Romain Rolland (1866-1944) was een Franse toneelschrijver, romanschrijver, essayist, kunsthistoricus en later, mysticus. Gedreven door zijn onvervulde droom om musicus te worden, schreef hij een magistraal, tiendelig epos over een fictieve componist, “Jean-Christophe”. Hiervoor ontving hij in 1915, de Nobelprijs voor Literatuur. In Jean-Christophe II – In Parijs, neemt de schrijver u mee naar het Parijs van begin 20ste eeuw, waar de jonge componist een bestaan probeert op te bouwen in een onrustige tijd, te midden van een cultuur die hem vreemd is.
In Rollands tijd, waarin de naties van Europa lijnrecht tegenover elkaar stonden en met name Duitsland en Frankrijk gezworen vijanden waren, vormt een opmerkelijke vriendschap een idealistisch statement. In Jean-Christophe weet Romain Rolland met haarfijne observaties het Europa van het fin de siècle tot leven te wekken, en met zijn psychologische allure neemt hij u mee in Jean-Christophe’s bewogen leven.
Hoofdpersoon, Jean-Christophe Krafft, is een Duitse musicus van Belgisch/Vlaamse afkomst. Hij is een geniaal componist, wiens leven wordt uitgebeeld. Hij ondergaat echter grote ontberingen en spirituele worstelingen, waarbij hij zijn trots op zijn eigen talent in evenwicht probeert te brengen met de noodzaak om de kost te verdienen en voor de mensen om hem heen te zorgen. Gekweld door het onrecht jegens zijn vrienden, en meerdere keren gedwongen te vluchten, als gevolg van zijn confrontaties met de autoriteiten en zijn eigen geweten, vindt hij eindelijk rust in een uithoek van Zwitserland, voor hij tien jaar later triomfantelijk terugkeert naar Parijs.
In de eerste roman “La Foire sur la Place” van deel 2, heeft Jean-Christophe zich gevestigd in Parijs, waar hij naam hoopt te maken als componist. Maar in deze grote, onbekende stad, waar hij ronddwaalt in kringen van hele en halve artiesten, rijke snobs, oplichters en prostituees, raakt hij het spoor bijster. Christophe, moest Duitsland ontvluchten nadat hij een vechtpartij tussen dorpelingen en soldaten had uitgelokt om de eer van een jong meisje te behouden. Omdat hij niet eens tijd had om afscheid te nemen van zijn oude moeder, werd hij hier op de trein gegooid en arriveerde een paar uur later in Parijs, met een treurige koffer in zijn hand en drie cent op zak.
In Parijs, in de donkerste armoede, begint Christophe met het vragen aan twee landgenoten om pianolessen voor hem te zoeken. Tegelijkertijd werd hij geïntroduceerd in intellectuele kringen, een mengeling van burgerij en kunstenaars. Het duurt niet lang voordat we beseffen dat er in Frankrijk niets heel anders is dan in Duitsland, dat het conformisme ook hoogtij viert… Na een periode van armoede en miskenning beseft hij, als hij uiteindelijk ziek wordt, dat hij zich beter kan begeven onder het gewone volk. Zijn ontmoeting met Olivier Jeannin markeert het begin van betere tijden. Olivier, een verfijnde, sensitieve Franse intellectueel en Jean- Christophe, een stoere, hartstochtelijke Duitser, vinden elkaar in vriendschap.
In “Antoinette”, zijn Antoinette en Olivier Jeanin de kinderen van een rijke bankier uit een klein provinciestadje. Hij, mishandeld, ruïneert zichzelf in een twijfelachtige affaire. Geconfronteerd met oneer en faillissement pleegde hij zelfmoord. Mevrouw Jeanin neemt vervolgens haar kinderen mee naar Parijs in de hoop geholpen te worden door haar zus. Maar deze ontvangt met minachting. Wanneer Madame Jeanin sterft, neemt Antoinette moedig de leiding over het voorzien in de behoeften en toekomst van haar broer.
Na de dood van Antoinette Jeannin raakt Christophe in “Dans la maison”, bevriend met haar jongere broer Olivier. De nieuwe vriendschap tussen Christophe en Olivier is zo sterk dat het op liefde lijkt. De twee mannen zullen samenleven, achter de intensiteit van hun relatie gaat een niet-geaccepteerde homoseksualiteit schuil, wat destijds niet werd gezegd. Romain Rolland schrijft over Olivier: “Hij was een vrouwelijke ziel, die altijd lief moest hebben en geliefd wilde worden. Hij werd geboren voor Christophe”. Thuis brengen ze tijd door met praten en hun gesprekken zijn vaak verhit omdat ze zo verschillend zijn, maar de liefde neemt altijd de overhand. Dankzij dit zal Christophe zich openstellen voor de wereld en zijn woede kalmeren.
De thema’s van hun debatten zijn talrijk en verbonden met de tijd vóór de Eerste Wereldoorlog, of ze nu politiek, filosofisch of cultureel zijn: de scheiding van kerk en staat, de Dreyfus-affaire, het socialisme, de gemercantiliseerde democratie, Europa, religie, literatuur, theater. Christophe zal van gedachten veranderen over de Fransen door de enorme kracht van het idealisme te ontdekken dat dichters en muzikanten bezielt. Bovendien brengt Romain Rolland op dit onderwerp hulde aan César Franck, die de avant-garde van de onafhankelijke muzikanten vertegenwoordigt. De twee mannen zullen ook hun buren leren kennen en we zien de sociale positie van elk in dit Parijse gebouw waar de rijksten op de lagere verdiepingen wonen. Christophe zal hun karakters beschrijven om ze zonder uitzondering beter te leren kennen, ook al zou zijn nationaliteit ten tijde van de spanningen tussen Duitsland en Frankrijk over Elzas-Lotharingen kunnen worden bekritiseerd. Maar dat zal niet blijven duren, omdat de menselijke kwaliteiten van Christophe worden gewaardeerd.
“Jean-Christophe: La Foire sur la Place, Antoinette, Dans la maison” werd vertaald door Tatjana Daan en voorzien van een voorwoord door Thomas Huttinga, afgestudeerde in Europees Recht aan de Universiteit Leiden, voorzitter van het Stefan Zweig Genootschap Nederland en auteur van het boek ‘Aan de Europeanen van vandaag en morgen’ (Uitgeverij Ijzer, 2020).
Romain Rolland Jean-Christophe Deel II In Parijs 465 bldz. Uitg. Meulenhoff ISBN 9789029097932