Deze cd is opnieuw een fascinerende, muzikale reis naar een tijd, gekenmerkt door sociale onrust, politiek ontwaken en culturele verandering. De jaren ’20 waren een decennium waarin de wereld op veel manieren veranderde, en de muziek weerspiegelde deze veranderingen. Met deze opname kan u zich met twee opmerkelijke composities, Tempo der Zeit, op. 16 van Hanns Eisler (1898-1962) en Dance Suite, op. 26 van Eduard Künneke (1885-1953), onderdompelen in “Der wilde Sound der 20er”. Niet uitstellen!
29 oktober 1923 was een datum vol geschiedenis. Midden in een jaar van politieke en economische crises werd het tijdperk van de publieke radio in Duitsland vanaf de zolder van een kantoorgebouw aan de Potsdamer Platz, ingeluid met de eerste uitzending van de “Berliner Funkstunde” (het Berlijns radio-uur). Radio bood geheel nieuwe mogelijkheden voor de productie en ontvangst van muziek. De twee composities op deze cd profiteerden niet alleen van deze ontwikkeling, maar speelden ook een bijzonder actieve rol bij het vormgeven ervan.
Eduard Künneke (1885-1953) studeerde van 1903 tot 1905, musicologie en literatuurgeschiedenis in Berlijn. Van 1905 tot 1906, volgde hij een Meisterklasse bij Max Bruch. Van 1907 tot 1909 was hij koorrepetitor en koorleider aan het Neues Operettentheater am Schiffbauerdamm en van 1908 tot 1910, werkte hij als dirigent voor het platenlabel Odeon. Van 1910 tot 1911, was hij kapelmeester bij het Deutsches Theater Berlin. Nadat zijn eerste opera, “Robins Ende” (1909) na de première-uitvoering in het Nationaal Theater in Mannheim, op wel 38 Duitse bühnen werd gespeeld, stopte hij met zijn functie van koorleider. Tijdens zijn periode als kapelmeester bij Max Reinhardt, componeerde Künneke voor de uitvoering van “Faust II” de toneelmuziek. Künneke’s muziek herkent zich door harmonie en ritme. Zijn bekendste werk was en bleef de operette “Der Vetter aus Dingsda” (1921) en veel van zijn liederen zijn vandaag nog schlagers. In 1944 werd hij opgenomen in de „Gottbegnadeten-Liste des Reichsministeriums für Volksaufklärung und Propaganda“ van Joseph Goebbels.
Zijn “Tänzerische Suite, Concerto grosso op. 26” was een uitstekend voorbeeld van de samensmelting van een traditionele suite en moderne jazz. Dit Concerto grosso (“Concerto grosso für Jazzband und großes Orchester”) in vijf bewegingen, speciaal gecomponeerd voor solo viool en jazzband, vatte op meesterlijke wijze de dansstijlen van die tijd samen, waaronder foxtrot, blues, tango en Valse Boston (Valse mélancolique). De opname presenteert deze compositie in al zijn glorie. Het maakt indruk met zijn opwindend ritme en rijk geluidsspectrum, dat bijzonder veelzijdig is dankzij de solo-intermezzo’s van instrumenten als viool en saxofoon. Künneke slaagde er bv. in de gratie van de oude baroksuite te combineren met aanstekelijke, moderne elementen. Het resultaat was een meeslepende jazzsymfonie van het hoogste niveau. Niet te missen!
Na 1933, werd het werk van Hanns Eisler (1898-1962) (foto) en Bertolt Brecht door het nazibewind in de ban gedaan. Eisler zocht daarop zijn toevlucht in de Verenigde Staten. In Los Angeles, waar hij zich kort voor het begin van de Tweede Wereldoorlog vestigde, componeerde Eisler de muziek voor verschillende Hollywood-films. In Californië kreeg Eisler steeds meer opdrachten. Tijdens zijn tienjarige ballingschap in de VS werd hij als componist van filmmuziek zelfs tweemaal genomineerd voor een Oscar. Behalve de opdrachten om den brode, componeerde hij in deze periode ook het “Hollywood Songbook”, dat 28 Brecht-teksten bevatte, evenals de “Hölderlin-fragmenten”, met een breed scala aan muzikale en literaire stijlen. Eisler keerde in 1948, vervolgd omwille van zijn communistisch sympathieën, terug naar Duitsland, en vestigde zich in Oost-Berlijn.
