De Duitse 18de-eeuwse componisten uit de tijd van de Regierungsbezirken en de eerste Duitse koninkrijken, zijn ondertussen genoegzaam bekend. De Duitse componisten uit de 17de eeuw uit de tijd van de Duits-Roomse keizers Ferdinand II en III en Leopold I, echter (nog) niet. Na de Dertigjarige Oorlog (1618–1648), leidde de wens van het keizerlijk hof in Wenen ten tijde van keizer Leopold I (foto), om opnieuw prestige te bereiken door middel van muziek, tot een hele generatie buitengewoon begaafde en virtuoze musici/componisten met zowel humor als diepgang. Schmelzer, Biber, Muffat, Fux en Kerll waren de leidende figuren.
Georg Muffat (1653-1704) was na zijn studie bij Lully in Parijs, het grootste deel van zijn leven betrokken bij de muziek van de katholieke kerk. Hij werkte als kathedraalorganist in de Elzas (Sélestat), verhuisde naar Beieren als student rechten en vestigde zich daarna een tijd in Wenen. Na zijn aanstelling als organist van de aartsbisschop Maximiliaan Gandolf, graaf van Küenburg inn Salzburg, onderbroken door een periode van studie in Rome (de aartsbisschop liet hem in 1681 en 1682 op studiereis naar Italië gaan), bij de beroemde Bernardo Pasquini, werd hij organist van de bisschop Johann Philipp Kardinal Graf von Lamberg (foto) in Passau.
Muffat was ook belangrijk voor de ontwikkeling van de instrumentale muziek. Zo componeerde hij in 1695 Florilegium Primum, zeven suites voor meerdere instrumenten (blokfluiten, strijkers en basso continuo) (opgedragen aan de Vorstbisschop Johann Philipp), gevolgd door Florilegium Secundum, acht suites voor strijkers en basso continuo (1698) en 12 Concerti Grossi, Auserlesener mit Ernst und Lust gemengter Instrumental-Musik Erste Versamblung, voor strijkers en basso continuo (1701).
De machtige katholieke aartsbisschop van Salzburg, bekend om de buitengewone religieuze ceremonies die in zijn kathedraal werden gehouden, ontving een prachtige festivalmis van Muffat. Muffat was een echte Europeaan, hij was een man die Italiaanse, Franse en Duitse stijlen versmolt en daar zijn extravagante verve aan toevoegde, speciaal voor Pinksteren uit 1690. De muziek is geschreven voor vierentwintig verschillende stemmen en moet door de ruimte worden verspreid door vijf koren, samen met indrukwekkende effecten van trompetten en percussie. De Koninklijke Kapel in Versailles maakt het mogelijk om deze ‘immense’ muziek in de ruimte te plaatsen zoals zij verdient. Le Banquet Céleste (Damien Guillon) en La Guilde des Mercenaires (Adrien Mabire) stijgen op tot de uitdaging om dit werk van uitzonderlijke proporties uit te voeren!
In 1690 stond Johann Ernst Graf von Thun und Hohenstein („der Stifter“), de machtige aartsbisschop (Fürsterzbischof) van Salzburg, primaat van Duitsland en prins van een soevereine staat, die in heel Europa gerespecteerd werd, bekend om de buitengewone religieuze ceremonies in zijn kathedraal. Hij had zojuist het 1100-jarig jubileum van de stad met pracht en praal gevierd, en de musici die voor hem componeerden waren beroemd in heel Europa, in de eerste plaats Heinrich Biber maar ook de briljante Georg Muffat (1653-1704). Met zijn Labore Requies wilde Muffat een beroep doen op alle verenigde, muzikale krachten van de kathedraal.
