Bariton Matthias Goerne, het Orchestre Philharmonique de Radio France en Mikko Franck lanceren een trilogie van Sjostakovitsj’ werken voor bariton en orkest met een opname van de Symfonie nr. 14. Daarna volgen Symfonie nr.13 (Babi Yar) en de Suite op gedichten van Michelangelo Buonarroti. Sopraan Asmik Grigorian sluit zich aan bij Matthias Goerne voor deze monumentale maar zeer subtiele symfonie-toonzetting van gedichten van García Lorca, Apollinaire, Küchelbecker en Rilke, voor sopraan, bas en een klein strijkorkest maar met uitgebreid slagwerk, bestaande uit elf aan elkaar gekoppelde toonzettingen van gedichten over het thema van de onrechtvaardige of vroege dood.
Van alle 15 symfonieën van de geniale Sjostakovitsj, zijn nog steeds slechts de nummers 5, 7 en 10, enigszins bekend bij een breder publiek. Het oeuvre van Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) was de muzikale kroniek van een heel tijdperk. Er was iets in zijn muziek dat gedachten en zielen van miljoenen agiteerde. Zijn vijftien symfonieën gaven niet alleen zijn eigen evolutie weer, ze voelden ook aan alsof ze de hele 20ste eeuw met zijn immense verstoringen, vooruitgang en catastrofes, in- en uitademden. Deze opvallende documenten van de menselijke geest zullen de verhalen over hun tijd, die verhitte theoretische en esthetische discussies veroorzaken, blijven vertellen. Ze zullen blijvend redenen geven voor zeer uiteenlopende interpretaties en inspirerende bewondering, maar ze zullen de luisteraars nooit meer onberoerd laten. Elk van de 15 symfonieën was daarenboven een belangrijke gebeurtenis in het indrukwekkend muzikaal en cultureel leven van het nieuw land, de Sovjet Unie.
De symfonieën van Sjostakovitsj zijn uniek, variërend van experimenteel tot klassiek tonaal, subliem lyrisch tot cassant en bombastisch, ontroerend tot beklemmend, aangrijpend tot angstaanjagend! Op 19-jarige! leeftijd vierde hij reeds triomfen met de première van zijn eerste symfonie. Met deze symfonie studeerde hij cum laude af aan het nieuw conservatorium van Petrograd, dat dan Leningrad heette. De eerste symfonie bezat reeds alle persoonlijke kenmerken die zijn muziek later zouden karakteriseren, een meesterlijke orkestratie, bizarre, onverwachte, vaak cynische contrasten, haast karikaturale ritmiek en grillige, groteske dissonanten.
Na de uitbundige symfonieën 11 en 12 componeerde Sjostakovitsj de introverte maar heel bijzondere symfonieën nrs.13 en 14. De dertiende verschilde radicaal. In plaats van de Sovjet-Unie te verheerlijken, bekritiseerde Sjostakovitsj het, met gezongen poëzie van Yevgeny Yevtushenko (samen op de foto’s). Het onderwerp van deze grimmige liedcyclus ‘Babi Yar’, was de moord op honderdduizenden Oekraïense joden door de nazi’s, een gruwelijke episode in de geschiedenis van de Sovjet Unie. Stalin zou Sjostakovitsj op zijn minst gevangen hebben gezet, maar Chroesjtsjov eiste alleen nieuwe teksten, waarin duidelijk werd dat ook veel niet-joodse Sovjets, veel hadden geleden.
De veertiende is tevens een duistere liedcyclus, dit keer voor bas en sopraan en strijkers, op elf teksten van Lorca, Rilke, Apollinaire en op het gedicht “O, Del’vig, Del’vig!” van Wilhelm Küchelbecker. Küchelbecker was een Russische dichter en Decembrist, die een aanslag pleegde op grootvorst Michaël Pavlovitsj, de broer van tsaar Alexander I. Anton Antonovitsj Delvig was een Russische schrijver en dichter uit de eerste decennia van de 19de eeuw, die de literaire almanak “Noordelijke bloemen” uitgaf, en redacteur was van het literair tijdschrift “Literatoernaja Gazeta”, waaraan Poesjkin meewerkte.
De première van wellicht de meest ongewone en soberste van alle 15 symfonieën, de 14de, opgedragen aan Benjamin Britten (die het jaar daarop de Britse première gaf in Aldeburgh), vond plaats in september 1969 o.l.v. Rudolf Barshaï (foto), met o.a. als soliste, Galina Visjnevskaja, de echtgenote van Rostropovitsj, en het Kamerorkest van Moskou. De symfonie werd gecomponeerd voor een kamerorkest dat uitsluitend uit strijkers en percussie bestaat. De strijkers bestaan uit tien violen, vier altviolen, drie celli en twee contrabassen, en de percussiesectie (twee spelers) omvat houtblokken, castagnetten, zweep, sopraan-, alt- en tenortomtoms, xylofoon, buisklokken, vibrafoon, en celesta. De percussiesectie bevat geen gewone instrumenten zoals pauken, basdrum, cimbalen of triangel.
