Gorik Goris, “Monsieur, Macht en passie op en naast de Franse troon”, een bijzondere uitgave van Borgerhoff & Lamberigts.

De verhalen van ‘Les Orléans’ zijn adembenemend. Enkelen van hen werden ‘Monsieur’ genoemd, een term voor de broer van de koning. De meest kleurrijke persoon was weliswaar Philippe d’Orléans, de jongere broer van Lodewijk XIV. Philippe gedroeg zich nl. vaak als een vrouw, kleedde zich ook zo, was homoseksueel, maar trouwde desondanks toch twee keer en leidde verder een leven dat leest als een avonturenroman.

Het Huis Orléans behoort tot de allerbelangrijkste adellijke geslachten van Frankrijk. Eeuwenlang hebben de hertogen van Orléans Frankrijk mede geregeerd, hoewel het geslacht uiteindelijk maar één koning heeft voortgebracht, de laatste Franse koning nog wel. De huidige Jean d’Orléans claimt daarom nog altijd de Franse troon… Historicus Gorik Goris vertelt het extravagant leven van enkele beroemde telgen uit het Huis Orléans…

Étienne Moulinié was samen met Pierre Guédron, Antoine Boësset, Guillaume Bouzignac, Henry Du Mont en Pierre Robert, een belangrijke figuur in de Franse barokmuziek voor Jean-Baptiste Lully. Hij componeerde voornamelijk wereldlijke muziek naar de mode van zijn tijd, airs de cour, airs à boire en airs de ballet. Na in dienst gewerkt te hebben van Christophe de Lestang, bisschop van Carcassonne, werd hij “maître de la musique de Monsieur”, Gaston d’Orléans (foto), de broer van de koning…

Monsieur was vanaf de 16de eeuw, vanaf het Huis van Valois, de aanspreking en officieuze betiteling van de oudste broer van de Franse koning. Hij was de erfprins (zolang de koning geen zonen had) en de tweede man van het koninkrijk. Naarmate het eerstgeboorterecht zich sterker affirmeerde in de Franse monarchie, zocht men ook manieren om de ambities van de jongere broers van de koning te bevredigen. Want, rivaliteit en broederstrijd lagen steeds op de loer. Het kwam erop aan hen posities van eer en macht te verschaffen, zonder dat dit de autoriteit van de Kroon zou aantasten. De oplossing lag voor een groot deel in de apanage, een stuk van het kroondomein dat hen als schadeloosstelling in leen werd gegeven. Minder materieel maar zeker niet zonder belang was de eretitel ‘Monsieur’. De waarde lag in de eenvoud: titels als ‘Mijnheer de Hertog’ of ‘Mijnheer de Prins’ konden ook door anderen worden gevoerd, maar simpelweg ‘Monsieur’ was alleen weggelegd voor de oudste koningsbroer. Hun echtgenotes mochten zich trouwens ‘Madame’ noemen.

De ‘Monsieur’-praktijk ontstond vanaf het midden van de 16e eeuw. Mogelijk was Karel IX van Frankrijk de eerste tijdens de korte regering van zijn broer Frans II (1559-1560). Voor Hendrik van Anjou was er zekerheid. Toen Hendrik in 1574 koning werd, nam de volgende broer Frans van Anjou de titel over. Hij was een rebel die naar eigen inzicht handelde, koningin Elizabeth I van Engeland het hof maakte en zich probeerde op te werken als leider van de Opstand in de Nederlanden. De volgende Monsieur, Gaston van Orléans, was eveneens een lastpost. In de 17e eeuw bezorgde de losbandige Filips van Orléans het koningshuis nogal wat reputatieschade, maar voor zijn broer de Zonnekoning, was hij een waardevolle raadgever, omdat hij vrijuit sprak en zonder pluimstrijkerij. Louis-Stanislas, graaf van Provence, was de volgende Monsieur in de 18e eeuw. Hij ging door de Franse Revolutie in ballingschap en riep zich in 1795 uit tot koning, waardoor zijn broer Charles, graaf van Artois, Monsieur werd, of althans pretendent. Beiden zouden tijdens de Restauratie nog op de troon komen, nl. als Lodewijk XVIII en Karel X.

Tijdens zijn regentschap introduceerde Philips een nieuwe stijl in de binnenhuisarchitectuur, de Régence, te herkennen aan het diamant- en schubmotief. Voor de Franse kroonjuwelen kocht hij een uitzonderlijke diamant die naar hem de Regent werd genoemd, de diamant die bekend staat als de mooiste van Europa. De stad New Orleans of “Nieuw-Orléans” (La Nouvelle Orléans), gesticht door Franse kolonisten onder Filips regentschap, is naar hem genoemd. Aan het plein van Palais Royal, het paleis waar Filips van Orléans verbleef en welke dan ook wel het Palais de Régence genoemd werd, bevond zich sinds 1688 het Café de la Place du Palais-Royal. Die werd in de periode van 1718-1729 uitgebaat door ene mevrouw Leclerc, een schone waar de regent bijzonder gecharmeerd van was. Hij bezocht dat café geregeld. Hoewel geen duidelijkheid is over wat er zich tussen de regent en Leclerc afgespeeld heeft, werd het café dientengevolge omgedoopt tot Café de la Régence.

Aan het begin van de jaren 1690 had hij Marc-Antoine Charpentier voor zijn muzikale opleiding, die hem een kleine verhandeling aanbood over compositieregels. In samenwerking met zijn muziekmeester componeerde hij een opera, Philomèle, die nu verloren is gegaan. Vervolgens had hij andere componisten in dienst, onder wie Jean-Baptiste Morin genaamd “Ordinaire de la musique”, André Campra , Nicolas Bernier en Charles-Hubert Gervais, met wie Philippe d’Orléans nog twee andere opera’s componeerde, “Suite d’Armide of Jeruzalem” en “Penthée”. Zijn deelname aan de compositie van Hypermnestre van Charles-Hubert Gervais blijft twijfelachtig en zou beperkt zijn gebleven tot de compositie van de twee tambourins. Hij schilderde en graveerde en we kennen van hem de illustraties voor een editie van Daphnis et Chloé waarvoor hij de hertogin van Berry naakt zou hebben laten poseren. Hij bouwde de collectie van het Huis van Orléans op en bracht bijna vijfhonderd schilderijen samen die bedoeld waren om de galerijen van zijn hoofdverblijf, het Palais-Royal, te sieren.

Gorik Goris, Monsieur, Macht en passie op en naast de Franse troon 270 bladz. uitg. Borgerhoff & Lamberigts ISBN 9789463939843

https://www.stretto.be/2021/10/03/gorik-goris-machtige-minnaars-het-buitengewone-liefdesleven-van-beroemde-figuren-uit-de-wereldgeschiedenis-een-uitgave-van-borgerhoff-lambrigts/