Het katholieke Salzburg moest zijn pracht tonen tegenover de protestantse staten die het omsingelden, het was daarom noodzakelijk om voor Pinksteren van 1690, een uitzonderlijke muzikale ceremonie te ontwerpen. De muziek werd geschreven voor vierentwintig verschillende stemmen en moest ruimtelijk verdeeld worden over vijf koren. De indrukwekkende effecten van trompetten en percussie, die de plechtigheid van de ceremonie markeerden, resoneerden prachtig in de kathedraal en reageerden zowel op de engelenkoren als op de heilige toejuichingen, waardoor een onvergelijkbaar muzikaal monument ontstond. Omdat de kathedraal van Salzburg vier balkons heeft, kunnen we ons voorstellen dat de mis werd opgedragen vanaf de balkons en vanaf het hoofdkoor in het schip. Twee koren van vocale solisten, verdubbeld in de tutti, en vervolgens strijkers, reageren op twee cornetten en drie trombones en vijf trompetten en pauken!
Deze “immense” muziek wordt uiteraard bijna nooit uitgevoerd, omdat het voorbereidingstijd en precisie van de muzikanten en de dirigent vereist, maar vooral een setting om deze “verruimtelijke” muziek uit te vergroten. La Chapelle Royale maakt deze prachtige omgeving mogelijk, en de artiesten die voor dit opname- en concertproject zijn samengebracht, Le Banquet Céleste (Damien Guillon) en La Guilde des Mercenaires (Adrien Mabire), gaan de uitdaging aan om dit uitzonderlijk werk samen uit te voeren.
Vocale solisten:
Violaine Le Chenadec, sopraan
Myriam Arbouz, sopraan
Paul Figuier, alt
Mélodie Ruvio, alt
David Tricou, tenor
Nicholas Scott, tenor
Benoît Arnould, bas
Renaud Bres, bas
De Franse contratenor, Damien Guillon (1981) (foto), kreeg vanaf zijn achtste jaar muziek- en zangonderricht bij het jongenskoor “Maîtrise de Bretagne” in zijn geboorteplaats Rennes. Daar begon hij als jongenssopraan en was hij later bariton. Toen er bij een concert door ziekte een tekort was aan sopranen, probeerde Damien zijn hoge stem weer uit. Hoewel hij de hoogste noten niet meer haalde, kon hij toch zonder problemen als alt meezingen en zo ontdekte hij zijn vermogen om hoog te zingen. Zijn muzikale interesse omvatte ook orgel en hij studeerde ook basso continuo en klavecimbel aan het conservatorium van Boulogne-Billancourt. Van 1998 tot 2001 studeerde Damien Guillon onder leiding van Olivier Schneebeli aan het Centre de Musique Baroque de Versailles. In 2004 verhuisde hij naar Bazel om zijn zangopleiding te vervolmaken bij Andreas Scholl aan de gerenommeerde Schola Cantorum Basiliensis.
Damien Guillon was te zien in diverse operaproducties, onder andere Athalia van Händel onder leiding van Paul McCreesh in Ambronay, Teseo, eveneens van Händel, in de opera van Nice, Il Ritorno d’Ulisse in Patria van Monteverdi onder leiding van Philippe Pierlot in de Muntschouwburg in Brussel, Il Sant’Alessio van Landi met William Christie en Les Arts Florissants, Händel’s Giulio Cesare in Caen en Händel’s Rinaldo op het Edinburgh Festival in 2009. Sinds 2009 is Damien Guillon leider van het barokensemble “Le Banquet Celeste”. Van jongs af aan interesseerde hij zich immers ook voor directie. Damien Guillon heeft zich gevestigd als één van de beste artiesten van barokmuziek. Als solist gewaardeerd om zijn muzikale kwaliteiten en zijn heldere, zuivere stem, wordt hij regelmatig uitgenodigd om op te treden onder leiding van de meest gerenommeerde dirigenten. De Franse contratenor uit Rennes, is vooral bekend van zijn interpretatie van de vocale composities van Johann Sebastian Bach, Georg Friedrich Händel en John Dowland.
Georg Muffat Missa In Labore Requies Le Banquet Céleste La Guilde des Mercenaires, Damien Guillon cd Château de Versailles Spectacles CVS106