Tracklist:
Adagio. “De profundis” (Federico García Lorca)
Allegretto. “Malagueña” (Federico García Lorca)
Allegro molto. “Loreley” (Guillaume Apollinaire)
Adagio. “Le Suicidé” (Guillaume Apollinaire)
Allegretto. “Les Attentives I” (On watch) (Guillaume Apollinaire)
Adagio. “Les Attentives II” (Madam, look!) (Guillaume Apollinaire)
Adagio. “À la Santé” (Guillaume Apollinaire)
Allegro. “Réponse des Cosaques Zaporogues au Sultan de Constantinople” (Guillaume Apollinaire)
Andante. “O, Del’vig, Del’vig!” (Wilhelm Küchelbecker)
Largo. “Der Tod des Dichters” (Rainer Maria Rilke)
Moderato. “Schlußstück” (Rainer Maria Rilke)
De Litouwse sopraan Asmik Grigorian (1981) studeerde aan de Litouwse Muziek- en Theateracademie en was een van de oprichters van de Vilnius Stadsopera. In 2019 maakte ze haar debuut in La Scala, Milaan, als Marie/Marietta (Die tote Stadt). Geselecteerde andere optredens zijn onder meer Salome en Marie (Wozzeck) op de Salzburg Festival, Manon Lescaut en Iolanta bij Oper Frankfurt, Liza (The Queen of Spades) voor Vilnius City Opera, Fedora en Cio-Cio-San (Madama Butterfly) voor Royal Swedish Opera, Tamara (Rubinstein’s The Demon) voor het Liceu, Barcelona, Paulina (The Gambler) voor Theater Basel, Giorgetta (Il tabarro) en Suor Angelica voor Rome Opera, Marie (Wozzeck) voor Norwegian National Opera en in concert in het Amsterdamse Concertgebouw, Chrysothemis (Elektra) in concert in het Amsterdamse Concertgebouw, Desdemona (Otello) in het Mariinsky Theater, en Tatyana (Eugene Onegin) voor het Bolshoi Theater, Moskou, Komische Oper Berlin en in Wiesbaden.
Grigorian ontving twee keer het Golden Stage Cross, de hoogste onderscheiding voor zangers in Litouwen (in 2005 en 2010). In 2016 won ze de Young Female Singer Prize bij de International Opera Awards, gevolgd door Female Singer of the Year in 2019. Ze zong in concerten met orkesten als het Orchestre de la Suisse Romande en de Wiener Philharmoniker, en in 2019 Sjostakovitsj’ Symfonie nr. .14 met het Ensemble Resonanz in de Elbphilharmonie in Hamburg en tijdens het openingsconcert van de BBC Proms in Janaceks Glagolitische Mis.
Matthias Goerne (1967) is een Duitse bariton, vooral bekend vanwege zijn vertolking van Duitse liederen. Goerne (ook: Görne) studeerde bij de zanger en pedagoog Hans-Joachim Beyer (1940), Elisabeth Schwarzkopf (1915-2006) en bij Dietrich Fischer-Dieskau (1925-2012). Goerne geldt vooral als uitmuntend vertolker van het Duitse lied, met name die van Franz Schubert en Johannes Brahms. Daarnaast speelt hij regelmatig rollen in opera’s, bijvoorbeeld in die van Richard Wagner. In 2003 zong hij in de wereldpremière van de opera L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe van Hans Werner Henze.
Mikko Franck werd in 1979 geboren in Helsinki en begon viool te spelen op 5-jarige leeftijd. Vanaf 1992 vervolgde hij zijn vioolstudie aan de Sibelius Academie in Helsinki. In 1995 nam Franck de kans van de Junior Afdeling aan de Sibelius Academy die zijn verjaardag vierde, om een orkest te dirigeren dat werd aangeboden aan elke student die dat wenste. Nadat dit was gebeurd, nam Jorma Panula hem onmiddellijk aan als privéstudent. Franck ging in de herfst van 1996 naar de dirigentenklas van Panula aan de Sibelius Academie en beëindigde zijn studie daar in 1998 zonder diploma omdat zijn internationale carrière al was begonnen. Voor zijn 23e maakte Franck zijn debuut als dirigent bij alle toonaangevende Scandinavische orkesten, het Philharmonia Orchestra of London, het London Symphony Orchestra, de Munich Philharmonic, de Berlin Staatsoper (Berlin State Opera) en de Israel Philharmonic. Hij ontving een Grammy-nominatie voor “Best Orchestral Performance” voor zijn eerste opname van muziek van Jean Sibelius, en is een bijzonder voorvechter van de werken van Einojuhani Rautavaara. Franck werd artistiek directeur van het Nationaal Orkest van België in september 2002 en bekleedde de functie tot 2007.
In 2004 werd hij benoemd tot algemeen muziekdirecteur van de Finse Nationale Opera en nam hij officieel de functie op in augustus 2006. In februari 2007 kondigde hij plotseling zijn ontslag aan uit deze functie en beweerde een verlies van vertrouwen te hebben in de toenmalige algemeen directeur van het bedrijf Erkki Korhonen en administratief directeur Pekka Kauranen. In november 2007 nomineerde het bedrijf Franck echter voor de dubbele functie van artistiek directeur en algemeen muziekdirecteur en in december 2007 benoemde het bedrijf hem officieel tot beide functies. Franck beëindigde zijn ambtstermijn in beide functies met ingang van 31 juli 2013. Zijn ambtstermijn als muzikaal leider van het Orchestre philharmonique de Radio France startte in september 2015. In september 2020 kondigde het orkest de meest recente verlenging van zijn contract aan, tot 2025.
Shostakovich Symphony No. 14 Asmik Grigorian Matthias Goerne Orchestre Philharmonique de Radio France Mikko Franck cd Alpha 918