Hector Berlioz, de grootste, romantische componist van Frankrijk, illustreerde de geest van zijn tijd maar was door zijn genialiteit ook zijn tijd vooruit. Als gevolg van zijn kleurrijk leven is zijn muziek verbluffend door zijn originaliteit en ambitie, en door een orkestratie met baanbrekende schittering. “J’ai la passion de la passion. “L’amour et la musique sont les deux ailes de l’âme” (Berlioz).
De herontdekking van Berlioz (foto) begon in 1951, toen Colin Davis als professioneel klarinettist meespeelde in een uitvoering van “La Fuite en Égypte”, deuxième partie van de Trilogie sacrée pour solistes, chœur, orchestre et orgue, “L’Enfance du Christ”, o.l.v. Roger Desormière. Eén van zijn vroege concerten met muziek van Berlioz, speelde hij in de Royal Festival Hall op 16 april 1959, toen hij het London Philharmonic Orchestra (LSO) dirigeerde in een fragment van “Roméo et Juliette”. In de vroege jaren 1960 dirigeerde hij “La Damnation de Faust”, “Roméo et Juliette” en concertuitvoeringen van “Les Troyens” en “Benvenuto Cellini” met de Chelsea Opera Group, een ensemble gevormd in 1950.
Berlioz’ “Roméo et Juliette”, een symphonie dramatique, een grootschalige, 3-delige koorsymfonie, werd voor het eerst uitgevoerd in november 1839. Het libretto was geschreven door Émile Deschamps en het voltooide werk kreeg de catalogusnummers Op. 17 en H. 79. Het was gebaseerd op Shakespeare’s toneelstuk Romeo en Julia en wordt terecht beschouwd als een van de mooiste werken van Berlioz. Qua vorm behoort het tot trouwens tot zijn meest originele. De partituur was daarenboven zijn meest uitgebreide en gedetailleerd programmatisch werk.
Structureel en muzikaal gezien was Roméo et Juliette het meest dank verschuldigd aan de 9e symfonie van Beethoven. Niet alleen vanwege het gebruik van solisten en koor, maar ook wat betreft factoren zoals het gewicht van de vocale bijdrage in de finale, en ook wat betreft aspecten van de finale-orkestratie zoals het thema van het trombonerecitatief bij de Inleiding. De rollen van Roméo en Juliette worden vertegenwoordigd door het orkest en de verhalende aspecten door de stemmen.
De première van een latere herziening (inclusief bezuinigingen en wijzigingen in de proloog, koningin Mab Scherzo en de finale) vond plaats op 2 januari 1846 in Wenen, de eerste uitvoering sinds 1839, en de eerste in het buitenland. Na een volledig optreden in Wenen op 26 januari 1846 te hebben gehoord, maakte Berlioz van de gelegenheid gebruik om grote herzieningen aan te brengen vóór een uitvoering, gepland voor april in Praag. Hij accepteerde het advies van verschillende vertrouwelingen en adviseurs, herschreef de coda van koningin Mab Scherzo, verkortte het verhaal van broeder Laurence aan het einde, en schrapte een lange tweede proloog aan het begin van het tweede deel, en de introductie van muzikale voorafschaduwing in de eerste proloog. De volledige partituur werd pas in 1847 gepubliceerd.
Skrjabins Symfonie nr. 2, op. 29, in do klein uit 1901, die voor het eerst in januari 1902, uitgevoerd werd in Sint-Petersburg o.l.v. Anatoli Ljadov (1855-1914), (later, de leraar harmonie en contrapunt van o.a. Prokofjev!), was structureel nog de meest conventionele van zijn 5 symfonieën. Ze bevatte weliswaar reeds een uitgebreide thematische transformatie, die een cyclisch verband legde tussen de 5 bewegingen. Het somber uitgangsthema van de eerste beweging werd bv. uitgewerkt tot een triomfantelijke hymne, die als hoofdthema van de finale fungeerde.
Toen de Russische pianist, Vassily Safonov (1852-1918) (foto), van 1903 tot 1919, de dirigent van de New York Philharmonic, voor het eerst Skrjabins 2de symfonie dirigeerde, zwaaide hij met de partituur naar het orkest en zei, ”Hier is de nieuwe Bijbel, mijne heren”. Safonov was in Moskou de pianoleraar geweest van Skrjabin. Alexander Skrjabin wilde met zijn muziek de mensheid bevrijden en verlossen. In zijn extatisch klankgedicht, “Le poème de l’extase”, dreef hij de mogelijkheden van het romantisch symfonieorkest tot het uiterste, alsof het de oneindigheid in ging. Adembenemend!
Gennady Rozhdestvensky (1931-2018) was een van de grootste dirigenten van Rusland, samen met Yevgeny Mravinsky, Kirill Kondrashin en Yevgeny Svetlanov. Net als hen was hij een opperste vertolker van de belangrijkste componisten van zijn land – met name Prokofjev, Sjostakovitsj en Tsjaikovski – maar hij was ook veelzijdiger en altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen die ver buiten het Russische en Sovjet-repertoire lagen, van Benjamin Britten tot Carl Nielsen.
Tracklist :
Berlioz: Roméo et Juliette, Op. 17
Combats – Tumulte – Intervention du Prince
Roméo seul – Tristesse – Bruit lointain de bal et de concert – Grande Fête chez Capulet
Scène d’amour : Nuit sereine. Le Jardin des Capulet
Scherzo. La Reine Mab
Roméo au tombeau des Capulets – Invocation – Réveil de Juliette (Joie délirante, désespoir angoisses et mort des deux amants)
Scriabin: ‘Le Poème de l’extase’, Op. 54
Berlioz Roméo et Juliette Scriabin Le Poème de l’Extase BBC Symphony Orchestra London Symphony Orchestra Gennady Rozhdestvensky cd ica classics ICAC5172