Voor deze cd koos Leonardo Garcia Alarcon voor de “Missa Noe Noe” van Jacques Arcadelt, die hier wordt gepresenteerd in de context van de kerstliturgie. Hij koos ook motetten, niet alleen van Arcadelt, maar ook van Jean Mouton en Josquin Desprez, aangezien Josquin hét grote voorbeeld was voor de componisten van zijn en de volgende generatie. Het programma eindigt trouwens met Josquins imposant zesstemmig “Benedicta es coelorum regina”, weliswaar in een uitgebreide versie voor twaalf stemmen, van de hand van Jean Guyot de Chatelet (1512-1588), kapelaan van de collegiale Sint-Pauluskerk en kapelmeester van de Sint-Lambertuskathedraal in Luik. Een componist om te ontdekken!
Jacques Arcadelt (foto) was een 16de eeuwse renaissance-polyfonist uit de Franco-Vlaamse School die voornamelijk madrigalen en chansons componeerde. Zijn stijl was verfijnd, zuiver, melodieus en eenvoudig. Zijn chansons, missen, motetten en madrigalen verschenen menigvuldig in druk in de loop van de 16e eeuw in Romeinse, Venetiaanse en Parijse verzamelwerken. Als erfgenaam van Josquin Desprez en als voorganger van da Palestrina, drukte hij zijn stempel op een nieuwe Italiaans-Nederlandse stijl.
Josquin Desprez componeerde tijdens zijn lange carrière meer dan vijftien Missen, talloze motetten en chansons. Josquin Desprez had dankzij zijn vocale werken een benijdenswaardige beroemdheid, vooral in Italië, Vlaanderen en Spanje. De twee hier opgenomen Missen zijn Parodie missen, gebaseerd op een reeds bestaande melodie toevertrouwd aan een van de stemmen. Zijn mis “Fortuna desperata” bv. was gebaseerd op een gelijknamig profaan chanson, toegeschreven aan Antoine Busnoys, tijdgenoot van Josquin Desprez. Josquin componeerde deze Mis in de periode toen hij zanger was aan de Sainte-Chapelle van koning Louis XII van Frankrijk in Parijs, toen hij kapelmeester was van hof in Ferrara, en vanaf 1504, kanunnik van de Notre-Dame in Condé. Vooral het gebruik van contrapunt, gedomineerd door het principe van imitatie, afgewisseld met sequensen in de stemmen, die elkaar twee aan twee imiteren, d.i. paarsgewijze imitatie, en canontechniek (proportiecanon of mensuratiecanon) waren voorbeelden van Josquins originele inventiviteit.
Tussen 1582 en 1590 publiceerde de jonge Monteverdi (1567-1643) o.a. al twee boeken met vijfstemmige madrigalen. Op de titelpagina noemde hij zich een leerling van Marc’Antonio Ingegneri, maestro di capella in de kathedraal van Cremona. Ingegneri zelf studeerde bij Cypriano de Rore in Parma. In 1590 of 1591, kreeg Monteverdi zijn eerste baan aan het hof van Vincenzo I Gonzaga, de hertog van Mantua. Hij werkte daar twaalf jaar onder leiding van Giaches de Wert, een andere gewezen leerling van de Rore, die op zijn beurt waarschijnlijk een leerling was van Adriaan Willaert. Deze laatste volgde een muziekopleiding bij Jean Mouton, een volgeling van Josquin Desprez.
De Argentijnse dirigent, gespecialiseerd in barokmuziek, Leonardo García Alarcón (1976), verhuisde in 1997, na zijn pianostudies in Argentinië, naar Europa om er muziektheorie en klavecimbel te gaan studeren bij Christiane Jaccottet aan het Centrum voor Oude Muziek van Genève. Als lid van het Elyma Ensemble werd hij assistent van Gabriel Garrido voor hij in 2005 zijn eigen ensemble oprichtte, Cappella Mediterranea. Alarcón brengt graag vergeten werken onder de aandacht. Zo blies hij nieuw leven in Giuseppe Zamponi’s opera ‘Ulysse’ met meerdere uitvoeringen in 2006 en Michelangelo Falvetti’s ‘Il Diluvio Universale’, meermaals uitgevoerd in 2010. Tevens in 2010 begon zijn driejarige residentie aan het Centre Culturel de Rencontre d’Ambronay. Ook werd hij artistiek leider en chef dirigent van het Chœur de chambre de Namur. Alarcón is een vaste gast in opera’s, concertzalen en op festivals over de hele wereld, waaronder het Festival d’Aix-en Provence, de Opera van Lyon, Ambronay Festival, Konzerthaus Wien, Teatro Colón in Buenos Aires, Grand Théâtre in Genève, Theatre Zarzuela in Madrid, Amsterdam Concertgebouw, Montecarlo Opera, Théâtre des Champs-Elysées in Parijs, Wigmore Hall in Londen, Fondation Gulbenkian in Lissabon, het Festival de la Chaise-Dieu en het Teatro Maximo in Palermo. Alarcón leidt de klavecimbelklas en de afdeling barokzang aan het conservatorium van Genève.
Tracklist:
Josquin Deprez: Illibata Dei Virgo Nutrix
Jacob Arcadelt: Missa Noé, Noé:
Kyrie
Gloria
Jean Mouton: Noé, Noé (instrumentale versie)
Jacob Arcadelt: Missa Noé, Noé: Credo
Jacob Arcadelt: Hodie beata virgo Maria
Jacob Arcadelt: Missa Noé, Noé:
Sanctus
Agnus dei
Jacob Arcadelt: Regina coeli Laetare
Jacob Arcadelt: Magnificat primi toni
Jacob Arcadelt: Dont vient l’esjouissance
Josquin Deprez/Jean Guyot de Chatelet: Benedicta es coelorum regina
Jacques Arcadelt Missa Noé Noé Chœur de Chambre de Namur Cappella Mediterranea, Leonardo García Alarcón cd Ricercar RIC 456