Eislers cantate “Tempo der Zeit” is het ander spannend werk op deze cd. De cantate, die in 1929 werd gecomponeerd voor solisten, sprekers, koor, blaasinstrumenten en slagwerk, vangt het typische klankspelgeluid van deze tijd. Het gebruik van een puur blazersensemble en slagwerk geeft het stuk een authentieke charme. Maar het is niet alleen de muziek die indruk maakt. Eisler maakte op slimme wijze gebruik van het moderne medium radio om zijn diepgaande kritiek op het blinde enthousiasme voor technologie van zijn tijd aan een breed publiek over te brengen. Deze aanpak geeft “Tempo der Zeit” een bijzondere historische betekenis. De live-opname uit het Prinzregententheater in München geeft de sfeer van het concert op aangrijpende wijze weer. Het madrigaalkoor van de Universiteit voor Muziek en Theater van München, onder de gevoelige leiding van Martin Steidler, evenals de uitstekende solisten Ruth Volpert, Christopher Dollins en Clemens Nicol leveren eersteklas werk. De live-opname brengt het enthousiasme en de energie over die voelbaar was op dit concert en laat u als luisteraar dit heel bijzonder moment van dichtbij meemaken.
De Oostenrijkse dirigent, Ernst Theis (1961), hield zich aanvankelijk bezig met brassbandmuziek, volksmuziek en pop- en rockmuziek in een amateurband en leerde drums en elektrische gitaar spelen. Hij volgde trompet en percussie aan de University of Music and Performing Arts in Wenen en directie bij Otmar Suitner. In 1991 richtte hij het Oostenrijks Kamersymfonieorkest op en in 1996, dirigeerde hij in de Wiener Volksoper, een uitvoering van Emmerich Kálmáns “Csárdásfürstin”, waarna hij een contract als dirigent kreeg. In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot hoofd van de afdeling blaasinstrumenten en slagwerk aan het Weens Conservatorium. Op 5 januari 1989 maakte hij zijn eerste publiek optreden met het Weens Kamerorkest en dirigeerde daarna Oostenrijkse orkesten als het Weens Radio Symfonie Orkest, de Wiener Philharmoniker en de Wiener Symphoniker. Hij was ook dirigent van Duitse orkesten zoals het Noord-Duits Radio Symfonie Orkest en de Hamburger Symphoniker en diverse internationale orkesten zoals het Sint-Petersburg Symfonie Orkest en het Slowaaks Filharmonisch Orkest. Van 2003 tot 2013, was hij chef-dirigent van de Staatsoperette Dresden. In maart 2013 voerde hij de zevende en achtste symfonie van Ludwig van Beethoven uit met het Symfonie Orkest van Tatarstan in Kazan in Rusland en diezelfde maand ontving hij een uitnodiging van het Weill Festival in Dessau.
Met het ShenZhen Symphony Orchestra, het Sendai Philharmonic Orchestra en het Osaka Symphony Orchestra heeft hij de Aziatische regio ontsloten met het klassiek repertoire. Debuten met het Warschau Philharmonisch Orkest en het Basel Symphony Orchestra, waren voor hem persoonlijk bijzondere ervaringen. Zijn debuut in het Gewandhaus Leipzig vond ook plaats in februari 2020. In de loop van het seizoen 2021/2022, werkt Ernst Theis met het Symfonie Orkest van Bochum, het de Rheinische Philharmoniehet Radio Orkest van München en bij de Staatsopera van Ljubljana. Zijn volgend project was met het Brandenburg State Orchestra (jaarwisseling 2021/22). Daarnaast kon Ernst Theis zich verheugen op zijn debuut bij het Symfonie Orkest van de Deutsche Oper Berlin in april 2022, met werken van Walter Braunfels en Eduard Künneke.
Der wilde Sound der 20er, 1929 Hanns Eisler Edouard Künneke Münchener Rundfunkorchester Ernst Theis cd BR Klassik 900350