Biologisch gezien zijn wij mensen, mensapen. Nu ging de evolutiebioloog, Dominique Adriaens op zoek naar de vergeten geschiedenis van de eerste mensen, vanaf het moment dat we afsplitsten van de bonobo’s en chimpansees tot de moderne mens. Daarover schreef hij een meer dan fascinerend boek, een boek over de evolutie van primaten en paleoantropologie, het verhaal over onze evolutie en die van ons lichaam. Overweldigend!
Gedurende het grootste deel van de menselijke geschiedenis geloofden mensen dat alles ter wereld in één keer werd gecreëerd. Maar wetenschappers begonnen dat idee uit te dagen en in 1859 schreef Charles Darwin, een naturalist en bioloog, zijn boek “On the Origin of Species”, dat een revolutie teweegbracht in de manier waarop we de evolutie sindsdien hebben begrepen.
In zijn boek, “Evolutie” (foto), zijn magnifieke, toegankelijke inleiding tot Darwins evolutietheorie, vertelde Dominique Adriaens reeds het verhaal van de evolutietheorie, van de eerste vage ideeën van vroege natuurfilosofen tot Darwins cruciaal inzicht en de wetenschappers die zijn inzichten verder geperfectioneerd hebben. Dit boek legde de basisprincipes van evolutie toegankelijk uit, voor iedereen die geïnteresseerd is in Darwins even geniale als gewaagd idee. Hij illustreerde de theorie met fascinerende voorbeelden uit de dieren- en plantenwereld. Maar, hoe zijn we geworden wie we zijn? Welke belangrijke stappen gaven onze hersenen de ruimte om zich verder te ontwikkelen? En waarom floreerden onze voorouders, terwijl andere mensensoorten uitstierven?
“Ons verhaal”, zo schrijft de auteur in zijn nieuw boek, “gaat over het lichaam van Homo sapiens, geschreven vanuit het perspectief van een evolutionair morfoloog, zoals ik, die de morfologie (synoniem voor ‘anatomie’) bestudeert van gewervelde dieren – mensen zijn nu eenmaal gewervelde dieren – vanuit een evolutionaire en functionele context. Ik stel mij constant de vraag: waarom ziet een dier er zo uit? En waarom ziet het er anders uit dan zijn voorouders of naaste verwanten? Doet het daar iets speciaals mee?”
“Ik probeer te begrijpen”, zo vervolgt hij, “hoe natuurlijke selectie de anatomie van een organisme, of een groep organismen, door de tijd heen heeft aangepast, waardoor het kon functioneren binnen een ecologische context. Daaruit kan worden afgeleid waarom bepaalde bouwplannen voorkwamen of voorkomen, en andere niet”.
“Dit boek volgt een evolutionaire logica achter onze voorouderlijke anatomie, om onze evolutionaire voorgeschiedenis te ontsluieren”, zo lezen we nog. “Door de evolutionaire verschillen tussen soorten te illustreren, kunnen we beter begrijpen waarom ons lichaam is opgebouwd zoals het is opgebouwd. Hoewel het toeval een grote rol speelt in de evolutie, is het niet toevallig dat wij grote hersenen en een naakte huid hebben (dus zonder pels), rechtop lopen en niet meer kunnen grijpen met onze grote teen, in de ideale situatie geen platvoeten hebben maar chimpansees wel, een wijsheidstand hebben die niet uitbreekt, of ons als baby niet verslikken bij het drinken van melk maar dat wel doen als we ouder zijn”.
“Ons evolutionaire verhaal is lang en complex”, schrijft Adriaens. “Vier thema’s springen erin uit. Ze hebben de grote krijtlijnen uitgestippeld die bepalen hoe ons lichaam er vandaag uitziet: ons dieet, onze voortbeweging op twee benen (wat wetenschappers ‘bipedaal zijn’ noemen), onze huid en onze hersenen. Veelal wordt de moderne mens, Homo sapiens, beschouwd als uniek, speciaal, veel meer geëvolueerd dan andere dieren, inclusief onze nauwe verwanten zoals chimpansees. Zijn we uniek omdat we op twee benen lopen? Neen, vogels doen dat ook. Zijn we uniek omdat we de grootste hersenen hebben ten opzichte van onze lichaamsgrootte? Nee, er zijn Afrikaanse olifantsvissen waar dit groter is. Zijn we uniek vanwege onze naakte huid? Nee, er zijn naakte molratten, die even poedelnaakt zijn zoals wij.”
Dominique Adriaens zocht de verhalen achter de fossielen en toont aan dat het menselijk lichaam zich laat lezen als een evolutionair boek, dat even complex is als spannend. Hij heeft het o.a. over ons ontstaan via fossielen, de Sapiens als dier, vis, viervoeter, als reptiel en als zoogdier, en vertelt over fruit etende mensapen met een mensapenbrein in het paradijselijk, tropisch evenaarswoud, die klauteren met handen en voeten, om uiteindelijk te belanden bij de wieg van de mens, de eerste mensachtigen, die evolueert van jager naar boer naar… gezondheidsproblemen. Bij dit alles dringt zich de vraag op, zijn wij dan zo uniek? Zeker lezen!
Dominique Adriaens is professor aan de vakgroep Biologie van de Universiteit Gent. Hij is onder meer gespecialiseerd in de morfologie van de gewervelden.
Dominique Adriaens In het spoor van de mens Een evolutionaire zoektocht naar onze voorouders 343 bladz. Uitgeverij Academia Press ISBN 9789401496759