamper. Hij was prijswinnaar op de Zuidwest-Duitse Kamermuziekwedstrijd van 1996, winnaar van de Radeberger Award en de Publieksprijs op het Schleswig-Holstein Musik Festival van 1998, en ontving in 2000 een prijs van de Deutscher Musikwettbewerb.
Van 2001 tot 2002 was Meister assistent-dirigent bij het Theater Erfurt en hij was ook kapelmeester bij de Staatsoper Hannover. In september 2005 werd hij Generalmusikdirektor van Heidelberg, destijds de jongste algemeen muziekdirecteur van Duitsland. In oktober 2008 verlengde hij zijn contract in Heidelberg tot en met 2012, waarna zijn ambtstermijn in Heidelberg eindigde. In september 2010 werd Meister chef-dirigent en artistiek directeur van het Weens Radio Symfonie Orkest (Vienna RSO). In februari 2015 kondigde het orkest de verlenging aan van zijn Weense RSO-contract tot en met 2018. Met het Weense RSO heeft hij commercieel muziek opgenomen van Gottfried von Einem en Béla Bartók. Meister sloot zijn ambtstermijn bij de Weense RSO in 2018 af.
In juni 2016 werd Meister met ingang van het seizoen 2018-2019 benoemd tot Generalmusikdirektor (GMD) van de Staatsopera van Stuttgart en het Staatsorkest van Stuttgart. In oktober 2022 kondigden de Staatsoper Stuttgart en de Staatsorchesters Stuttgart de verlenging aan van Meisters contract als GMD tot en met 2026. Buiten Europa maakte Meister in september 2009 zijn Amerikaanse dirigeerdebuut bij de San Francisco Opera. Hij blijft kamermuziek uitvoeren in een klarinet-pianoduo met Clemens Trautmann. De prijzen die hij de afgelopen jaren heeft ontvangen, zijn de Opus Klassik in de categorie ‘Geleider van het jaar’, de International Classical Music Award in de categorie ‘Symphonic Recordings ‘voor de volledige opname van de symfonieën van Bohuslav Martinů, de Diapason d’Or en de Duitse Record Critics’ Award voor de dvd “Jules Massenet: Werther” (Opernhaus Zürich).
Tracklist:
Erster Teil, Die Eischiffung zum Untergang :
Prolog des Charon
Motto
Order und Musterrolle
Journal der Überfahrt
Eine Antwort
Versuche zur Rettung
Die Ausschiffung
Ballade vom Verrat
Gesang mit neuen Stimmen
Anweisungen für den zweiten Tag
Zweiter Teil, Die neunte Nacht und der Morgen :
Feststellung der Lage
Motto
Appell unter dem Monde
Die Rechnung zum Tode
Die Ballade vom Mann auf dem Floß
Fuge der Überlebenden – Ankündigung der Rettung
Finale
Hans Werner Henze, Das Floß der Medusa The Raft of the Medusa Sarah Wegener, Dietrich Henschel, Sven-Eric Bechtolf, Arnold Schoenberg Chor, Wiener Sängerknaben, ORF Vienna Radio Symphony Orchestra, Cornelius Meister cd Capriccio C5482