Beginnend met zijn eerste gepubliceerde mazurka’s die hij componeerde toen hij vijftien jaar oud was en eindigend met zijn allerlaatste werk, een mazurka in fa klein, gecomponeerd niet lang voor zijn overlijden in Parijs in 1849, vereeuwigde Chopin tussen 1825 en 1849, de oorspronkelijk Poolse volksdansen, de mazur uit Mazurië, de oberek uit Mazowië, de kujawiak uit de regio Koejavië, en transformeerde ze in universeel geaccepteerde en herkenbare, grote muzikale kunst.
Gedurende zijn leven componeerde Frédéric Chopin niet minder dan 69 mazurka’s, waarvan er 45, gebundeld in 13 opusnummers, werden gepubliceerd tijdens zijn leven; 13 mazurka’s werden weliswaar postuum gepubliceerd. Op deze cd staan de mazurka’s op. 6 uit 1830-1832 t.e.m. op.41 uit 1839-1840. Omdat Chopins mazurka’s aansloten bij de reeds gevestigde traditionele Poolse mazurka, bleven enkele kenmerken van het genre aanwezig in zijn interpretatie. Zo bevatten zowel de traditionele mazurka als de versie van Chopin, veel herhalingen. Dit kon een herhaling zijn van een enkele maat of een kleine groep maten, een herhaling van een thema of zelfs een herhaling van een hele sectie.
Deze herhaling was zinvol in de traditionele dans voor de herhaling van een bepaald deel van de eigenlijke dans, ook al componeerde Chopin zijn mazurka’s niet opdat er op gedanst kon worden, maar het is duidelijk dat Chopin de oorspronkelijke vorm in gedachten hield. Bovendien kwamen veel van de ritmische patronen van de traditionele mazurka ook voor in Chopins composities, zodat ze nog steeds het idee van een dans overbrachten, maar als een meer ‘op zichzelf staand, gestileerd dansstuk’. In overeenstemming met dit idee probeerde Chopin zijn mazurka’s technisch rijker te maken door chromatiek en harmonie, samen met het gebruik van klassieke technieken, zoals contrapunt en fuga ‘s. In feite gebruikte Chopin meer klassieke technieken in zijn mazurka’s dan in al zijn andere werken. Een van deze technieken was bv. een vierstemmige harmonie op de manier van een koraal.
De mazurka “Notre Temps”, bv., uit 1840, werd in 1841 gepubliceerd in het tijdschrift “Notre Temps” als één van de “Six morceaux de salon”, samen met pianowerken van Thalberg, Rosenheim, Czerny e.a. De mazurka eveneens uit 1840, “À Émile Gaillard” (foto), een jonge vriend van Chopin die bankier en kunstverzamelaar zou worden (foto Hôtel Gaillard in Parijs), werd door Schlesinger et Chabal, in 1841 gepubliceerd in hun “Album de pianistes polonais”. De andere pianocomposities in dit album waren van de hand van Poolse pianisten/componisten, tijdgenoten van Chopin, de “Fantaisie brillante sur la romance du Saule”, op.34 van Julian Klemczyński, “L’Isolement”, op.47, “Méditation” van Anton de Kontski, 2 Polonaisen van Napoleon Orda, “Rêverie au bord de la mer”. Andante espressivo van Albert Sowinski, en een nocturne van Édouard Wolff.
De sopraan en componiste Pauline Viardot was een goede vriendin van Chopin en zijn geliefde George Sand, en zij maakte een aantal arrangementen van zijn mazurka’s als liederen, met zijn volledige instemming. Chopin gaf Viardot trouwens deskundig advies over deze arrangementen, evenals over haar pianospel en haar andere vocale composities. Verschillende arrangementen werden gemaakt voor piano en cello door Auguste Franchomme, een vriend van Chopin, die met hem samenwerkte aan het Grand Duo concertant, aan wie Chopin zijn Cellosonate.opdroeg. De violist Fritz Kreisler bewerkte dan weer de Mazurka nr. 45 in la klein, opus 67, voor viool en piano.
Peter Jablonski (1971) studeerde percussie en piano aan het conservatorium van Malmö. Hij speelde op negenjarige leeftijd als drummer in een jazzclub in New York en debuteerde op 12-jarige leeftijd, als pianist in Zweden met Mozarts Concerto k 453. In 1989 verhuisde hij naar het Verenigd Koninkrijk. Daar studeerde hij compositie, directie en piano aan het Royal College of Music in Londen. Hij debuteerde in het Kennedy Center in Washington in 1992 en in de Royal Festival Hall in Londen in 1993. De Zweedse pianist werd ontdekt door Vladimir Ashkenazy en tekende begin december ‘90 zijn contract bij Decca, waarvoor hij een paar zeer aanbevolen opnames uitbracht als solist en in samenwerking met Ashkenazy als dirigent. In 2008 debuteerde hij als dirigent van het Cracow Philharmonic Orchestra met Sibelius’ Symfonie nr 1.
Chopin Complete Mazurkas Vol. I Peter Jablonski cd Ondine ODE 1412-2
Chopin Complete Mazurkas Vol. 2 Peter Jablonski cd Ondine ODE 1431-2